ECLI:NL:RBLIM:2024:1122

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
11 maart 2024
Zaaknummer
10746041 \ CV EXPL 23-4381
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van woonruimte door huurachterstand

In deze zaak heeft de stichting Wonen Zuid, gevestigd te Roermond, een vordering ingediend tegen een gedaagde die in persoon procedeerde. De vordering betreft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de huurwoning vanwege een huurachterstand van € 1.872,05. De kantonrechter heeft op 6 maart 2024 uitspraak gedaan na een mondelinge behandeling op 18 januari 2024. De gedaagde heeft erkend dat hij in gebreke is gebleven met de huurbetalingen, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De kantonrechter heeft de vordering van Wonen Zuid toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De totale vordering bedraagt € 2.109,67, vermeerderd met rente. De kantonrechter heeft tevens bepaald dat de ontruiming niet zal plaatsvinden als de gedaagde voor de ontruimingstermijn aan zijn verplichtingen voldoet. De proceskosten aan de zijde van Wonen Zuid zijn vastgesteld op € 894,58.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10746041 \ CV EXPL 23-4381
Vonnis van de kantonrechter van 6 maart 2024
in de zaak van:
de stichting STICHTING WONEN ZUID,
gevestigd te Roermond,
eisende partij,
gemachtigde Adactio Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna Wonen Zuid en [gedaagde] worden genoemd.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de beslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
  • de mondelinge behandeling van 18 januari 2024 waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Wonen Zuid vordert - samengevat – dat de kantonrechter de tussen haar en [gedaagde] bestaande huurovereenkomst zal ontbinden en [gedaagde] zal veroordelen het gehuurde te ontruimen en veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.872,05 aan huurachterstand en
€ 237,62 aan buitengerechtelijke kosten vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
[gedaagde] voert verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] huurt van Wonen Zuid een huurwoning aan de [adres] te [woonplaats] . De huurprijs bedraagt € 562,85 per maand. Hij heeft erkend dat hij een huurachterstand heeft laten ontstaan van € 1.872,05. Dit is een tekortkoming in de nakoming van zijn verbintenissen uit de huurovereenkomst die in beginsel de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De kantontrechter zal de gevorderde ontbinding en ontruiming dan ook toewijzen.
3.2.
De hoogte van de huurachterstand is niet betwist en ligt voor toewijzing gereed.
3.3.
Wonen Zuid vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Wonen Zuid heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Het bedrag is dan ook toewijsbaar.
3.4.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
1.872,05
- buitengerechtelijke incassokosten
237,62
+
totaal
2.109,67
3.5.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is door de gemachtigde van Wonen Zuid toegezegd dat niet tot ontruiming zal worden overgegaan als [gedaagde] vóór de aangezegde ontruimingstermijn geheel aan de veroordeling onder 4.2. en 4.4. heeft voldaan en zijn lopende huurbetalingen tijdig blijft voldoen.
3.6.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Wonen Zuid als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
131,58
- griffierecht
365,00
- salaris gemachtigde
398,00
(2,00 punten × € 199,00)
Totaal
894,58

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de [adres] te [woonplaats] , en veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met alle personen en zaken die zich van de kant van [gedaagde] in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Wonen Zuid te stellen.
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Wonen Zuid te betalen een bedrag van € 2.109,67, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 1.872,05, met ingang van 4 oktober 2023, tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Wonen Zuid tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van €562,85 per maand of gedeelte van een maand waarover nog huur/gebruiksvergoeding moet worden betaald tot aan het tijdstip van de ontruiming,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Wonen Zuid tot dit vonnis vastgesteld op € 894,58,
4.5.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken.