ECLI:NL:RBLIM:2024:10099

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
2 januari 2025
Zaaknummer
C/03/309223 / HA ZA 22-409
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over bewijslevering in erfrechtelijke zaak met betrekking tot de nalatenschap van erflater

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een erfrechtelijke kwestie waarin eiseres in conventie, verweerster in reconventie, vorderingen heeft ingesteld tegen gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1, met betrekking tot de nalatenschap van erflater. De rechtbank heeft op 4 december 2024 een tussenuitspraak gedaan na een bewijslevering. Eiseres in conventie heeft gesteld dat erflater vijf enveloppen met elk € 5.000,00 in een geldkistje in zijn woning had bewaard, welke door gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1, zouden zijn weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in conventie niet is geslaagd in de bewijsopdracht. De getuigenverklaringen waren onvoldoende om aan te tonen dat de enveloppen daadwerkelijk bestonden en dat gedaagde deze had weggenomen. De rechtbank heeft de bewijslevering beoordeeld en geconcludeerd dat de verklaringen van de getuigen niet voldoende betrouwbaar waren om de vorderingen van eiseres in conventie te onderbouwen. De rechtbank heeft ook de omvang van de nalatenschap vastgesteld op € 10.750,11 en de verdeling van de nalatenschap geregeld. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De vorderingen in reconventie zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/309223 / HA ZA 22-409
Vonnis van 4 december 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
advocaat: mr. V.H.A. Griffioen te Sittard,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] .
advocaat: mr. N.M.F. Statnik te Sittard,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
niet verschenen,
hierna te noemen: [gedaagde sub 2] ,
gedaagde,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
niet verschenen,
hierna te noemen: [gedaagde sub 3] ,
gedaagde,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats 2] ,
niet verschenen,
hierna te noemen: [gedaagde sub 4] ,
gedaagde,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 september 2023,
- de akte uitlating betreffende getuigenverhoor van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
- de akte van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met productie 34,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 27 maart 2024,
- de conclusie na enquête van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
- de antwoordconclusie na enquête van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het tussenvonnis en de bewijslevering

2.1.
De rechtbank blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 27 september 2023. In dat tussenvonnis is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de gelegenheid gesteld te bewijzen de feiten en omstandigheden waaruit blijkt:
  • dat erflater in zijn woning vijf enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 in een geldkistje in de kast onder de televisie bewaarde, en
  • dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de vijf enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 heeft weggenomen uit de woning van erflater.
2.2.
In het kader van haar bewijsopdracht heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bankafschriften als productie 34 overgelegd en, in enquête, mevrouw [getuige 1] en de heer [getuige 2] , als getuigen laten horen.
2.3.
Bij de waardering van de getuigenverklaringen en het schriftelijke bewijsstuk stelt de rechtbank het volgende voorop. Om te slagen in de bewijsopdracht hoeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet met absolute zekerheid feiten en omstandigheden te bewijzen, waaruit volgt dat erflater in zijn woning vijf enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 in een geldkistje in de kast onder de televisie bewaarde en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] deze enveloppen heeft weggenomen uit de woning. Het gaat erom dat deze feiten en omstandigheden in voldoende mate aannemelijk zijn geworden op grond van de voorhanden bewijsmiddelen.
Het schriftelijke bewijsstuk
2.4.
Het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingebrachte schriftelijke bewijsstuk bestaat uit bankafschriften van erflater over de periode van één jaar voorafgaand aan zijn overlijden. Uit die bankafschriften blijkt volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat erflater maandelijks grote bedragen contant geld opnam, terwijl hij de huishoudelijke uitgaven per pin betaalde. Het is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aannemelijk dat hij het contant geld spaarde en in huis bewaarde ten tijde van zijn overlijden. Op basis van de bankafschriften heeft erflater - naar mening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] – in het jaar voorafgaand aan zijn overlijden een bedrag van € 5.050,- opgenomen.
De getuigenverklaringen
2.5.
