Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Inleiding
2.De procedure
- de mondelinge behandeling van 14 maart 2024,
- de pleitnota van [eiser] ,
- de pleitnota van [gedaagde] .
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
- de ene partij – de uitlener – aan de andere partij – de bruiklener – een zaak om niet in gebruik geeft en
- de andere partij zich verbindt om het geleende terug te geven op het tijdstip dat uit de overeenkomst of de wet voortvloeit
wilterugbrengen omdat hij het niet eens is met de manier waarop bepaalde zaken in het verleden door [trainer] rondom [pony] zijn aangepakt. Een dergelijk argument zou bij de beoordeling van een opzegging een rol kunnen spelen. Omdat [gedaagde] de overeenkomst niet heeft opgezegd, is dit argument in dit geval evenwel niet relevant. [gedaagde] stelt dat hij [pony] (wegens overmacht) niet
kanterugbrengen naar [stalnaam] . Dit omdat in overleg met de vaste dierenarts van [pony] (drs. [naam dierenarts] , verbonden aan EquiTom) is besloten om [pony] gedurende 30 dagen te laten revalideren/behandelen. De revalidatie/behandeling houdt verband met een peesblessure links voor. [pony] is in dat kader op dit moment ondergebracht in een kliniek.