ECLI:NL:RBLIM:2024:1009

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 maart 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
03/212328-23; 03/095562-22; 03/234624-22 (tul)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in brandstichtingszaak op politiebureau te Heerlen

Op 4 maart 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2004, die werd bijgestaan door mr. L.M.E. Kleczewski. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 februari 2024, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging, die inhield dat de verdachte op 24 augustus 2023 opzettelijk brand had gesticht op het terrein van het politiebureau te Heerlen. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor een voltooide brandstichting.

De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging van opzettelijke brandstichting niet bewezen was. De verdachte had samen met een medeverdachte een molotovcocktail in brand gestoken en deze op het terrein van het politiebureau gegooid. De brand die ontstond doofde echter vanzelf nadat de vloeistof was opgebrand, en er was geen bewijs dat het vuur was overgeslagen naar het wegdek. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat er sprake was van een voltooide brandstichting. Aangezien er geen alternatieve aanklacht voor poging tot brandstichting was ingediend, sprak de rechtbank de verdachte vrij.

Daarnaast werden vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere vonnissen afgewezen, omdat de verdachte was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer, met de voorzitter en twee andere rechters, en de griffier was niet in de gelegenheid om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/212328-23
Parketnummers : 03/095562-22 en 03/234624-22 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 4 maart 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2004,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. L.M.E. Kleczewski, advocaat, kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 februari 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen [medeverdachte] (parketnummer 03/212340-23).

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op 24 augustus 2023 tezamen en in vereniging opzettelijk brand heeft gesticht op het (parkeer)terrein van het politiebureau te Heerlen, waardoor goederen en/of personen in gevaar werden gebracht.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de tenlastegelegde opzettelijke brandstichting, omdat in het dossier onvoldoende aanwijzingen aanwezig zijn dat sprake is geweest van een voltooide brandstichting.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de tenlastegelegde opzettelijke brandstichting niet bewezen en overweegt daartoe als volgt. De rechtbank stelt voorop dat van een voltooide brandstichting slechts kan worden gesproken als iets dat daartoe niet bestemd is, in brand wordt gestoken. Daarvan is in casu geen sprake. De verdachte heeft samen met [verdachte] op 24 augustus 2023 een molotovcocktail (een met een brandbare vloeistof gevulde fles, voorzien van een lont) in aanraking gebracht met vuur en deze vervolgens op het (parkeer)terrein van het politiebureau te Heerlen gegooid. Deze molotovcocktail is aldaar in aanraking gekomen met het wegdek, waarna de fles kapot viel en, zo volgt uit het verrichte forensisch onderzoek, de vervolgens ontstane brand zelfstandig is gedoofd nadat de vloeistof uit de fles was ‘opgebrand’. Niet kan uit het dossier worden afgeleid dat het vuur is overgeslagen naar het wegdek en dat het wegdek zelf vlam heeft gevat. Dat het wegdek zwartgeblakerd was, leidt niet tot een ander oordeel nu dit het gevolg is geweest van het branden van de molotovcocktail op dat deel van het wegdek. Derhalve is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake geweest van een voltooide brandstichting. Nu niet tevens (subsidiair) een (mogelijk wel bewijsbare) poging tot brandstichting ten laste is gelegd, zal de rechtbank de verdachte vrijspreken.

4.De vorderingen tot tenuitvoerlegging

Bij onherroepelijk vonnis van 4 juli 2022 met parketnummer 03/095562-22 heeft de kinderrechter van de rechtbank Limburg de verdachte veroordeeld tot, voor zover relevant, een werkstraf voor de duur van 80 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en bijzondere voorwaarden.
Bij onherroepelijk vonnis van 26 september 2022 met parketnummer 03/235624-22 heeft de politierechter van de rechtbank Limburg de verdachte veroordeeld tot, voor zover relevant, een werkstraf voor de duur van 40 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde een meldplicht.
Nu de verdachte wordt vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde feit, zal de rechtbank
de vorderingen tot tenuitvoerlegging afwijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde;
Voorlopige hechtenis
-
heft ophet (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;

Vorderingen tot tenuitvoerlegging

  • wijst afde vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 03/095562-22 van de officier van justitie van 12 december 2023;
  • wijst afde vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 03/235624-22 van de officier van justitie van 12 december 2023.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.J.E. Hamers-Aerts, voorzitter, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. E.B.A. Ferwerda, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.H.C. van den Munckhof, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 4 maart 2024.
Buiten staat
Mrs. Hamers-Aerts en Ferwerda zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 24 augustus 2023 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een fles met daarin benzine en/of een stuk textiel, in ieder geval een (of meer) brandbare (vloei)stof(fen) en/of (vervolgens) deze (brandende) fles ("molotovcocktail") over de muur, het hek, en/of de (toegangs)poort van het ((parkeer)terrein van het) politiebureau te gooien,
ten gevolge waarvan het wegdek van dat (parkeer)terrein geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk geval brand is ontstaan,
en daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten een (of meer) aldaar geparkeerd(e) dienstvoertuig(en) en/of het (gebouw van het) politiebureau, in ieder geval gemeen gevaar voor goederen, en/of
levensgevaar en/of gevaar voor lichamelijk letsel voor een (of meer) ander(en) te weten de op dat politiebureau werkzame perso(o)n(en), in ieder geval een (of meer) ander(en), te duchten was;