Op 27 maart 2024 heeft de rechtbank als getuigen achtereenvolgens gehoord:
[getuige 1] (hierna: “ [getuige 1] ”) en [getuige 2] (hierna: “ [getuige 2] ”).
2.6.
[getuige 1] heeft als getuige onder meer het volgende verklaard:

(…)
Ik blijf bij de inhoud van de verklaring, zoals ik die heb afgelegd bij de notaris.
(…)
Ik was op zaterdag de 15e, ik denk van de maand februari, bij de heer [erflater] ( [erflater] ), mijn vriend en partner.
(…)
Hij vroeg toen aan mij: [getuige 1] , ik wil kaarten. We hebben twee potjes gespeeld en daarna vroeg hij aan mij: [getuige 1] wil je wat voor mij doen? Ga naar de televisiekast en maak het deurtje open. Ik zag dat er een roestvrij stalen kistje stond. Ik was verbaasd, want het zat helemaal vol geld. Ik vroeg: [erflater] , hoe kom je daaraan? En hij antwoordde dat hij vanaf zijn 65e iedere maand geld gespaard had en dat hij het niet op de bank wilde zetten. In het kistje zat geld en er zaten 5 enveloppen in. Ik weet niet wat er in de enveloppen zat.
(…)
In de ochtend stond [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] voor de deur. Ze gooide het kruisje op tafel. Ze zei tegen mij: je moet me de sleutel van [erflater] ’s flat geven. Ik zei tegen haar dat ze die zelf had, maar zij antwoordde: ik ben hem kwijt. Ik heb haar de sleutel niet gegeven, maar naar haar toe gegooid. Ik heb daarna gezien dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] met haar dochter vroeg in de ochtend uit de flat van [erflater] kwam.
(…)
Ik had het geldkistje nooit eerder gezien.
(…)
In het geldkistje heb ik nieuwe briefjes van €50 gezien. [erflater] wisselde geldbriefjes met mij. Ik gaf mijn kinderen vakantiegeld en haalde dan €2.500 van de bank. [erflater] wilde nieuwe briefjes hebben en ruilde die dan met mij. Hij gaf mij dan daarvoor oude briefjes terug. Ik heb geen idee over hoeveel geld er in het geldkistje zat. Ik denk wel heel veel, want ik was echt geschrokken van de hoeveelheid. Het was een behoorlijke stapel. Alleen ik en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] hadden een sleutel van de flat van [erflater] .
(…)
Het geldkistje is een roestvrij stalen geldkistje met een afmeting van naar ik schat 30 cm breed en 25 cm hoog. Het geldkistje stond al open, toen ik het in het televisiekastje zag staan. Het ging niet meer dicht.
(…)
[erflater] heeft nooit tegen mij gezegd dat voorkomen moest worden dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de enveloppen zou wegnemen, hij heeft gezegd: het is voor de kinderen.
(…)
2.7.
[getuige 2] heeft als getuige onder meer het volgende verklaard:

(…)
Ik weet dat het over [erflater] gaat. Hij heeft mij de dag voordat hij stierf gebeld. Hij zei tegen mij dat er in het kastje onder de tv een kistje met geld, met 5 enveloppen, stond. Ik moest dat weg gaan halen. De rest zou zich vanzelf wijzen. Ik denk dat hij daarmee bedoelde dat er wellicht namen op die enveloppen stonden. Ik heb geantwoord: dat komt wel. Ik ben het niet gaan halen. Ik wilde me er niet mee bemoeien. U, rechter, toont mij productie 6 bij dagvaarding. Dat is mijn handschrift. De inhoud is hetzelfde als hoe ik zojuist heb verklaard. Ik blijf daar bij.
(…)
[erflater] heeft nooit voorafgaand aan het telefoongesprek met mij gesproken over het geldkistje of de enveloppen, alleen tijdens het telefoongesprek. Ik heb het geldkistje nooit zelf gezien.
