In deze zaak heeft de stichting Wonen Zuid, gevestigd te Roermond, een vordering ingediend tegen een gedaagde die in persoon procedeerde. De vordering betreft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de huurwoning vanwege een huurachterstand van € 1.872,05. De kantonrechter heeft op 6 maart 2024 uitspraak gedaan na een mondelinge behandeling op 18 januari 2024. De gedaagde heeft erkend dat hij in gebreke is gebleven met de huurbetalingen, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De kantonrechter heeft de vordering van Wonen Zuid toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De totale vordering bedraagt € 2.109,67, vermeerderd met rente. De kantonrechter heeft tevens bepaald dat de ontruiming niet zal plaatsvinden als de gedaagde voor de ontruimingstermijn aan zijn verplichtingen voldoet. De proceskosten aan de zijde van Wonen Zuid zijn vastgesteld op € 894,58.