Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor het primaire feit tot een gevangenisstraf van 480 dagen, waarvan 280 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;
- stelt de volgende bijzondere voorwaarde(n), waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
gebruikt geen drugsen werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordelde wordt gecontroleerd;
- geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
opzettelijk
brand heeft gesticht in een pand gelegen aan [adres] te Tegelen door
- (een) goed(eren) in een afvalbak, in aanraking te brengen met open vuur, en aldus
in brand te steken en/of
- (een) goed(eren) aanwezig in/op een kast in het kantoorgedeelte van dat pand in
aanraking te brengen met open vuur, en aldus in brand te steken,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten de in dat pand
aanwezige goederen en/of de/het belendend(e) perce(e)l(en) en/of in die/dat
belendend(e) perce(e)l(en) aanwezige goed(eren) te duchten was;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
kunnen leiden:
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
opzettelijk
brand te stichten in een pand gelegen aan [adres] te Tegelen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten de in dat pand
aanwezige goederen en/of de/het belendend(e) perce(e)l(en) en/of in die/dat
belendend(e) perce(e)l(en) aanwezige goed(eren)te duchten was,
(een) goed(eren) in een afvalbak, in aanraking heeft gebracht met open vuur, en
aldus in brand heeft gestoken en/of door (een) goed(eren) aanwezig in/op een kast
in het kantoorgedeelte van dat pand in aanraking heeft gebracht met open vuur, en
aldus in brand heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;