(…)

3.De standpunten van partijen na de bewijslevering

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in haar akte na bewijslevering het standpunt ingenomen dat het voor haar onmogelijk is om te bewijzen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de enveloppen met geld heeft weggenomen, terwijl [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de enveloppen eenvoudig kon meenemen. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zij genoeg bewijs geleverd om aannemelijk te maken dat erflater een kistje met € 25.000,- in zijn bezit had en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] deze heeft weggenomen.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] heeft zich daarentegen in haar akte op het standpunt gesteld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet is geslaagd in de bewijsopdracht. Hiertoe stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] als volgt. De verklaring van [getuige 1] is onbetrouwbaar omdat zij gedurende het getuigenverhoor op belangrijke punten anders heeft verklaard dan bij de notaris. Daarnaast volgt uit de verklaring van [getuige 1] tijdens het getuigenverhoor dat ze niet weet hoeveel geld er in de enveloppen zat.
De verklaring van [getuige 2] tijdens het getuigenverhoor wijkt ook af van hetgeen hij eerder schriftelijk heeft verklaard (productie 6 van de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ). [getuige 2] heeft geen antwoord gegeven op de vraag of de enveloppen aanwezig waren in de woning, aldus nog steeds [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] .

4.De verdere beoordeling

In conventie
Bewijsopdracht
4.1.
Allereerst zal de rechtbank beoordelen of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de bewijsopdracht, die uit twee onderdelen bestaat, heeft voldaan. In de eerste plaats moet [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bewijzen dat erflater in zijn woning vijf enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 in een geldkistje in de kast onder de televisie bewaarde en daarnaast dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de vijf enveloppen gevuld met ieder
€ 5.000,00 heeft weggenomen uit de woning van erflater. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft naar het oordeel van de rechtbank beide onderdelen van de bewijsopdracht niet bewezen. De rechtbank licht dit oordeel als volgt toe.
4.2.
Door middel van het getuigenverhoor van [getuige 1] en [getuige 2] en de overgelegde productie 34 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aannemelijk gemaakt dat erflater in het bezit was van vijf enveloppen, ieder gevuld met een bedrag van
€ 5.000,00. Alleen [getuige 1] heeft verklaard dat ze bij erflater thuis een kistje met geld en enveloppen heeft gezien in de televisiekast. [getuige 2] heeft verklaard het geldkistje en de enveloppen nooit zelf gezien te hebben en dat hij pas tijdens het telefoongesprek met erflater hierover in kennis werd gesteld. Beide getuigen hebben niet kunnen verklaren hoeveel geld er in de enveloppen gezeten zou hebben. [getuige 1] verklaarde hierover alleen dat het een flinke stapel briefgeld was en dat ze briefjes van € 50,00 had gezien in het geldkistje. Dat volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de bankafschriften van erflater zou blijken dat hij jarenlang contant geld heeft gespaard en dat het aannemelijk is dat hij een bedrag van € 25.000,00 gespaard zou hebben, is speculatief en acht de rechtbank niet aannemelijk.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet geslaagd is in de bewijslevering voor het eerste gedeelte van de bewijsopdracht.
4.3.
Evenmin is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in het bewijs geslaagd van de stelling dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de enveloppen gevuld met ieder € 5.000,00 heeft weggenomen uit de woning. Weliswaar heeft [getuige 1] verklaard dat zij haar sleutel aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] heeft afgestaan – terwijl alleen zij en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] over een sleutel beschikten – en dat zij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] met haar dochter de woning van erflater zag verlaten in de ochtend van de dag van overlijden, maar dit is onvoldoende om ook aan te nemen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de enveloppen zou hebben weggenomen. De woning is – zo heeft de rechtbank begrepen – immers ook ontruimd met hulp van andere personen. [getuige 2] heeft hieromtrent overigens verder niets verklaard.
4.4.
Dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet is geslaagd in de bewijsopdracht, is van belang voor de beoordeling van de vorderingen in conventie onder II. en III.
4.5.
De rechtbank zal de vorderingen in conventie hierna verder beoordelen, met uitzondering van de vordering in conventie onder I. aangezien deze reeds in het tussenvonnis van 27 september 2023 is beoordeeld.
Omvang nalatenschap
4.6.
Primair vordert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een verklaring voor recht dat de omvang van de nalatenschap € 36.800,00 bedraagt en subsidiair vaststelling van de omvang van de nalatenschap. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bestaat de nalatenschap uit de bestanddelen zoals vermeld in de onderstaande boedelbeschrijving, die is opgesteld door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . De rechtbank verwijst hierna waar nodig naar deze boedelbeschrijving.
De enveloppen
4.7.
Aangezien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet is geslaagd in haar bewijsopdracht, is niet komen vast te staan dat tot de nalatenschap van erflater een bedrag van € 25.000,00 behoort bestaande uit vijf enveloppen, ieder gevuld met € 5.000,00. Een bedrag van € 25.000,00 behoort daarom niet tot de nalatenschap.
Banksaldi
4.8.
Door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is onbetwist gesteld dat het saldo van de ervenrekening € 4.206,08 bedraagt. Dit bedrag behoort tot de nalatenschap. Dit heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onderbouwd met een rekeningafschrift van de Rabobank van 9 augustus 2021 (productie 24 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ). Het is de rechtbank niet bekend of er na die datum nog mutaties hebben plaatsgevonden, zodat zij thans uitgaat van voornoemd bedrag. Iedere erfgenaam heeft in beginsel recht op 1/5e deel van het banksaldo te weten
€ 841,22( € 4.206,08 : 5).
De gepinde bedragen
4.9.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] bedragen heeft gepind van de rekening van erflater en daarmee betalingen heeft verricht (zie productie 27 van de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ).
Ter zitting is door mr. Statnik bevestigd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] in totaal een bedrag van € 3.250,00 heeft gepind van de rekening van erflater en dat zij daarmee betalingen heeft verricht ten behoeve van de nalatenschap. Het resterende bedrag behoort volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] tot de nalatenschap.
4.10.
Gelet op de verklaring van mr. Statnik tijdens de zitting behoort het restantbedrag van de gepinde gelden tot de nalatenschap. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft onweersproken gesteld dat dit een bedrag van € 1.460,00 bedraagt. De rechtbank zal dit tot uitgangspunt nemen. Voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] het restantbedrag tot op heden niet zou hebben overgeboekt op de ervenrekening, heeft de nalatenschap een vordering op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] van € 1.460,00. In het laatstgenoemde geval ontvangen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] ieder een bedrag van
€ 292,00(€ 1.460,00 : 5) wegens onderbedeling.
Inboedel
4.11.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in de door haar opgestelde boedelbeschrijving waardes toegekend aan inboedelgoederen van erflater. Het theekastje van erflater zou volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] € 100,00 waard zijn en zou zijn meegenomen door [gedaagde sub 2] . De televisie en relaxstoel zijn volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] respectievelijk € 200,00 en € 100,00 waard en zijn meegenomen door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] .
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] betwist niet dat zij de televisie en relaxstoel heeft meegenomen, maar ze betwist dat de meubels nog enige waarde zouden hebben.
4.12.
De rechtbank is van oordeel dat – nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de waardes heeft betwist – [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onvoldoende heeft gesteld waarom de televisie en relaxstoel een waarde van in totaal € 300,00 vertegenwoordigen. Omdat hiervoor onvoldoende is gesteld neemt de rechtbank aan dat deze meubels geen economische waarde hebben. Voor wat betreft het dressoir en het tv-meubel heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat ze deze spullen voor een bedrag van € 150,00 aan een derde heeft verkocht. De magnetron heeft ze naar eigen zeggen verkocht voor een bedrag van € 30,00. Aangezien de verkoopwaarde een goede indicatie is van de waarde in het economisch verkeer, zal de rechtbank de verkoopbedragen overnemen als zijnde de waarde van het dressoir, tv-meubel en magnetron. Dit komt erop neer dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] ieder een bedrag van
€ 36,00(€ 180,00 : 5) toegedeeld krijgen wegens onderbedeling. [gedaagde sub 2] is niet in de procedure verschenen en heeft de stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet betwist. De rechtbank zal daarom aannemen dat het theekastje een waarde van € 100,- vertegenwoordigt en dat deze is toebedeeld aan [gedaagde sub 2] . [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] krijgen wegens onderbedeling ieder een bedrag van
€ 20,00(€ 100,00 : 5) toegedeeld.
Sieraden
4.13.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] zich de sieraden van erflater – ter waarde van € 1.000,00 – heeft toegeëigend. Dit wordt door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] betwist. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] voert aan dat de sieraden slechts een zeer geringe waarde hebben en dat zij de sieraden enkel in beheer heeft ten behoeve van de nalatenschap.
4.14.
De rechtbank neemt weliswaar aan dat de sieraden enige waarde hebben, omdat dit ook wordt erkend door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , maar nu de gestelde waarde van € 1.000,00 door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] is betwist en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dit bedrag onvoldoende heeft onderbouwd, zal de rechtbank de waarde ex aequo et bono schatten op een bedrag van € 250,00. Ondanks de stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] dat zij de sieraden enkel in beheer heeft, gaat de rechtbank er bij de verdeling vanuit dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de sieraden zal houden. Dit betekent dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] ieder een bedrag van
€ 50,00(€ 250,00 : 5) toegedeeld krijgen wegens onderbedeling.
Auto
4.15.
De auto van erflater behoort volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot de nalatenschap en vertegenwoordigt volgens haar een waarde van € 5.300,00. Aangezien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de auto op haar naam heeft overgeschreven – terwijl deze tot de nalatenschap behoort – dient zij de waarde volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in te brengen in de nalatenschap. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] betwist dit en stelt dat erflater bij leven de auto haar aan heeft geschonken, waardoor de auto niet tot de nalatenschap behoort. Daarnaast voert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] aan dat de auto aanwezig is en ter beschikking van de nalatenschap gesteld kan worden.
4.16.
De stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] dat de auto door erflater bij leven aan haar geschonken is, baseert zij voornamelijk op de als productie 3 bij conclusie van antwoord, tevens van eis in reconventie overgelegde schriftelijke verklaring van erflater van 1 oktober 2008. Die verklaring is getiteld
“Mijn laatste wil”en daarin komt de passage voor:
“Als ik in bezit ben van een auto dan is deze ook voor haar. Dit is mijn laatste wil.”Naar het oordeel van de rechtbank kwalificeert deze verklaring, zonder toelichting die ontbreekt, niet als een schenkingsovereenkomst. Met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is de rechtbank van oordeel dat de verklaring betrekking heeft op de laatste wil van erflater en niet op een schenking bij leven van de auto. Dat betekent dat de auto tot de nalatenschap behoort.
4.17.
De rechtbank neemt aan dat de auto een waarde van € 5.300,00 vertegenwoordigt, aangezien deze gestelde marktwaarde niet voldoende door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] is betwist. Het aanbod van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] om de auto ter beschikking te stellen aan de nalatenschap acht de rechtbank onvoldoende concreet. Gelet op het feit dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de auto op haar naam heeft gezet en sinds dat moment de auto al een aantal jaren exclusief in gebruik heeft, neemt de rechtbank aan dat de auto bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] blijft. Onder die omstandigheden is het redelijk om de waarde van de auto op het aandeel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] in de nalatenschap in mindering te brengen. Dit betekent dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] ieder een bedrag van
€ 1.060,00(€ 5.300,00 : 5) toegedeeld krijgen wegens onderbedeling.
Kosten nalatenschap
4.18.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft onweersproken gesteld dat zij een bedrag van € 745,97 uit eigen middelen heeft voorgeschoten voor de boedel inzake notariskosten en legeskosten. Dit bedrag is ten behoeve van de nalatenschap betaald en komt ten laste van de nalatenschap. In dit kader zijn [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] ieder voor een bedrag van
€ 149,19‬
(€ 745,97 : 5) overbedeeld en komt dit bedrag in mindering op hun erfdeel.
4.19.
De kosten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] voor de eigen bijdrage ad € 152,00 voor advocaatkosten behoren niet tot de kosten van de nalatenschap zoals reeds is geoordeeld in rov. 4.6. van het tussenvonnis van 27 september 2023.
Conclusie
4.20.
Concluderend bedraagt de totale waarde van de nalatenschap:
Sieraden
€ 250,00
Inboedel
€ 280,00
Auto
€ 5.300,00
Banksaldi
€ 4.206,08
Restant gepind geld
€ 1.460,00
Kosten notaris
€ 745,97 -
Totaal
€ 10.750,11‬‬
Verdeling nalatenschap
4.21.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft vaststelling van de verdeling van de nalatenschap gevorderd, aangezien de erfgenamen daarover onderling niet tot overeenstemming kunnen komen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] betwist deze vordering en voert aan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dit niet kan vorderen, aangezien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard en de vereffening nog niet is afgerond.
4.22.
Het standpunt van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] hieromtrent gaat niet op aangezien de rechtbank in rov. 4.8. van het tussenvonnis immers reeds heeft geoordeeld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de nalatenschap zuiver heeft aanvaard. De nalatenschap is daarmee gereed voor verdeling. Op grond van artikel 3:185 lid 1 BW kan de rechter op verzoek de verdeling vaststellen.
4.23.
Partijen zijn ieder voor één/vijfde (1/5e) onverdeeld aandeel erfgenaam in de nalatenschap van erflater. Dit betekent dat iedere erfgenaam in beginsel recht heeft op 1/5e deel van de nalatenschap, zijnde € 2.150,02. Hiervoor heeft de rechtbank vastgesteld uit welke bestanddelen de nalatenschap bestaat en wat de waarde is van die bestanddelen. Tevens heeft de rechtbank de bedragen van over- en onderbedeling vastgesteld. Het voorgaande betekent concreet het volgende:
Ter zake de gepinde bedragen die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] – voor zover de rechtbank bekend – nog onder zich heeft, terwijl alle erfgenamen recht hebben op 1/5e aandeel daarin, wordt zij overbedeeld voor een bedrag van € 1.168,00. Dit bedrag zal dan ook in mindering worden gebracht op haar aandeel. Zowel aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] dient 1/5e deel van het gehele bedrag (€ 292,00) te worden toegedeeld.
Voor wat betreft de waarde van de inboedel wordt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] voor een bedrag van € 144,00 overbedeeld. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op haar erfdeel. Zowel aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] dient 1/5e deel van het totale bedrag (€ 36,00) te worden toegedeeld.
[gedaagde sub 2] is ter zake de waarde van de meegenomen inboedel voor een bedrag van
€ 80,00 overbedeeld. Dit bedrag zal in mindering worden gebracht op zijn erfdeel. Zowel aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] dient 1/5e deel van het gehele bedrag (€ 20,00) te worden toegedeeld wegens onderbedeling.
Nu de sieraden aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] worden toegedeeld, maar iedere erfgenaam recht heeft op 1/5e deel van de waarde van de sieraden, wordt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] daarmee voor een bedrag van € 200,00 overbedeeld. Dit bedrag dient dan ook in mindering te worden gebracht op het deel dat aan haar toekomt. Zowel aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] dient 1/5e deel van het gehele bedrag (€ 50,00) te worden toegedeeld.
Aangezien ook de auto aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] wordt toegedeeld en iedere erfgenaam recht heeft op 1/5e deel van de waarde van de auto, is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] op dit punt ook overbedeeld voor een bedrag van
€ 4.240,00. Dit bedrag dient in mindering te worden gebracht op het aan haar toekomende deel. Zowel aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] dient 1/5e deel van dat bedrag (€ 1.060,00) te worden toegedeeld.
