Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de beslissing van 22 november 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 19 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de stichting Zuyderland Medisch Centrum, gevestigd te Heerlen, betaling van een bedrag van € 1.690,66 van de gedaagde partij, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een geneeskundige behandelingsovereenkomst die tussen partijen is gesloten. Zuyderland stelt dat zij de gedaagde medisch heeft behandeld, maar dat deze zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen, ondanks herhaalde aanmaningen. De gedaagde heeft verweer gevoerd, maar is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. Hij heeft aangegeven dat hij het niet eens is met de vordering, maar dat hij de rekening wel netjes wilde afhandelen, hoewel hij geen betalingsregeling kon treffen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van Zuyderland onvoldoende is weersproken, aangezien de gedaagde niet ter mondelinge behandeling is verschenen en in zijn conclusie van antwoord geen zelfstandig verweer heeft gevoerd. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom, de vervallen wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. De totale vordering van € 1.690,66 is toegewezen, evenals de proceskosten van € 1.005,49 die de gedaagde moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de gedaagde moet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de veroordelingen voldoen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en openbaar uitgesproken op 6 maart 2024.