Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de akte overlegging producties 21 t/m 27 van 21 augustus 2024 van [gedaagde]
- de akte overlegging producties 28 en 29 van 26 augustus 2024 van [gedaagde]
- de akte vermeerdering van eis in reconventie
2.De feiten
3.Het geschil
- tot betaling aan [eiser] van de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 903,56;
- tot betaling van de wettelijke rente over de hoogte van de bankgarantie van € 12.856,27 vanaf 25 oktober 2022, zijnde de dag waarop [eiser] de notaris heeft verzocht om vrijgave van de bankgarantie tot aan de dag der algehele voldoening;
- tot betaling van de kosten van dit geding, salaris van gemachtigde inbegrepen.
4.De beoordeling
nietheeft geprotesteerd door [eiser] moeten worden hersteld. [eiser] heeft onbetwist gesteld dat zij dit ook heeft gedaan. Ten aanzien van de punten waartegen [eiser]
welheeft geprotesteerd en waarvan [gedaagde] nakoming althans vervangende schadevergoeding vordert zal de rechtbank moeten beoordelen of sprake is van een gebrek.
nietheeft geprotesteerd door [eiser] moeten worden hersteld. [eiser] heeft onbetwist gesteld dat zij dit ook heeft gedaan. Ten aanzien van de punten waartegen [eiser]
welheeft geprotesteerd en waarvan [gedaagde] nakoming althans vervangende schadevergoeding vordert zal de rechtbank moeten beoordelen of sprake is van een gebrek. Het gaat volgens [gedaagde] nog om de volgende punten (randnummer 24 van de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie):