ECLI:NL:RBLIM:2024:10110

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
C/03/335110 / HA ZA 24-451
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak naar de kamer voor kantonzaken

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 4 december 2024 een vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/03/335110 / HA ZA 24-451. De rechtbank heeft eerder op 6 november 2024 een rolbeslissing genomen waarin partijen de gelegenheid werd geboden om zich uit te laten over de vraag of de vorderingen het bedrag van € 25.000,00 niet te boven gaan. Beide partijen hebben aangegeven dat zij instemmen met het voornemen van de rechtbank om de zaak te verwijzen naar de kamer voor kantonzaken. De rechtbank heeft, in overeenstemming met artikel 93 aanhef en onder a en b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), besloten de zaak in de huidige staat te verwijzen naar de kamer voor kantonzaken. Dit houdt in dat de zaak zal worden behandeld door een andere kamer binnen de rechtbank die bevoegd is om dit soort geschillen te behandelen. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij in de verdere procedure niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen, maar ook persoonlijk of door een gemachtigde kunnen verschijnen. Tevens is aangegeven dat het griffierecht zal worden verlaagd en dat eventueel teveel betaald griffierecht zal worden teruggestort door de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/335110 / HA ZA 24-451
Vonnis (bij vervroeging) van 4 december 2024
in de zaak van
[eiser],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. E.M.G. van Nuenen-Meulesteen,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. S.L. Smits-Emons.
Partijen zullen hierna eiser en gedaagde genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 6 november 2024
  • de akte uitlating aan de zijde van Soetens
  • de akte uitlating aan de zijde van Theunissen.
1.2.
Vervolgens is de zaak naar de rol verwezen van vandaag voor vonnis.

2.De beoordeling

2.1.
Bij rolbeslissing van 6 november 2024 heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of sprake is van vorderingen die het bedrag van € 25.000,00 niet te boven gaan en dus over de vraag of de kamer voor andere zaken dan kantonzaken bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
2.2.
Beide partijen kunnen zich verenigen met het voornemen om de zaak te verwijzen naar de kamer voor kantonzaken.
2.3.
De rechtbank zal de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 93 aanhef en onder a en b Rv, in de staat en stand waarin deze zich bevindt, verwijzen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank, locatie Maastricht, op
woensdag 18 december 2024 om 10.00 uurvoor conclusie van antwoord,
3.2.
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,
3.3.
wijst partijen erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge
art. 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH