Op 4 maart 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2004, die werd bijgestaan door mr. L.M.E. Kleczewski. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 februari 2024, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging, die inhield dat de verdachte op 24 augustus 2023 opzettelijk brand had gesticht op het terrein van het politiebureau te Heerlen. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor een voltooide brandstichting.
De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging van opzettelijke brandstichting niet bewezen was. De verdachte had samen met een medeverdachte een molotovcocktail in brand gestoken en deze op het terrein van het politiebureau gegooid. De brand die ontstond doofde echter vanzelf nadat de vloeistof was opgebrand, en er was geen bewijs dat het vuur was overgeslagen naar het wegdek. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat er sprake was van een voltooide brandstichting. Aangezien er geen alternatieve aanklacht voor poging tot brandstichting was ingediend, sprak de rechtbank de verdachte vrij.
Daarnaast werden vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere vonnissen afgewezen, omdat de verdachte was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer, met de voorzitter en twee andere rechters, en de griffier was niet in de gelegenheid om het vonnis mede te ondertekenen.