Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
- de heer [executeur 1] , geboren te [plaatsnaam] [notaris] op [geboortedatum] 1979, en
- de heer [executeur 2] , geboren te [plaatsnaam] op [geboortedatum] 1965.
Rechtbank Limburg
Op 7 maart 2024 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven in een zaak betreffende de beloning van een executeur. De Stichting, die als executeur is aangesteld, verzocht om vaststelling van haar beloning, omdat het testament van de overledene geen regeling omtrent de beloning bevatte. De overledene, de heer [overledene], was op 5 december 2023 overleden en had in zijn testament, verleden op 1 december 2023, de Stichting als executeur benoemd, nadat de oorspronkelijke executeurs, de heren [executeur 1] en [executeur 2], de Stichting in hun plaats hadden gesteld.
De Stichting stelde dat zij haar beloning wilde baseren op een uurtarief van € 230,00 exclusief btw, met 6% dossierkosten, en dat de voormalige executeurs hiermee hadden ingestemd. De kantonrechter oordeelde dat, gezien de omstandigheden, er sprake was van een onvoorziene situatie die een wijziging van de beloning rechtvaardigde. De kantonrechter wees erop dat de overledene in zijn testament had bepaald dat de executeur geen recht had op loon, maar dat de wijziging van de beloning gerechtvaardigd was door de indeplaatsstelling van de Stichting als professionele executeur.
De kantonrechter besloot dat de Stichting recht had op een beloning van € 230,00 exclusief btw per uur, met 6% dossierkosten, en bepaalde dat er geen mondelinge behandeling nodig was. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. T. Dohmen.