ECLI:NL:RBLIM:2024:1068

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 maart 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
10926817 \ EZ VERZ 24-41
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging beloning executeur op grond van onvoorziene omstandigheden

Op 7 maart 2024 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven in een zaak betreffende de beloning van een executeur. De Stichting, die als executeur is aangesteld, verzocht om vaststelling van haar beloning, omdat het testament van de overledene geen regeling omtrent de beloning bevatte. De overledene, de heer [overledene], was op 5 december 2023 overleden en had in zijn testament, verleden op 1 december 2023, de Stichting als executeur benoemd, nadat de oorspronkelijke executeurs, de heren [executeur 1] en [executeur 2], de Stichting in hun plaats hadden gesteld.

De Stichting stelde dat zij haar beloning wilde baseren op een uurtarief van € 230,00 exclusief btw, met 6% dossierkosten, en dat de voormalige executeurs hiermee hadden ingestemd. De kantonrechter oordeelde dat, gezien de omstandigheden, er sprake was van een onvoorziene situatie die een wijziging van de beloning rechtvaardigde. De kantonrechter wees erop dat de overledene in zijn testament had bepaald dat de executeur geen recht had op loon, maar dat de wijziging van de beloning gerechtvaardigd was door de indeplaatsstelling van de Stichting als professionele executeur.

De kantonrechter besloot dat de Stichting recht had op een beloning van € 230,00 exclusief btw per uur, met 6% dossierkosten, en bepaalde dat er geen mondelinge behandeling nodig was. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. T. Dohmen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 10926817 \ EZ VERZ 24-41
Beschikking erfrecht van de kantonrechter van 7 maart 2024.
op een verzoek van:
[verzoeker], gevestigd te [postcode] [plaatsnaam] , [gemeente] , [adres] ,
verzoekster,
hierna te noemen: de Stichting,
gemachtigde: mr. G.H.M. van Kan.

1.De procedure

1.1.
Op 7 februari 2024 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift met bijlagen van de Stichting, waarbij zij verzoekt om de beloning voor haar als executeur vast te stellen.
1.2.
De kantonrechter heeft vervolgens beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 5 december 2023 is te Stein overleden de heer [overledene] , geboren te [plaatsnaam] op [geboortedatum] 1963. Het laatste woonadres van erflater was: [adres] , [postcode] [plaatsnaam] .
2.2.
Bij testament verleden op 1 december 2023 voor [notaris] , notaris te [plaatsnaam] , heeft erflater tot executeur benoemd:
  • de heer [executeur 1] , geboren te [plaatsnaam] [notaris] op [geboortedatum] 1979, en
  • de heer [executeur 2] , geboren te [plaatsnaam] op [geboortedatum] 1965.
Beiden hebben verklaard hun benoeming te aanvaarden.
2.3.
Op 13 december 2023 hebben beide executeurs de Stichting als executeur in hun plaats gesteld. Dit blijkt uit de op die datum opgemaakte en aan het verzoekschrift gehechte ‘Akte in de plaats stelling executeur’.

3.De beoordeling

3.1.
De Stichting heeft ter onderbouwing van haar verzoek aangevoerd dat de uiterste wil van erflater geen regeling omtrent de beloning van de executeur bevat. De Stichting verzoekt daarom op grond van artikel 4:144 lid 3 jo. 4:159 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) haar beloning vast te stellen op basis van het door de Stichting gehanteerde uurtarief dat zij in rekening brengt voor de afwikkeling van nalatenschappen.
3.2.
De kantonrechter leidt uit de overgelegde ‘Akte in de plaats stelling executeur’ af dat de Stichting voor haar werkzaamheden een uurtarief van € 230,00 exclusief btw per uur en 6% dossierkosten exclusief btw (met een minimum van € 50,00) in rekening wenst te brengen. Beide voormalige executeurs hebben blijkens diezelfde akte daarmee ingestemd.
Verder blijkt uit het bij verzoekschrift eveneens overgelegde testament dat erflater in zijn testament heeft bepaald dat de executeur in afwijking van de wettelijke regeling geen recht heeft op loon.
3.3.
Op de beloning van de executeur is, gelet op het bepaalde in artikel 4:144 BW, artikel 4:159 lid 3 BW van overeenkomstige toepassing. Daarin is onder meer bepaald dat de kantonrechter op grond van onvoorziene omstandigheden hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek (…), voor bepaalde of onbepaalde tijd, de beloning anders kan regelen dan bij uiterste wil of de wet is aangegeven. Vast staat dat erflater bij testament heeft bepaald dat de executeur geen loon toekomt. Aannemelijk is dat erflater bij het vastleggen van die bepaling er in beginsel vanuit is gegaan dat de door hem benoemde executeurs, tevens erfgenamen, als executeurs zouden blijven fungeren. De Stichting doet, zo begrijpt de kantonrechter, een beroep op een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 4:159 lid 3 BW. Naar het oordeel van de kantonrechter is door de indeplaatsstelling van de executeurs/erfgenamen door de Stichting als professionele executeur, sprake van een onvoorziene omstandigheid die een wijziging van de beloning rechtvaardigt. Het door de Stichting gehanteerde tarief komt de kantonrechter redelijk voor. Het verzoek van de Stichting zal dan ook worden ingewilligd.
3.4.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om een mondelinge behandeling te gelasten.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
bepaalt dat de Stichting als executeur loon toekomt tegen een tarief van € 230,00 exclusief btw per uur en 6% dossierkosten exclusief btw (met een minimum van
€ 50,00).
Aldus gegeven door mr. T. Dohmen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.
type: em