ECLI:NL:RBLIM:2024:10115

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 december 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
11325857 AZ VERZ 24-82
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren en toekenning transitievergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 19 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Accenture B.V. en een werkneemster, hierna te noemen [verweerster]. Accenture heeft verzocht om ontbinding op grond van disfunctioneren van de werkneemster, die sinds 1 oktober 2019 in dienst was. Ondanks meerdere verbetertrajecten en aangeboden hulp, heeft de werkneemster onvoldoende verbetering laten zien in haar functioneren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkneemster niet voldeed aan de kerncompetenties van haar functie en dat er geen herplaatsingsmogelijkheden waren. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een redelijke en voldragen grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, en heeft deze ontbonden met ingang van 1 februari 2025. Tevens is aan de werkneemster een transitievergoeding toegekend, omdat er geen ernstig verwijtbaar handelen aan haar kant was vastgesteld. De proceskosten zijn voor rekening van de werkneemster, die ongelijk heeft gekregen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer / rekestnummer: 11325857 \ AZ VERZ 24-82
Beschikking van19 december 2024
in de zaak van
ACCENTURE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Accenture,
gemachtigde: mr. M.J.H. Schipper en mr. E.J. van Zadelhof,
tegen
[verweerster],
wonend te [woonplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerster] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen 1 tot en met 35
- de door Accenture overgelegde aanvullende bijlagen 36 tot en met 38
- de mondelinge behandeling van 5 december 2024, waarvan door griffier aantekeningen zijn bijgehouden.

2.De feiten

2.1.
Accenture is een internationaal organisatieadviesbureau dat diensten in verschillende industrie- en bedrijfstakken aanbiedt voor management, technologie en outsourcing.
2.2.
[verweerster] , geboren op [geboortedatum] 1985, is sinds 1 oktober 2019, aanvankelijk op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en sinds 1 oktober 2020 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, in dienst bij Accenture in de functie van Project Control Services Analyst (career level 11) tegen een loon van € 2.131,06 bruto per maand exclusief 8% vakantiebijslag.
2.3.
In september 2021 is er een wijziging in haar privé-situatie opgetreden (echtscheiding).
2.4.
In december 2021 verleende [verweerster] al twee jaar PMO-support (Project Management Ondersteuning) voor het ASML account onder senior collega [naam collega] . Omdat van een PMO-analyst wordt verwacht dat deze na twee jaar taken steeds zelfstandiger oppakt, kreeg [verweerster] meer verantwoordelijkheden over een aantal ASML contacten. Geconstateerd werd dat [verweerster] moeite had met de processen en werkwijzen en besloten werd dat [naam collega] [verweerster] meer zou gaan coachen in haar rol, in de hoop op verbetering.
2.5.
In het voorjaar van 2022 is [verweerster] van het ASML account afgehaald, vanwege het expliciete verzoek daartoe van ASML (kwaliteit van haar werk was afgenomen) en haar privésituatie (echtscheiding). Besloten is haar tijdelijk in een rol te plaatsen met minder hoge volumes, deadlines en verantwoordelijkheden en waarbinnen het makkelijker was om verlof op te nemen als dat gelet op haar privésituatie nodig was. Accenture heeft [verweerster] meerdere keren geadviseerd om af en toe (maximaal 4 uur per week) verlof op te nemen en dit op “illness” te schrijven. [verweerster] heeft van dit aanbod geen gebruik gemaakt.
2.6.
In maart 2022 vond de mid-year review plaats met als uitkomst “improve performance – create performance plan. In dat kader werd bevestigd dat was besloten om de meer aansturende taken die [verweerster] had gekregen terug te brengen omdat zij het werk nog niet voldoende onder controle had. Met name de communicatie en terugkoppeling vanuit [verweerster] waren onvoldoende.
2.7.
Vervolgens werd [verweerster] vanaf mei 2022 ingezet op het [naam] portfolio. In de zomer van 2022 is [verweerster] hiervan afgehaald wegens het gebrek aan de juiste communicatie- en stakeholdermanagementvaardigheden. Tijdens de zomerperiode van 2022 heeft [verweerster] niet op een project gewerkt en is haar de ruimte geboden en de tijd gegeven om met haar privé-situatie te leren omgaan.
2.8.
Na de zomer van 2022 is [verweerster] kortstondig ingezet binnen het Financial Services Insurance portfolio en vervolgens op het Financial Services Benelux portfolio.
2.9.
Omdat er vanuit vier verschillende portfolio’s door verschillende collega’s werd aangegeven dat het werk van [verweerster] ondermaats was, en Accenture anderhalf jaar getracht heeft [verweerster] te ondersteunen en meer ruimte te bieden, maar verbetering uitbleef, is op 6 december 2022 gesproken over een verbetertraject en een voorstel voor een vaststellingsovereenkomst gedaan.
2.10.
In het e-mailbericht van de heer [naam leidinggevende] , leidinggevende van [verweerster] , van 14 december 2022 staat voor zover relevant (bijlage 10 verzoekschrift):
“(…) de feedback en verbeterpunten weliswaar versterkt werden in de periode waarin de privésituatie van [verweerster] opspeelde, maar dat deze punten ook hiervoor al meermaals ter sprake zijn gebracht (…)”
2.11.
Op 18 januari 2023 heeft een eerste verbetertraject plaatsgevonden voor de duur van drie maanden (bijlage 11 verzoekschrift). Volgens het daarvoor opgestelde verbeterplan is verbetering nodig op het gebied van foutloos en nauwkeurig werken, zelfstandig werken en verwachtingsmanagement, professionele en effectieve communicatie en stakeholder management en inlevingsvermogen. Er heeft een tussenevaluatie plaatsgevonden. Op 4 mei 2023 is geconcludeerd dat er nog aandachtspunten zijn maar dat het verbetertraject met een positief resultaat wordt afgerond.
2.12.
Vervolgens zijn er weer zorgen geuit over het functioneren van [verweerster] . Op 19 oktober 2023 is [verweerster] de mogelijkheid van coaching aangeboden. [verweerster] is op dit aanbod niet ingegaan.
2.13.
Op 29 november 2023 is een tweede verbetertraject voor de duur van drie maanden gestart (bijlage 20 verzoekschrift). [verweerster] is begonnen op de CPMO-rol, maar vanwege een reorganisatie is deze functie per 1 januari 2024 binnen CPMO komen te vervallen en heeft [verweerster] het verbetertraject voortgezet in Delivery PMO (DPMO) taken binnen de Song-practice. De verbetering moest zich met name richten op communicatie richting account stakeholders, focus houden en prioritering van taken en zelfstandig werken. Tussentijds is door Accenture nogmaals een traject met een psycholoog/coach aangeboden, waarvan [verweerster] wederom geen gebruik heeft gemaakt. Op 5 februari 2024 vond een tussentijdse evaluatie plaats en op 29 februari 2024 vond een definitieve beoordeling plaats. De conclusie was dat het traject met een negatieve beoordeling wordt afgerond, vanwege het niet nakomen van (veelal basale) afspraken, een gebrek aan welwillendheid om te verbeteren en weinig getoonde ambitie om de schouders eronder te zetten.
2.14.
[naam leidinggevende] heeft de eindevaluatie met [verweerster] besproken. [verweerster] herkent zich in de verbeterpunten en bevindingen, maar wijt dat aan haar privésituatie. [naam leidinggevende] deelt haar bij e-mailbericht van 29 februari 2024 mee (bijlage 24 verzoekschrift):
“(…) Sinds je persoonlijke situatie speelt (2021), hebben we meerdere malen geprobeerd je tegemoet te komen in hoeverre dat voor ons als werkgever mogelijk was. Tussentijds aangeboden faciliteiten/hulp, zoals bepaalde uren per week op other approved absences mogen te schrijven of een intern coachingstraject, heb je echter meermaals afgewezen.
2.15.
Na een aantal gesprekken en de toezegging van [verweerster] dat ze zich zou inzetten, is besloten om op 25 maart 2024 een derde en laatste verbetertraject in te zetten (bijlage 26 verzoekschrift). In het kader van dit traject is [verweerster] wederom gewezen op ondersteuning
- in de vorm van coaching - die zij kon krijgen. [verweerster] heeft hier wederom geen gebruik van gemaakt. Het betroffen dezelfde verbeterpunten als in het tweede verbetertraject. Accenture wenste binnen zes weken verbetering te zien, waarna het traject tot een totale duur van drie maanden zou worden verlengd. Indien er geen verbetering zou optreden, zou het verbetertraject voortijdig beëindigd worden en zou Accenture zich genoodzaakt zien verdere maatregelen te nemen.
2.16.
Accenture heeft op verzoek van [verweerster] in april 2024 een afspraak voor haar bij de bedrijfsarts gemaakt. [verweerster] is niet op deze afspraak verschenen.
2.17.
Op 7 mei 2024 heeft een tussenevaluatie plaatsgevonden met als conclusie dat er geen verbetering op alle drie de verbeterpunten is geconstateerd en [verweerster] de gemaakte afspraken niet is nagekomen. Omdat er binnen zes weken geen verbetering is opgetreden, heeft Accenture het verbetertraject beëindigd en [verweerster] uitgenodigd voor een gesprek om de consequenties te bespreken.
2.18.
Op 23 mei 2024 heeft Accenture [verweerster] een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst gedaan, maar een reactie van de zijde van [verweerster] daarop is uitgebleven.
2.19.
Op 7 juni 2024 heeft Accenture [verweerster] nogmaals hierover benaderd, maar ook toen is een reactie uitgebleven.
2.20.
Op 21 juni 2024 en 22 augustus 2024 heeft (de gemachtigde van) Accenture [verweerster] geïnformeerd dat er een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter zal worden ingediend.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Accenture verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 onderdeel a BW in verbinding met artikel 7:669 lid 3 onderdeel d, g of i BW met toekenning van een transitievergoeding.
3.2.
Accenture heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat sprake is van - kort gezegd - primair disfunctioneren, subsidiair een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en meer subsidiair een combinatie van omstandigheden genoemd in voornoemde gronden (i-grond) die zodanig zijn dat van haar redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
3.3.
[verweerster] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden op grond van een voldragen ontslaggrond (ongeschiktheid voor de functie dan wel duurzaam verstoorde arbeidsverhouding) dan wel een combinatie van deze twee ontslaggronden. De kantonrechter stelt vast dat voorliggend verzoek geen verband houdt met enig opzegverbod.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden, indien daar een redelijke en voldragen grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In artikel 7:669 lid 3 BW is nader omschreven wat onder een redelijke grond moet worden verstaan.
d-grond: disfunctioneren
4.3.
Bij de beoordeling van de vraag of een werknemer ongeschikt is voor de betreffende functie gaat het erom (a) dat vaststaat dat werknemer ongeschikt is voor de functie, maar ook dat werkgever (b) werknemer tijdig in kennis heeft gesteld van het onvoldoende functioneren, (c) werknemer voldoende in de gelegenheid heeft gesteld het functioneren te verbeteren en (d) de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende zorg voor scholing of de arbeidsomstandigheden van werknemer.
4.4.
[verweerster] voldoet al meerdere jaren niet aan verschillende kerncompetenties die zijn verbonden aan de uitvoering van haar functie. [verweerster] is tijdig in kennis gesteld van de visie van Accenture omtrent haar disfunctioneren. Vaststaat immers (als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken) dat Accenture sinds 2021, maar ook al voor de echtscheiding van [verweerster] (r.o. 2.10.) bij [verweerster] ter sprake heeft gebracht dat zij bepaalde aspecten van haar functioneren zou moeten verbeteren. Aanleiding voor die opmerkingen waren signalen vanuit de diverse portfolio’s en de collega’s van [verweerster] .
4.5.
De kantonrechter is verder van oordeel dat [verweerster] voldoende in de gelegenheid is gesteld en begeleid om haar functioneren te verbeteren, alsmede dat de aangeboden hulp voldoende is geweest. Accenture heeft immers getracht het functioneren van [verweerster] te verbeteren door middel van het doorlopen van meerdere, te weten drie, (aansluitende) verbetertrajecten. Inmiddels zijn we drie jaar verder. Ondanks de vele tussen partijen gevoerde gesprekken, de door Accenture aangeboden intensieve begeleiding en de herhaaldelijk gegeven waarschuwingen - de aankondiging dat het uitblijven van de noodzakelijke verbeteringen zou leiden tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst - heeft [verweerster] onvoldoende verbetering in haar functioneren laten zien. De geboden verbeterkansen hebben niet tot het gewenste resultaat geleid. Accenture heeft daarbij meer dan voldoende oog gehad voor de privésituatie van [verweerster] . Accenture heeft [verweerster] meermaals aangeboden om verlof op te nemen of uren op ziekte te schrijven zodat zij tijd en ruimte overhield om met haar privésituatie te kunnen omgaan, alsmede coaching aangeboden. Van al deze handreikingen heeft [verweerster] geen gebruik gemaakt. Ook heeft Accenture een afspraak voor [verweerster] gepland bij de bedrijfsarts, waar [verweerster] niet is verschenen. Voor zover [verweerster] de uitnodiging daarvoor niet heeft ontvangen, had het op haar weg gelegen zich pro-actiever op te stellen. Daarenboven geldt dat de bedrijfsarts getracht heeft contact met haar op te nemen.
