Uitspraak
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord van 1 november 2023;
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
voorschot hypotheek aan vraag’, aldus [eiser] .
voorschot hypotheek aan vraag’ vermeldt en ziet op een bedrag van € 750,00, conform het door de adviseur genoemde voorschot, en niet € 699,00, zijnde het factuurbedrag. Tegenover de betwisting van [eiser] heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd dat zij te goeder trouw meende dat zij de taxatiekosten aan de adviseur moest betalen. Het beroep van [gedaagde] op bevrijdende betaling slaagt daarom niet.
- wettelijke rente tot dagvaarding
€
17,35