3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]relateren – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op maandag 7 september 2020, omstreeks 17:20 uur kwamen wij ter plaatse op de
[adresgegevens verdachte] te Roggel.
Vervolgens spraken wij met de man die zich bekend maakte als eigenaar van de
betreffende woning en loodsen, de later als verdachte volledig te noemen [verdachte] . [verdachte] gaf aan dat hij de loods achter zijn woning verhuurde aan een Pool. Desgevraagd gaf [verdachte] aan dat wij met hem mee mochten lopen naar de betreffende loods. Wij zagen vervolgens dat [verdachte] met een sleutel een deur ontsloot die vanuit de bijkeuken directe toegang gaf tot de loods achter de woning. Wij zagen dat er in de loods 6 personenauto’s stonden waarvan er 5 afgedekt waren met doeken. Wij zagen dat al deze auto's zogenoemde "oldtimers" betroffen. Wij hoorden dat [verdachte] zei dat die Pool had gezegd dat hij wel eens aan auto's sleutelde maar dat hij verder niet wist wat hij daar deed.
Wij zagen dat er achter deze loods nog een losstaande andere loods lag. Ik, [verbalisant 1] , vroeg aan [verdachte] of er in deze loods ook auto's stonden. Wij hoorden dat [verdachte] zei dat hier geen auto's stonden maar wel caravans. Wij begaven ons tezamen met [verdachte] naar deze loods. Wij zagen dat de toegangsdeur van deze loods open was. Wij zagen dat er in deze loods een Ford Mustang, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , stond. Wij zagen dat er 3 andere, met doeken afgedekte, oldtimers in deze loods stonden.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]relateren – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op dinsdag 8 september 2020, omstreeks 16:44 uur betraden wij de woning gelegen aan de [adresgegevens verdachte] te Roggel. Alle in de loods aanwezige voertuigen werden onderzocht.
Wij zagen dat de eerste auto een personenauto van het merk Porsche betrof welke was voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Bevraging op kenteken bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer wees uit dat volgens het kenteken van de auto deze zwart zou moeten zijn. De auto was nu echter groen.
Bij het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2020 zijn de afbeeldingen ‘aangetroffen situatie in de loods’ als bijlage toegevoegd als afbeelding 2, 3 en 4.
[getuige]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Op zondag 6 september 2020 is mijn auto van het merk/type Ford Mustang GT en voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 3] op de parkeerplaats aan de Schans te Arcen gestolen.
Mijn auto is voorzien van een beveiligingssysteem waarmee je kunt zien waar de auto is. Omstreeks 14:48 uur op maandag 7 september 2020 kreeg ik via het beveiligingssysteem van de auto een sms-bericht binnen met een link naar de locatie waar de auto momenteel stond en een bericht waarin stond dat de stroom van de auto onderbroken was. Ik zag via de link dat de locatie in Nederland was op het adres [adresgegevens verdachte] te Roggel.
Omstreeks 16:10 uur kwamen wij aan op het adres. Ik zag dat het een vrijstaande woning betrof met twee loodsen achter de woning.
Toen de man de deur opende zagen wij dat onze auto midden in de loods op ongeveer vier meter van de poort stond. Ik heb vervolgens samen met de man de auto uit de loods gerold. We hebben de auto tot op de oprit gerold tot achter het hekwerk. De man wilde dit omdat hij de poort weer wilde dicht doen omdat hij verder moest werken. Wij hebben de man gevraagd of hij de politie wilde bellen omdat wij onze gestolen auto bij hem hadden aangetroffen. Ik hoorde dat de man zei dat hij het nummer niet had en dat hij de politie niet kon bellen. De man had tijdens ons gesprek meerdere malen gezegd dat hij moest werken en dat hij nog naar een klant moest.
[slachtoffer 1]heeft – zakelijk weergegeven – als volgt verklaard:
Ik, [slachtoffer 1] , doe aangifte van diefstal door middel van braak van mijn auto, een Mercedes-Benz 280 SL voorzien van het kenteken [kenteken 4] (oldtimer), die mij in eigendom toebehoort. Gisteravond, maandag 5 juni 2017 omstreeks 22.00 uur, parkeerde ik mijn auto in mijn garage. Ik sloot mijn auto en mijn garage af. Vanmorgen, dinsdag 6 juni 2017 omstreeks 10.30 uur, ging ik naar mijn garage. Ik zag dat de deur in de kantelpoort van mijn garage openstond. De kantelpoort van mijn garage stond ook open. Ik zag dat mijn auto niet meer op zijn plek in de garage stond en van mij was weggenomen.
Chassisnummer: [chassisnummer 1]
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: Personenauto werd aangetroffen in een loods gelegen aan
de [adresgegevens verdachte] te Roggel.
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Mercedes-Benz 280 SI
Kenteken: [kenteken 4]
Chassisnummer: [chassisnummer 1]
[aangever 1]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik doe aangifte van diefstal van mijn personenauto. Dit betreft een Chevrolet Camaro ss, grijs van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken 5] . Wij hebben de Chevrolet op donderdag 23 mei 2019 omstreeks 20:00 uur nog op de oprit zien staan. Mijn man zag op 24 mei 2019 dat de Chevrolet er niet meer stond.
Chassisnummer: [chassisnummer 2]
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: Personenauto werd aangetroffen in een loods gelegen aan
de [adresgegevens verdachte] te Roggel. Het Vin-nummer in de auto betrof: [chassisnummer 2] .
Kenteken: [kenteken 5]
[slachtoffer 2]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik ben eigenaar van genoemde personenauto, het betreft een oldtimer, een Jaguar
E-type 3, voorzien van het kenteken [kenteken 6] . Hierbij doe ik aangifte van diefstal van de personenauto. Op zaterdag 27 mei 2017 omstreeks 22:00-22:30 uur heb ik de personenauto nog zien staan. Vandaag, zondag 28 mei 2017 omstreeks 04:15-04:30 uur zag ik dat mijn personenauto niet meer op de oprit stond geparkeerd en zag ik dat deze door onbekende(n) was weggenomen.
Chassisnummer: [chassisnummer 3]
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: stond in losstaande loods aan de [adresgegevens verdachte] te Roggel. Contactslot was verwijderd. Kentekenplaat [kenteken 7] heeft ander chassisnummer dan plaatje in auto.
Verbalisant [verbalisant 3]relateert – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op woensdag 9 september 2020 om 11:20 uur heb ik een forensisch onderzoek ingesteld naar de identiteit van het navolgende voertuig:
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Jaguar
Kenteken: [kenteken 6]
Chassisnummer: [chassisnummer 3]
Voor het voertuig met Vin [chassisnummer 3] is het kenteken [kenteken 6] opgegeven. Aan het voertuig was het kenteken [kenteken 7] zichtbaar, dit kenteken is opgegeven voor een voertuig van hetzelfde merk en type maar met een ander Vin. Het kenteken werd derhalve vals gevoerd.
[aangever 2]verklaart – zakelijk weergegeven – het volgende:
Vannacht, 12 november 2020 is mijn brommobiel gestolen.
Voertuig: Bromfiets (Brommobiel)
Merk/type: Ligier Js50l
Kenteken: [kenteken 8]
Chassisnummer: [chassisnummer 4]
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: Personenauto werd aangetroffen in een loods gelegen aan
de [adresgegevens verdachte] te Roggel.
Voertuig: Bromfiets (Brommobiel)
Merk/type: Ligier Js501
Kenteken: [kenteken 8]
Chassisnummer: [chassisnummer 4]
[aangever 3]verklaart – zakelijk weergegeven – het volgende:
Ik ben eigenaar van een personenauto, merk Ford, type Mustang, voorzien van kenteken [kenteken 1] .
Op vrijdag, 14 augustus 2020, omstreeks 11:15 uur, heb ik de personenauto geparkeerd bij het Retailpark in Roermond.
Toen ik op vrijdag, 14 augustus 2020, omstreeks 12:30 uur, de personenauto weer in gebruik wilde nemen zag ik dat deze door onbekende(n) was weggenomen.
Chassisnummer: [chassisnummer 5]
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: gestolen voertuig werd aangetroffen op de [adresgegevens verdachte] te Roggel.
Voertuig: personenauto
Merk/type: Ford Mustang
Kenteken: [kenteken 1]
Chassisnummer: [chassisnummer 5]
[slachtoffer 3]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik ben eigenaar van een personenauto van het merk Porsche, type 911 Carrera Coupé, voorzien van kenteken [kenteken 9] .
Op vrijdag 11 januari 2019 omstreeks 19:15 uur heb ik de personenauto zelf voor het laatst gezien op het Cassandraplein te Eindhoven in een parkeergarage. Getuigen hebben de personenauto op maandag 18 februari 2019 voor het laatst gezien in de parkeergarage aan het Cassandraplein te Eindhoven. Ik heb de personenauto afgesloten met de sleutel, geen centrale vergrendeling en ik heb gecontroleerd dat de personenauto was afgesloten. Op dinsdag 19 februari 2019 omstreeks 17:30 uur werd ik geïnformeerd door bewoners van het Cassandraplein en door de politie dat de personenauto door onbekende(n) was weggenomen.
Chassisnummer: [chassisnummer 6]
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: inbeslaggenomen op de [adresgegevens verdachte] te Roggel, contactslot verwijderd. Motorkap open.
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Porsche Carrera Coup
Chassisnummer : [chassisnummer 6]
Kenteken: [kenteken 9]
[aangever 4]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik doe aangifte van diefstal van mijn voertuig Porsche 911 2.4 met kentekenplaat [kenteken 10] . Gisteren, 5 oktober 2018, parkeerde ik het voertuig op een parkeerplaats op de Zeedijk. Vandaag, op 6 oktober 2018, vroeg mijn vrouw of ik de Porsche had verplaatst want die stond er niet meer. Ik heb de Porsche niet verplaatst.
VIN: [chassisnummer 7]
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: inbeslaggenomen op de [adresgegevens verdachte] te Roggel in losstaande loods, contactslot verwijderd.
Merk/type: Porsche 911
Chassisnummer: [chassisnummer 7]
Kenteken: [kenteken 10]
Verbalisant [verbalisant 3]relateert – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op woensdag 9 september 2020 om 10:50 uur heb ik een forensisch onderzoek ingesteld naar de identiteit van het navolgende voertuig:
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Porsche 911sc
Kenteken: [kenteken 11]
Chassisnummer: [chassisnummer 8]
Voor het voertuig met Vin [chassisnummer 8] is het Duitse kenteken [kenteken 11] opgegeven. Aan het voertuig was het kenteken [kenteken 2] zichtbaar, dit kenteken is opgegeven voor een voertuig van hetzelfde merk en type maar met het Vin [chassisnummer 9] . Het kenteken werd derhalve vals gevoerd. Ten aanzien van het voertuig met voornoemd Vin [chassisnummer 8] en het genoemde kenteken [kenteken 11] (H) is een signalering van diefstal en/of vermissing van kracht. Het voertuig werd op of omstreeks 15 augustus 2017 ontvreemd/verduisterd.
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: De auto werd aangetroffen in een loods gelegen aan de
[adresgegevens verdachte] te Weert.
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Porsche 911 Sc Targa
Kenteken: [kenteken 2]
Chassisnummer: [chassisnummer 9]
Verbalisant [verbalisant 3]relateert – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op woensdag 9 september 2020 om 10:00 uur heb ik een forensisch onderzoek ingesteld naar de identiteit van het navolgende voertuig:
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Porsche
Kenteken: [kenteken 12]
Chassisnummer: [chassisnummer 10]
Voor het voertuig met het V.I.N. [chassisnummer 11] is het Duitse kenteken [kenteken 12] opgegeven. Dit kenteken was niet behoorlijk zichtbaar aanwezig aan het voertuig. Aan het voertuig was het kenteken [kenteken 13] zichtbaar, dit kenteken is opgegeven voor een voertuig van hetzelfde merk en type maar met een ander V.I.N. Het kenteken werd derhalve vals gevoerd.
Ten aanzien van het voertuig met het voornoemde V.I.N. [chassisnummer 10] en het genoemde kenteken [kenteken 12] is een signalering van diefstal en/of vermissing van kracht. Het voertuig werd op of omstreeks 8 augustus 2017 ontvreemd/verduisterd.
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: personenauto aangetroffen in een loods gelegen aan de [adresgegevens verdachte] te Roggel. Het Vin nummer [chassisnummer 10] .
Bijzonderheden: contactslot lag eruit.
Verbalisant [verbalisant 3]relateert – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op woensdag 9 september 2020 om 10:20 uur heb ik een forensisch onderzoek ingesteld naar de identiteit van het navolgende voertuig:
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Daimler 208 SL/8
Kenteken: [kenteken 14]
Chassisnummer: [chassisnummer 12]
Ten aanzien van het voertuig met Vin [chassisnummer 12] en het genoemde kenteken [kenteken 14] (H) is een signalering van diefstal en/of vermissing van kracht. Het voertuig werd op of omstreeks 26 oktober 2017 ontvreemd/verduisterd.
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: Personenauto werd aangetroffen in een loods aan de [adresgegevens verdachte] te Roggel. Het contactslot was eruit gehaald.
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Daimler 208 SL/8
Kenteken: [kenteken 14]
Chassisnummer: [chassisnummer 12]
Verbalisant [verbalisant 3]relateert – zakelijk weergegeven – het volgende:
Op woensdag 9 september 2020 om 11:55 uur heb ik een forensisch onderzoek ingesteld naar de identiteit van het navolgende voertuig:
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Mercedes 230 Sl
Kenteken: [kenteken 15]
Chassisnummer: [chassisnummer 13]
Voor het voertuig met het V.I.N. [chassisnummer 13] is het Duitse kenteken [kenteken 15] opgegeven. Dit kenteken was niet behoorlijk zichtbaar aanwezig aan het voertuig. Ten aanzien van het voertuig met het voornoemde V.I.N. [chassisnummer 13] en het genoemde kenteken [kenteken 15] is een signalering van diefstal en/of vermissing van kracht. Het voertuig werd op of omstreeks 28 januari 2018 ontvreemd/verduisterd.
In de
kennisgeving van inbeslagnemingstaat – zakelijk weergegeven – het volgende:
Omstandigheden: Personenauto werd aangetroffen in een loods aan de [adresgegevens verdachte] te Roggel. Het contactslot in de auto ontbrak.
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Mercedes 230 Sl
Na onderzoek werd vastgesteld dat het kenteken betrof: (D) [kenteken 15]
De verdachteheeft het volgende verklaard:
Ik verhuurde de staplekken in mijn loods. Ik verhuurde al een paar jaar aan de persoon die de Oldtimers in mijn loods zette.Ik heb vanaf het begin van de verhuur van deze plekken aan de huurder gevraagd om een overeenkomst te tekenen. Uiteindelijk heb ik een overeenkomst gekregen van degene met wie hij samen in voertuigen zou handelen, dat moet meneer [naam] zijn geweest. Die man was er niet bij op het moment dat zijn identiteitsbewijs aan mij werd overhandigd. Ik heb er nooit vragen over gesteld. Ik heb nooit om een paspoort van de huurder gevraagd. Ik kreeg uiteindelijk een origineel paspoort (met rode kaft) te zien en een kopie van een rijbewijs. Ik telde maandelijks welke plekken in mijn loods bezet waren. Ik wist hierdoor hoeveel auto’s er stonden gedurende welke maanden. Ik hield ook bij wanneer auto’s weggingen.
Het waren allemaal oude voertuigen. Het waren ook blauwe platen. Oud. Ik heb ook een keer een kenteken gecheckt van de groene Porsche want ik was wel iets achterdochtig.De groene Porsche die ik gecontroleerd heb, stond er nog op 7 september 2020.
Bij het proces-verbaal van bevindingen van 8 september 2020 is als bijlage een kopie van het paspoort van [naam] toegevoegd. Hierop is als einde geldigheidsdatum van het paspoort 9 mei 2008 opgenomen.Ook is er een kopie van het rijbewijs van [naam] toegevoegd als bijlage.
Bewijsoverweging
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte wist dat de voertuigen in de loodsen van diefstal afkomstig waren. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van de (primair) tenlastegelegde opzetheling. De rechtbank is van oordeel dat er wel sprake is van schuldheling. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
De verdachte heeft verklaard standplaatsen in zijn loodsen te hebben verhuurd aan een ander die daar voertuigen stalde. Uitgaande van deze verklaring komt de rechtbank op basis van de feiten en omstandigheden in deze zaak tot de conclusie dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de voertuigen in de loodsen van diefstal afkomstig waren. Daartoe overweegt de rechtbank het navolgende.
De verdachte heeft verklaard zijn loodsen te hebben verhuurd zonder dat er een schriftelijke huurovereenkomst opgemaakt was tussen de verdachte en de huurder. Er was enkel een niet ondertekende stallingsovereenkomst tussen de verdachte en een derde van wie de verdachte wist dat dit niet de huurder van de loodsen was en die hij nooit heeft gezien. Deze derde was volgens de verklaring van de verdachte ook niet de huurder van de plaatsen in de loodsen. De huurder heeft enkel een identiteitsbewijs van deze derde overgelegd. De verdachte heeft dan ook nooit een identiteitsbewijs van de huurder ontvangen, terwijl hij - naar eigen zeggen - al jarenlang zaken met deze huurder deed. Het identiteitsbewijs dat hij wel ontvangen heeft, was bovendien reeds verlopen. Het kopie rijbewijs van dezelfde persoon was eveneens verlopen. Dat was zonder meer duidelijk, omdat het hier een papieren ‘boekje’ betrof, terwijl een geldig rijbewijs al sinds 2006 de vorm van een pasje heeft.
De verdachte heeft voorts ter terechtzitting verklaard dat hij de bezette plekken in de loodsen maandelijks telde en bijhield wanneer voertuigen weggingen uit de loodsen, om zo de kosten voor de verhuur te berekenen. Dit houdt aldus in dat de verdachte in de loodsen kwam en in de buurt van de voertuigen is geweest. Uit de bewijsmiddelen volgt dat niet elk voertuig bedekt was met een doek, en dat er dus voertuigen zichtbaar waren. Ook blijkt uit de bewijsmiddelen dat kentekenplaten van voertuigen en contactsloten ontbraken. De verdachte zou ook een van de voertuigen hebben gecontroleerd op kenteken. Hij heeft verklaard dat uit deze controle kwam dat het kenteken behoorde bij dit voertuig, echter blijkt uit de bewijsmiddelen dat dit niet mogelijk is: de Porsche die bij het kenteken hoorde, betrof een zwarte auto, terwijl de Porsche in de loods met dat kenteken groen was.
De rechtbank is van oordeel dat onder deze omstandigheden op de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de goederen de plicht rustte om onderzoek te verrichten naar de herkomst daarvan. De verdachte heeft dit nagelaten.
Het handelen van de verdachte op het moment dat getuige [getuige] aangaf dat zijn gestolen voertuig in een van de loodsen van de verdachte stond, leek er bovendien op te zijn gericht dat hij snel weg wilde uit de situatie. Hij heeft bovendien tegen de politie ontkend dat er in de loods die de politie nog niet had doorzocht ook auto’s stonden, maar stelde dat er enkel caravans stonden, terwijl er wel auto’s aanwezig waren. Bovendien heeft hij verklaard over een Pool die de loods zou huren en wel eens zou klussen in de loods, op welke verklaring hij later terug is gekomen. Bovendien had verdachte naar eigen zeggen echt wel bedenkingen bij de verhuur. Daarom had hij immers onderzoek gedaan naar een van de auto’s. Dit alles draagt bij aan de overtuiging van de rechtbank dat de verdachte het vermoeden had, althans had moeten hebben, dat een en ander niet klopte.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan door de raadsman bepleit, sprake is van voorhanden hebben van de voertuigen. De voertuigen stonden immers in loodsen waar de verdachte eigenaar van was, waar hij zelf altijd toegang toe had en waar hij zeker één keer per maand ook daadwerkelijk kwam om te controleren welke plaatsen bezet waren.
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de voorgaande overwegingen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte destijds redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen door misdrijf verkregen goederen betroffen.
De rechtbank zal de verdachte wel vrijspreken van het onderdeel winstbejag aangezien uit de bewijsmiddelen onvoldoende blijkt dat de verdachte heeft gehandeld met de verwachting economisch voordeel te behalen.
Ten aanzien van het achtste, negende en vijftiende gedachtestreepje, de Volkswagen Kever met kenteken [kenteken 16] , de Ford Mustang met kenteken [kenteken 17] en de Ford Nugget met kenteken [kenteken 18] , is niet gebleken dat de verdachte het gehele voertuig voorhanden heeft gehad waardoor deze onderdelen niet te bewijzen zijn en de verdachte hiervan vrijgesproken zal worden. Dit leidt er vervolgens ook toe dat de verdachte wordt vrijgesproken van het zestiende gedachtestreepje, een of meer onderdelen uit de tenlastegelegde voertuigen, omdat hierin enkel wordt verwezen naar complete voertuigen.
Ook van het onderdeel medeplegen wordt de verdachte vrijgesproken, nu uit de bewijsmiddelen niet blijkt van een bewuste en nauwe samenwerking met een ander of anderen.