Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 1 en 2,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De feiten
3.Het geschil
- de vrouw te veroordelen tot het verlenen van haar medewerking aan het tot stand komen van de religieuze echtscheiding en te bepalen dat de vrouw verschijnt bij de geestelijke en dat in de door de geestelijke op te maken scheidingsakte moet worden vermeld dat de vrouw de man heeft gecompenseerd door af te zien van de bruidsgave,
- de vrouw te veroordelen in de werkelijke kosten van de procedure.
4.De beoordeling
sui generiskarakter heeft en onderworpen is (en blijft) aan het recht dat de huwelijkssluiting beheerst, zijnde het Iraanse recht.
5.De beslissing
2 april 2025in afwachting van een (eind)arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch in het hoger beroep van de zaak met zaaknummer C/03/307462 / HA ZA 22-323;