Ter zake de kosten van de notaris begrijpt de rechtbank dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] deze kosten heeft voorgeschoten voor de boedel. Dit betekent dat dit bedrag in mindering dient te stekken op de erfdelen van [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , in die zin dat zij ieder een bedrag van € 149,19 minder toegedeeld krijgen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] krijgt het bedrag dat zij heeft voorgeschoten voor de andere erfgenamen dus terug. De rechtbank komt gelet op het voorgaande tot de volgende verdeling:
4.24.
Aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] komt toe een bedrag van € 2.150,02 + € 292,00 + € 36,00 + € 20,00 +
€ 50,00 + € 1.060‬,00 + € 596,75 = € 4.204,77.
Aan [gedaagde sub 2] komt toe een bedrag van € 2.150,02 + € 292,00 + € 36,00 – € 80,00 + € 50,00 +
€ 1.060‬,00 – € 149,19 = € 3.358,83.
Aan [gedaagde sub 3] komt toe een bedrag van € 2.150,02 + € 292,00 + € 36,00 + € 20,00 + € 50,00 + € 1.060‬,00 – € 149,19 = € 3.458,83‬‬.
Aan [gedaagde sub 4] komt toe een bedrag van € 2.150,02 + € 292,00 + € 36,00 + € 20,00 + € 50,00 + € 1.060‬,00 – € 149,19 = € 3.458,83‬.
Aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] komt toe een bedrag van € 2.150,02 – € 1.168,00 – € 144,00 + € 20,00 – € 200,00 – € 4.240,00 – € 149,19 = - € 3.731,17‬.
4.25.
Uit het vorenstaande volgt dat, als gevolg van de toedeling van de genoemde activa, een overbedeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] plaatsvindt.
Proceskosten
4.26.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten in conventie tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
In reconventie
4.27.
In reconventie heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] onder 1. het procesdossier gevorderd op grond van artikel 843a Rv van de gerechtelijke procedure die tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en erflater liep in de periode 2007-2009. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] onder 2. een verklaring voor recht gevorderd dat erflater aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een schenking heeft gedaan met inbrengverplichting. De door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] onder 1. gevorderde stukken zijn vervolgens door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in deze procedure ingebracht als productie 29.
4.28.
Ter zitting van 15 juni 2023 heeft mr. Statnik bevestigd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de gevorderde stukken onder 1. heeft ingebracht in de procedure. Ook heeft mr. Statnik geconstateerd dat geen inbrengverplichting was gekoppeld aan het geldbedrag dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in 2007 van erflater heeft gekregen. Mr. Statnik heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat op de vordering in reconventie niet meer beslist hoefde te worden. Mr. Griffioen heeft ter zitting wel gevraagd om een beslissing in reconventie gelet op de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot veroordeling in de proceskosten in reconventie. De rechtbank is van oordeel dat, nu reeds voldaan is aan de vorderingen in reconventie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , die vorderingen gereedliggen voor afwijzing. De proceskosten in reconventie zullen – gelet op de relatie tussen partijen – tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de nalatenschap van erflater zuiver heeft aanvaard,
5.2.
verklaart voor recht dat de omvang van de nalatenschap € 10.750,11 bedraagt,
5.3.
stelt de verdeling van de nalatenschap vast als volgt:
5.3.1.
deelt toe aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] :
- een geldbedrag van € 4.204,77,
5.3.2.
deelt toe aan [gedaagde sub 2] :
- een geldbedrag van € € 3.358,83
- het theekastje,
5.3.3.
deelt toe aan [gedaagde sub 3] :
- een geldbedrag van € 3.458,83,
5.3.4.
deelt toe aan [gedaagde sub 4] :
- een geldbedrag van € 3.458,83,
5.3.5.
deelt toe aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] :
- het gepinde geld,
- de auto,
- de televisie en de relaxstoel,
- de sieraden,
en stelt daarbij vast dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] is overbedeeld voor een bedrag van
€ 3.731,17 conform de berekening in rov. 4.23 en 4.24,
5.4.
verklaart de veroordeling in rov. 5.3. uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen af,
5.8.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2024.
DS