4.6.
Dat het disfunctioneren van [verweerster] het gevolg is van onvoldoende scholing of het gevolg is van ziekte of gebreken, is gesteld noch gebleken. [verweerster] heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling gesteld dat zij volgens de huisarts een burn-out heeft en rust nodig heeft, maar zij heeft zich, ondanks daarop meermaals te zijn gewezen door Accenture en de huisarts, niet ziekgemeld waardoor ook niet door een bedrijfsarts of UWV onderzocht heeft kunnen worden of ze arbeidsongeschikt is. Op de mondelinge behandeling heeft [verweerster] desgevraagd verklaard dat ze zich in staat voelt om haar werk te doen. Accenture heeft meerdere malen hulp aangeboden, maar [verweerster] wijst dit steeds af en stelt dat ze er vertrouwen in heeft dat het wel goed komt. [verweerster] heeft de aangeboden kansen niet met beide handen aangegrepen.
4.7.
Er bestaan geen mogelijkheden om [verweerster] te herplaatsen. Daartoe heeft Accenture een uitvoerig herplaatsingsonderzoek gedaan (bijlage 35 verzoekschrift), hetgeen door [verweerster] niet is weersproken. De bij Accenture thans - na de reorganisatie - bestaande functies bevinden zich allemaal op een hoger niveau dan de ondersteunende functies waarbinnen [verweerster] onvoldoende functioneerde en die thans niet meer voorhanden zijn omdat deze door de reorganisatie zijn komen te vervallen.
4.8.
Samenvattend komt de kantonrechter tot het oordeel dat sprake is van een redelijke en voldragen grond voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, gelegen in de ongeschiktheid van [verweerster] voor het verrichten van de bedongen arbeid als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub d BW. Het verzoek zal dan ook op die grond worden toegewezen. Nu niet gebleken is dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 8 onderdeel a BW ontbinden met ingang van 1 februari 2025. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van de procedure, met dien verstande dat een termijn van ten minste een maand resteert.
4.9.
Nu het verzoek op de primaire grondslag wordt toegewezen behoeft de (meer) subsidiair aangevoerde grondslagen, te weten de gestelde verstoorde arbeidsverhouding en de combinatie van de ontslaggronden ongeschiktheid voor de functie en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, geen beoordeling meer.
Transitievergoeding
4.10.
Het is de kantonrechter niet gebleken dat [verweerster] ter zake van het disfunctioneren een ernstig verwijt valt te maken. Nu aan de voorwaarden van artikel 7:673 lid 1 sub a BW is voldaan zal aan [verweerster] de transitievergoeding worden toegekend. [verweerster] heeft niet weersproken dat de transitievergoeding moet worden berekend op basis van het onder 8.1. van het verzoekschrift genoemde salaris van € 2.493,34 bruto per maand (€ 2.131,06 vermeerderd met 8% vakantiebijslag en dertiende maand). De kantonrechter laat het aan partijen zelf over om op basis daarvan de door Accenture aan [verweerster] verschuldigde transitievergoeding uit te rekenen, uitgaand van indiensttreding op 1 oktober 2019 en uitdiensttreding per 1 februari 2025.
Proceskosten
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van [verweerster] , omdat [verweerster] ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van Accenture worden begroot op € 130,00 griffierecht en € 814,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 februari 2025,
5.2.
veroordeelt Accenture om aan [verweerster] de transitievergoeding te betalen overeenkomstig het bepaalde onder r.o. 4.10. van deze beschikking,
5.3.
veroordeelt [verweerster] tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van Accenture tot heden zijn bepaald op € 944,00,
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad [1] .
Deze beschikking is gegeven door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2024.
CJ

Voetnoten

1.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.