Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 130,48
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de publiekrechtelijke rechtspersoon CAK, gevestigd te ’s-Gravenhage, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die zorg, hulpmiddelen en/of persoonsgebonden budget heeft ontvangen. CAK vordert betaling van een bedrag van € 185,96, bestaande uit een onbetaald bedrag van € 133,00, buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 en wettelijke rente van € 4,56. De gedaagde heeft erkend dat hij de vordering niet betwist, maar heeft aangegeven momenteel geen inkomen te hebben en dat zijn aanvraag voor een uitkering door de gemeente is afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van CAK niet wordt betwist en heeft de vordering toegewezen. De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat CAK onbetwist heeft gesteld dat zij werkzaamheden heeft verricht die niet als voorbereiding voor een procedure kunnen worden beschouwd. De totale kosten aan de zijde van CAK zijn begroot op € 297,48, en de gedaagde is veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitgesproken door mr. E.V.L. Heuts op 10 januari 2024.