Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord met een eis in reconventie
2.De feiten
3.Het geschil
€ 255,00 buitengerechtelijke kosten.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat de gedaagde partij, de Vereniging met Volledige Rechtsbevoegdheid GebruikshondenSportvereniging Sittard e.o. (GHSV), wordt veroordeeld tot betaling van € 1.700,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een aggregaat ter beschikking heeft gesteld aan GHSV, met de afspraak dat GHSV het oude aggregaat aan hem zou teruggeven. GHSV heeft echter niet gereageerd op de betalingsverzoeken van [eiser in conventie, verweerder in reconventie].
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bewijs is voor de gestelde nadere overeenkomst tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en GHSV. De kantonrechter concludeert dat de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet toewijsbaar is, omdat niet is komen vast te staan dat er een overeenkomst is gesloten die GHSV verplichtte tot betaling van het gevorderde bedrag. De vordering wordt afgewezen, evenals de vorderingen voor wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
In reconventie heeft GHSV [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aangesproken voor € 255,00 aan buitengerechtelijke kosten, maar ook deze vordering wordt afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat GHSV geen incassowerkzaamheden heeft verricht die deze kosten rechtvaardigen. Beide partijen worden veroordeeld in de proceskosten, waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de kosten van GHSV moet vergoeden en GHSV geen kosten aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hoeft te betalen.