ECLI:NL:RBLIM:2024:102
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het belanghebbende-begrip in bestuursrechtelijke handhavingsverzoeken
Op 10 januari 2024 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gennep. De eiser had verzocht om handhaving tegen illegale activiteiten op twee locaties in zijn gemeente, maar het college had hem niet als belanghebbende aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de eiser, gezien de afstand van meer dan 1 kilometer tussen zijn woning en de locaties, geen belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank volgde de argumenten van de eiser niet, die stelde dat het belanghebbende-begrip ruimer moest worden geïnterpreteerd. De rechtbank concludeerde dat de brieven van de eiser niet als handhavingsverzoeken konden worden aangemerkt, waardoor het bezwaar van de eiser kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van de eiser af, zonder hem in de gelegenheid te stellen om zijn bezwaren mondeling toe te lichten. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van het belanghebbende-begrip in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor eiser om aan te tonen dat hij rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van de activiteiten waarvoor handhaving wordt verzocht.