In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 26 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkneemster, aangeduid als [verzoeker], en haar werkgever, Reina Museumbites BV. De werkneemster was in dienst getreden op 30 augustus 2023, maar heeft zich op 12 november 2023 ziekgemeld. Op 14 november 2023 heeft de werkgever het dienstverband met onmiddellijke ingang beëindigd, wat door de werkneemster als onregelmatig werd bestempeld. De werkneemster verzocht de kantonrechter om te bepalen dat het ontslag onregelmatig was en om een gefixeerde schadevergoeding van € 2.808,00 toe te kennen, evenals een billijke vergoeding en betaling van achterstallig salaris en openstaande vakantiedagen.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag inderdaad onregelmatig was, omdat de werkgever geen opzegtermijn in acht had genomen. De werkneemster had recht op de gefixeerde schadevergoeding, die werd toegewezen. Echter, de gevraagde billijke vergoeding werd afgewezen, omdat de werkneemster deze niet voldoende had onderbouwd. Daarnaast werden de vorderingen voor het achterstallige salaris en de eindafrekening van vakantiedagen toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden eveneens aan de werkgever opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte procedure bij ontslag en de rechten van werknemers in geval van onregelmatige beëindiging van het dienstverband.