ECLI:NL:RBLIM:2024:1095

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 maart 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
C/03/328226 HA RK 24-48
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking niet mogelijk na beëindiging van de zaak

Op 8 maart 2024 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beslissing genomen in een wrakingsprocedure. De zaak betreft een verzoek tot wraking van mr. A.P.A. Bisscheroux, rechter in de rechtbank Limburg, door een verzoeker die betrokken was bij een civiele procedure. De mondelinge behandeling van de onderliggende zaak vond plaats op 29 februari 2024, waarbij de eisende partij [naam bv] tegen de verzoeker stond. Tijdens deze zitting werd een proces verbaal opgemaakt, dat door beide partijen is ondertekend. Op 1 maart 2024 diende de verzoeker een wrakingsverzoek in, gevolgd door een aanvulling op 4 maart 2024.

De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, de wrakingskamer heeft ook geoordeeld dat wraking niet mogelijk is nadat de zaak is beëindigd. Aangezien de onderliggende zaak op 29 februari 2024 na een minnelijke schikking is afgesloten, kon de verzoeker niet meer in zijn wrakingsverzoek worden ontvangen. De wrakingskamer heeft daarom besloten om het verzoek tot wraking niet ontvankelijk te verklaren, zonder verdere behandeling ter zitting, conform het Wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht, wrakingskamer
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/328226/ HA RK 24/48
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken
op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
dat strekt tot wraking van mr. A.P.A. Bisscheroux, rechter in de rechtbank Limburg, hierna: de rechter.

1.De procedure

Op 29 februari 2024 heeft ter zitting van deze rechtbank de mondelinge behandeling plaatsgevonden van de zaak van [naam bv] als eisende partij tegen
[verzoeker] als gedaagde partij in de zaak met nummer 10748267 CV EXPLO 23-4399.
Van deze zitting is een proces verbaal opgemaakt, ondertekend door beide partijen.
Op 1 maart 2024 is ter griffie een bericht ontvangen van verzoeker, inhoudende een verzoek tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 10748267 CV EXPLO 23-4399.
Op 4 maart 2024 is ter griffie een aanvulling en verbetering van het verzoek ontvangen van verzoeker.

2.De beoordeling

Ingevolge artikel 36 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Wraking is echter niet mogelijk nadat een zaak is beëindigd (vergelijk het arrest van de Hoge Raad van 18 december 1998, 271). Volgens het proces verbaal van de zitting is de zaak ter zitting op 29 februari 2024 na een minnelijke schikking tot een einde gekomen. Het middel wraking staat verzoeker dus niet meer ter beschikking. Om die reden kan hij niet in zijn verzoek worden ontvangen.
Gelet op het bepaalde in artikel 4, tweede lid, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol rechtbank Limburg zal de wrakingskamer dit beslissen zonder behandeling ter zitting.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
- verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. M.J.A.G. van Baal en
mr. H.E.G. Peters, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2024. [1]
De griffier is verhinderd deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.MJ