Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 29 oktober 2024 ter gelegenheid waarvan zijdens Lema spreekaantekeningen zijn overgelegd.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert LEMA WEERT B.V. de ontruiming van een onroerende zaak die in het verleden door gedaagden [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] werd gebruikt. De kwestie draait om de vraag of er sprake is van huur of hoevepacht. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een huurovereenkomst die op 27 maart 2024 is geëindigd. Gedaagden hebben de onroerende zaak na deze datum zonder recht of titel in gebruik gehouden. De voorzieningenrechter wijst de vordering tot ontruiming toe, maar bepaalt dat de ontruimingstermijn twee weken bedraagt. Tevens wordt een dwangsom van € 250,00 per dag opgelegd voor het geval gedaagden in gebreke blijven. De vordering tot betaling van een gebruiksvergoeding wordt afgewezen, evenals de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten. De proceskosten worden toegewezen aan LEMA WEERT B.V. en gedaagden worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van deze kosten.