ECLI:NL:RBLIM:2024:1062
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.E.M. Hendriks
- D.J.E. Hamers-Aerts
- J. Trifunović
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor medeplichtigheid bij woningoverval in Kerkrade
Op 6 maart 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan een woningoverval die op 3 december 2021 plaatsvond in Kerkrade. De verdachte, geboren in 1980, werd bijgestaan door haar advocaat mr. G.L.P. Biesmans. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 21 februari 2024, waarbij de verdachte en haar raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie beschuldigde de verdachte ervan medeplichtig te zijn geweest aan de woningoverval door een bivakmuts en een rode pruik aan te schaffen en ter beschikking te stellen aan de medeverdachten. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer behandeld, maar deze werd niet ontvankelijk verklaard omdat de verdachte werd vrijgesproken.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de medeplichtigheid van de verdachte. Hoewel de verdachte aanwezig was bij de aankoop van de bivakmuts en de pruik, was er geen bewijs dat zij op de hoogte was van de plannen voor de woningoverval. De rechtbank benadrukte dat voor medeplichtigheid niet alleen een bijdrage aan het misdrijf vereist is, maar ook opzet op het strafbare feit zelf. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet voldoende wetenschap had van de woningoverval en sprak haar vrij van de tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, werd in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit.