ECLI:NL:RBLIM:2024:1000

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
C/03/314650 / HA ZA 23-83
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en benoeming van een taxateur in een echtscheidingsprocedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een echtscheidingsprocedure tussen twee partijen die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. De rechtbank heeft op 28 februari 2024 een tussenvonnis gewezen waarin de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap aan de orde is. De partijen zijn op 25 januari 2001 in Schinnen gehuwd en hebben twee minderjarige kinderen. De procedure is gestart door de eiseres, die vorderingen heeft ingediend met betrekking tot de verdeling van de huwelijksgemeenschap, waaronder de verkoop van de echtelijke woning en de verdeling van de opbrengst. De gedaagde heeft verweer gevoerd en ook vorderingen in reconventie ingediend, waaronder het verzoek om een gebruiksvergoeding en de verdeling van bankrekeningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen er niet in zijn geslaagd om onderling tot een verdeling te komen en heeft besloten een deskundige te benoemen om de waarde van de woning te taxeren. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de fiscale voordelen van de hypotheekrenteaftrek en de gebruiksvergoeding voor de woning. De zaak is aangehouden voor het nemen van akten door beide partijen, waarin zij zich uitlaten over de deskundigenrapportage en andere relevante zaken.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/314650 / HA ZA 23-83
Vonnis van 28 februari 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ,
advocaat: mr. J.P.H.J. Hermans,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
advocaat: mr. E.B. Doganer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 4
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 10
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het formulier B8 met producties A tot en met G van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 december 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn op 25 januari 2001 in Schinnen (thans gemeente Beekdaelen) in wettelijke gemeenschap van goederen (hierna: huwelijksgemeenschap) gehuwd. Tijdens het huwelijk zijn twee (thans nog minderjarige) kinderen geboren.
2.2.
Op 6 mei 2005 is aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleverd de woning gelegen aan de
[adres 1] te [woonplaats] (productie 3 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ). Aan de woning is gekoppeld een
door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij Hypotrust (Achmea woninghypotheken) afgesloten hypothecaire geldlening met polisnummer 292420201 (productie 4 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ) van € 147.500,00. Op
3 maart 2020 bedroeg de hypotheekschuld nog € 138.370,54 (productie 3 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ). Er wordt elke maand € 300,00 afgelost.
2.3.
In september 2019 heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] samen met de twee kinderen de echtelijke woning verlaten.
2.4.
Naar aanleiding van het verzoekschrift van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] , ingekomen op de rechtbank op 13 februari 2020, heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, bij beschikking van 8 oktober 2020 (zaaknummer: C/03/274506 / FA RK 20-562) de echtscheiding tussen
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uitgesproken en - kort gezegd en voor zover thans van belang - hun
bevolen tot verdeling van hun gemeenschap ten overstaan van een notaris over te gaan, daarbij [naam notaris] (of diens waarnemer of opvolger) te [vestigingsplaats] , als zodanig te
hebben benoemd mochten partijen niet zelf tot een keuze komen, en onder bepaling dat wanneer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet meewerkt aan de verdeling [naam advocaat] (advocaat te [vestigingsplaats] ) als zijn vertegenwoordiger zal optreden (productie 1 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ).
2.5.
Bij brief van 16 november 2022 (productie 2 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ) heeft (de advocaat van)
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] - kort gezegd - laten weten dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , ondanks daartoe meerdere keren te zijn verzocht (brieven achter productie 2 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ), kennelijk niet bereid was om mee te werken aan de verdeling van de huwelijksgemeenschap. Mocht [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen 14 dagen laten weten dat hij bereid is mee te werken aan de verdeling, dan zal een procedure worden gestart door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] .
2.6.
Tot op heden is de huwelijksgemeenschap van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet verdeeld.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij
voorraad: de verdeling van de tussen partijen ontbonden huwelijksgemeenschap gelast en als volgt verdeelt:
- de woning met ondergrond staande en gelegen te [woonplaats]
, aan de [adres 1] aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] toe te delen tegen de waarde die door een door de rechtbank te benoemen makelaar/taxateur wordt vastgesteld, onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] de woning kan financieren waarbij partijen alsdan verplicht zijn om de overwaarde van de woning gelijkelijk te verdelen,
- indien [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] niet in staat is de woning te financieren, de woning aan een derde te
verkopen, waarbij partijen in overleg met de makelaar de woning te koop zetten en
verkopen aan de derde partij die de hoogste prijs biedt; indien de verkoopprijs bindend is vastgesteld beide partijen te verplichten medewerking te verlenen aan het notariële transport van de woning, waarbij iedere partij is gehouden om de helft van de kosten van de makelaar, de notaris en de overige kosten ter zake de verkoop en levering te
dragen;
- uit de verkoopopbrengst tevens te voldoen de hypotheekschuld, waarna de opbrengst,
die na aftrek van de hiervoor genoemde kosten resteert gelijkelijk tussen partijen wordt gedeeld;
- indien de verkoopopbrengst ontoereikend is om de schuld uit hoofde van de
hypothecaire lening en/of de verkoopkosten te voldoen, partijen de resterende schuld gelijkelijk dienen te dragen;
  • aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] toe te delen:
  • het kastje van de moeder van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
  • foto’s van de kinderen uit het eerste huwelijk van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
  • overige persoonlijke foto’s en albums van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
  • de trouwringen van de ouders van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
  • een ring van grootmoeder van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
  • een gouden kruisje;
  • vast te stellen dat de woning staande en gelegen te [adres 2] [plaats] door een door de rechtbank aan te wijzen taxateur wordt getaxeerd, waarna partijen in overleg met de makelaar een verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt; iedere partij is gehouden om de helft van de kosten ter zake de verkoop te voldoen; van de opbrengst die na aftrek van de
verkoopkosten resteert, komt ieder van partijen de helft toe;
- vast te stellen dat de auto van het merk Citroën C3 met kenteken [kenteken 1] aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] wordt toegedeeld en dat de auto van het merk Volkswagen Transporter met onbekend kenteken aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toebedeeld zonder waardeverdeling dan wel
waardeverrekening;
- dat met ingang van 13 februari 2020 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van € 153,00 per maand aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] moet vergoeden voor het gemis van het gebruik van de woning door haar,
althans een zodanig bedrag met een zodanige ingangsdatum als de rechtbank vermeent te behoren;
voorts met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van de procedure.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, bepaalt om:
II. de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van partijen vast te stellen zoals
door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is verzocht en beschreven onder randnummers 44 tot en met 63 (van de
conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie);
III. te bepalen dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] een bedrag ad € 39.500,- aan de huwelijksgoederengemeenschap van partijen dient te vergoeden en voorts te bepalen dat de helft van dit bedrag aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toebedeeld;
IV. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te gelasten om tijdig en binnen de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn
de bankafschriften van alle op haar naam gestelde rekeningen, waaronder in elk geval de
onder randnummer 54 genoemde rekeningen, in de procedure te brengen over de periode
1 september 2019 tot en met 1 maart 2020, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.500,- per dag voor elke dag dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] hiermee in gebreke blijft, dit met een
maximum van € 50.000,-;
V. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te veroordelen tot het betalen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van een bedrag van € 15.429,60 ter
zake de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaalde vaste lasten van de echtelijke woning over de periode
13 februari 2019 tot en met juni 2023;
VI. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te veroordelen tot het betalen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van een bedrag van € 385,74 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, dit vanaf 1 juli 2023 tot en met de datum van
toedeling door de rechtbank van de echtelijke woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dan wel tot de datum van levering van de woning aan een derde;
VII. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te veroordelen tot het betalen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van het bedrag van het fiscaal
voordeel over de jaren 2020, 2021 en 2022 dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft ontvangen als gevolg van de hypotheekrenteaftrek met betrekking tot de echtelijke woning van partijen en voorts te
gelasten om tijdig en binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn haar aangiften en aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2020 tot en met 2022 in de
procedure te brengen, met tevens concretisering van het genoten belasting/financieel
voordeel, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.500,00 per dag voor elke dag dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] hiermee in gebreke blijft, dit met een maximum van € 50.000,-;
VIII. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te veroordelen in de kosten van de procedure in reconventie, het salaris van de advocaat daarin begrepen, met bepaling dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] de wettelijke rente over de
proceskosten verschuldigd is vanaf acht dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening alsmede in de betaling van de nakosten;
althans een zodanige beslissing te nemen als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
3.5.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] niet
ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen, omdat in de beschikking van
8 oktober 2020 door de rechtbank is beslist dat partijen tot verdeling dienen over te gaan ten overstaan van notaris [naam notaris] en dat mocht [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet meewerken, zijn advocaat als zijn vertegenwoordiger zal optreden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat hij niet zou hebben meegewerkt aan de verdeling. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft slechts twee brieven aan hem gestuurd, waarin zij aangeeft de
verdeling niet bij de notaris, maar in onderling overleg te willen regelen. Dit staat volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] haaks op de door haar verzochte en gekregen beschikking van de rechtbank. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is ook niet aangeschreven door notaris [naam notaris] om te verdelen. Bovendien was er een
vertegenwoordiger benoemd voor het geval [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn medewerking niet zou verlenen,
zodat door tussenkomst van die vertegenwoordiger een verdeling had kunnen plaatsvinden. Ook dit heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] niet in gang gezet. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft dan ook niet voldaan aan de
beschikking van 8 oktober 2020 en heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] naar zijn zeggen nu rauwelijks gedagvaard. Gelet op haar handelswijze, dienen volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de proceskosten voor rekening van
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te komen.
4.2.
De rechtbank volgt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet in zijn verweer. Immers, alleen al uit het feit dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] deze procedure tot (vaststelling van de) verdeling is gestart, blijkt reeds
genoegzaam dat partijen er, al dan niet met inspanningen van een notaris dienaangaande, onderling niet in zijn geslaagd tot een verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap te komen. Voor zover partijen over een verdeling niet tot overeenstemming kunnen komen, zo bepaalt de wet, dan gelast de rechter ex art. 3:185 BW op vordering van de meest gerede partij de wijze van verdeling of stelt hij zelf de verdeling vast, rekening houdende naar
billijkheid zowel met de belangen van partijen als met het algemeen belang.
4.3.
Nu vaststaat dat het partijen tot op heden niet is gelukt onderling tot een verdeling te komen, staat het [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] vrij om, met een beroep op art. 3:185 BW, uit onverdeeldheid te geraken door middel van onderhavige procedure.
in conventie en in reconventie
4.4.
Vanwege de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze gezamenlijk in onderling verband beoordelen.
Uitgangspunten (wijze van) verdeling
4.5.
Partijen hebben in het kader van de echtscheidingsprocedure en ook daarna geen overeenstemming kunnen bereiken over de (wijze van) verdeling van de ontbonden
huwelijksgemeenschap. De rechtbank zal daarom hierna achtereenvolgens de (wijze van) verdeling van de tot de huwelijksgemeenschap behorende vermogensbestanddelen
vaststellen. In dit verband merkt de rechtbank op dat de rechter die de verdeling vaststelt, enige mate van vrijheid geniet, niet is gebonden aan hetgeen partijen over en weer hebben gevorderd en niet expliciet behoeft in te gaan op hetgeen partijen aanvoeren.
4.6.
Partijen zijn gehuwd in wettelijke gemeenschap van goederen, zoals bedoeld in
art. 1:94 BW zoals dat luidde ten tijde van het sluiten van het huwelijk (vóór 1 januari 2018).
Peildatum omvang en samenstelling huwelijksgemeenschap
4.7.
Partijen zijn het erover eens dat als peildatum voor de omvang en samenstelling van
de huwelijksgemeenschap dient te gelden 13 februari 2020, zijnde de datum van indiening van het verzoekschrift.
Peildatum waardering vermogensbestanddelen
4.8.
Ten aanzien van de peildatum voor de waardering van de tot de
huwelijksgemeenschap behorende vermogensbestanddelen, stelt de rechtbank het volgende voorop. Hoofdregel is dat het tijdstip van de verdeling, zijnde de dag dat de echtgenoten de verdelingshandeling verrichten zoals bedoeld in art. 3:182 BW of indien de rechter de verdeling vaststelt, de dag waarop deze de verdeling vaststelt (lees: de datum van het
vonnis), heeft te gelden als peildatum voor de waardering. Van deze hoofdregel kan worden afgeweken indien partijen een andere peildatum zijn overeengekomen of indien de rechter van oordeel is dat op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid van de hoofdregel dient te worden afgeweken. Ter zitting heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] verklaard dat het moment van verdelen als peildatum voor de vaststelling van de waarde van de tot de huwelijksgemeenschap
behorende vermogensbestanddelen moet worden gehanteerd, zulks overeenkomstig
voornoemde hoofdregel. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zich hierover niet uitgelaten. Gelet hierop zal de rechtbank in beginsel de datum waarop dit vonnis wordt gewezen hanteren als peildatum voor de vaststelling van de waarde van de tot de huwelijksgemeenschap behorende
vermogensbestanddelen. Indien en voor zover de rechtbank ten aanzien van een of een
aantal vermogensbestanddelen van oordeel is dat de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich brengen dat een andere peildatum dient te worden gehanteerd, dan zal de rechtbank bij de vaststelling van de verdeling van dat vermogensbestanddeel afzonderlijk daarop ingaan.
De woning aan de [adres 1] te [woonplaats] met de daarop rustende hypothecaire geldlening
4.9.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] wil, op voorwaarde dat zij de financiering kan rondkrijgen, de woning overnemen tegen een taxatiewaarde die een door de rechtbank te benoemen taxateur zal bepalen. De WOZ-waarde van de woning is volgens haar € 250.000,00. Mocht geen van beiden de woning kunnen overnemen, dan moet deze verkocht worden. De rechtbank moet dan een makelaar benoemen die de verkoopprijs bindend zal vaststellen en na overleg met partijen aan de hoogste bieder zal verkopen. Na aftrek van de kosten van de makelaar, de notaris en/of overige kosten, die door partijen bij helfte moeten worden gedragen, dient de resterende verkoopopbrengst tussen partijen bij helfte worden verdeeld, aldus [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] . [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] betwist de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verzochte termijn van één jaar; volgens haar is een termijn van drie maanden redelijk. Ter zitting heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] verklaard de woning voor het bedrag van € 250.000,00 te kunnen en willen overnemen.
4.10.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft als verweer aangevoerd dat de waarde van de woning circa
€ 220.000,00 bedraagt, en niet, zoals [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] - overigens zonder onderbouwing - heeft gesteld, € 250.000,00. Per juni 2023 bedraagt de hypotheekschuld circa € 130.270,00. De overwaarde bedraagt dan circa € 89.730,00. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] niet in staat de woning over te nemen. Zij heeft in elk geval niet onderbouwd dat zij dit wel zou kunnen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd wél in staat te zijn de woning over te nemen en hij wil dat de woning aan hem wordt toegedeeld. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert in reconventie dat de rechtbank bepaalt dat, in geval hij niet in staat blijkt te zijn om de overname van de woning binnen één jaar na het vonnis van de rechtbank in deze te financieren en [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te doen ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, de woning aan een derde dient te worden verkocht met bepaling dat de overwaarde van de woning, na voldoening van alle met de verkoop gemoeide kosten, gelijkelijk tussen partijen wordt verdeeld dan wel dat een eventuele restschuld bij helfte door partijen wordt gedragen (conclusie van antwoord in conventie / conclusie van eis in reconventie, sub 46). Ter zitting heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verklaard de woning voor het bedrag van € 250.000,00 te kunnen en willen overnemen.
4.11.
De rechtbank acht het voorshands nodig een deskundigenbericht in te winnen. Voordat daartoe wordt overgegaan, zal de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n) en over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Indien partijen zich wensen uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige(n), dienen zij daarbij aan te geven over welke deskundige(n) zij het eens zijn, dan wel tegen wie zij gemotiveerd bezwaar hebben. De rechtbank zal de zaak hiertoe naar de rol verwijzen.
4.12.
De rechtbank is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming
van één deskundige op het gebied van taxateur/makelaar en dat de navolgende vragen
dienen te worden voorgelegd:
1. op welke vrije verkoopwaarde, vrij van huur en/of gebruiksrechten ter zake, naar
peildatum van heden (28 februari 2024) taxeert u het woonhuis met verdere aanhorigheden, ondergrond en tuin, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres 1] ?
2. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
4.13.
De rechtbank ziet in de omstandigheden van het geding aanleiding om het voorschot op de kosten van de deskundige gelijkelijk over partijen te verdelen. Partijen zullen daarom ieder de helft van dit voorschot moeten betalen.
Belastingvoordeel / fiscale aftrek hypotheekrente
4.14.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gesteld dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] , hoewel zij sinds haar vertrek uit de woning niet
meer heeft meebetaald aan de vaste lasten van de woning, zonder overleg met en/of
toestemming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] “
wel het fiscale voordeel daarvan [heeft] opgestreken, dit kennelijk omdat zij bij haar aangifte de door de man betaalde hypotheek als aftrekpost heeft meegenomen, terwijl partijen al sinds 2020 geen fiscaal partners meer zijn. Nu de man de hypotheek heeft betaald, vordert de man dat de vrouw het bedrag van het fiscaal voordeel aan hem betaalt dat zij als gevolg van de hypotheekaftrek met betrekking tot de echtelijke woning heeft ontvangen over de periode 2020, 2021 en 2022” (conclusie van antwoord in conventie / conclusie van eis in reconventie, sub 68 en 69).
4.15.
Ter zitting heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] erkend het fiscale voordeel te hebben genoten. Zij verklaarde dienaangaande maandelijks een bedrag van € 74,00 te ontvangen en dat aan de hand van stukken kan worden vastgesteld welk bedrag zij heeft ontvangen van de Belastingdienst.
4.16.
De rechtbank zal [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de gelegenheid stellen de desbetreffende stukken en een door haar gemaakte berekening dienaangaande bij akte in het geding te brengen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld daarop bij akte te reageren.
Gebruiksvergoeding woning
4.17.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft gesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] haar een gebruiksvergoeding verschuldigd is sinds 13 februari 2020. Volgens haar moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] haar (de helft van) de overwaarde van de woning, zijnde (€ 250.000,00 (WOZ-waarde) - € 127.810,00 (hypotheek) = € 122.190,00 / 2 = € 61.095,00 x 3 % / 12 =) € 153,00 per maand betalen.
4.18.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat de rechtbank, gelet op het in art. 1:165 BW bepaalde, niet bevoegd is om hierover te oordelen. De echtscheidingsprocedure is al lang en breed tussen partijen geëindigd, zodat niet meer op de voet van voornoemd artikel dan wel bij latere uitspraak kan worden verzocht om een gebruiksvergoeding vast te stellen.
4.19.
De rechtbank volgt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet in zijn verweer en overweegt daartoe als volgt. Op
grond van art. 1:165 BW kan de rechter op verzoek van een echtgenoot bij de
echtscheidingsbeschikking of bij latere uitspraak bepalen dat, als die echtgenoot ten tijde
van de inschrijving van de beschikking een woning bewoont die aan de andere echtgenoot uitsluitend of mede toebehoort of ten gebruike toekomt, hij/zij jegens de andere echtgenoot bevoegd is de bewoning en het gebruik van de bij de woning en tot de inboedel daarvan behorende zaken gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking tegen een redelijke vergoeding voort te zetten. In art. 3:169 BW is bepaald dat, tenzij een regeling anders bepaalt, iedere deelgenoot bevoegd is tot het gebruik van een gemeenschappelijk goed, mits dit gebruik met het recht van de overige deelgenoten te verenigen is.
4.20.
In de onderhavige zaak, waarbij een woning gezamenlijk eigendom is van partijen en sprake is van een reeds ontbonden huwelijksgemeenschap, is niet relevant of de vordering van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] gegrond is op art. 3:169 BW dan wel op art. 1:165 BW en - voor de periode gelegen na zes maanden van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand - vervolgens op art. 3:169 BW. Voornoemde bepalingen hebben beide ten doel de deelgenoot die verstoken wordt van het gebruik en genot waarop hij/zij uit hoofde van het deelgenootschap recht heeft, schadeloos te stellen, bijvoorbeeld door het betalen van een gebruiksvergoeding (zie HR 22 december 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA9143). Daarbij geldt dat de redelijkheid en billijkheid de rechtsbetrekkingen tussen deelgenoten, tevens ex-echtgenoten, beheersen. Anders dan waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] lijkt uit te gaan, is daarvoor niet vereist dat aan hem bij rechterlijke uitspraak het exclusieve gebruik van de woning is toegekend. Evenmin is van belang of [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] al dan niet vrijwillig uit de woning is vertrokken. Feit is dát [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] exclusief de beschikking heeft over de woning vanaf het moment dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] uit de woning is vertrokken. Dat, zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd, [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
zelfuit de woning is vertrokken en zij er voor heeft gekozen om geen gebruik van de woning meer te maken, doet aan het voorgaande niet af. In zoverre faalt dan ook het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.21.
Daar [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] haar vordering om een gebruiksvergoeding niet specifiek op één van beide artikelen heeft gestoeld, zal de rechtbank bij de beoordeling uitgaan van art. 3:169 BW. Anders dan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd, is de rechtbank bevoegd hierover te oordelen.
4.22.
De rechtbank stelt voorop dat nu vaststaat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de gemeenschappelijke woning woont en [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] niet over het genot daarvan beschikt, het redelijk is om een gebruiksvergoeding aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op te leggen. Dit betekent dat de rechtbank voorbij gaat aan het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat geen aanleiding bestaat een gebruiksvergoeding te bepalen.
4.23.
De rechtbank volgt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet in zijn verweer dat de eventuele gebruiksvergoeding pas dient in te gaan op de datum van het wijzen van het vonnis en niet op 13 februari 2020. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft immers sinds het vertrek van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] uit de woning op 13 februari 2020 exclusief, dat wil zeggen met uitsluiting van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] , de beschikking over de woning. Dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] drie jaar heeft gewacht met het instellen van de onderhavige vordering doet hieraan niet af en is geen grond tot afwijzing om die reden.
4.24.
De rechtbank stelt vast dat beide partijen bij de berekening van de gebruiksvergoeding uitgaan van een overwaarde van de woning. Nu de rechtbank voornemens is een taxateur te benoemen die de waarde van de woning zal taxeren, houdt de rechtbank iedere verdere beslissing met betrekking tot de hoogte van de gebruiksvergoeding in afwachting daarvan aan.
Vaste lasten woning
4.25.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gevorderd dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] wordt veroordeeld de helft van de door hem al
betaalde en nog te betalen vaste lasten met betrekking tot de woning aan hem te betalen. Het betreft de volgende maandelijkse vaste lasten van in totaal € 771,48 (gedeeld door 2 =
€ 385,74):
  • hypotheek: € 570,21
  • gemeentelijke belastingen: € 91,24
  • verzekeringen: € 91,63
  • waterschapsbelasting: € 18,40.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] dient over de periode 13 februari 2020 tot en met juni 2023 de helft van de door hem betaalde lasten te betalen, zijnde in totaal € 15.429,60, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.26.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft betwist € 15.429,60 verschuldigd te zijn ter zake vaste lasten. Zo heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zijn berekening waterschapsbelasting meegenomen, en geven de door hem als productie 10 overgelegde bescheiden geen bewijs van de door hem gestelde betalingen.
4.27.
Gelet op het feit dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf het moment dat hij het exclusieve gebruik van de woning heeft (13 februari 2020) alle hypotheeklasten, de gemeentelijke belastingen, verzekeringen en waterschapsbelasting voor zijn rekening heeft genomen en neemt, hetgeen [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] niet gemotiveerd heeft weersproken, terwijl [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] als mede-eigenaar voor de helft draagplichtig voor die eigenaarslasten is, zal de rechtbank dit deel van het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde bij eindvonnis toewijzen.
De woning aan de [adres 2] te [plaats]
4.28.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft gesteld dat alle bescheiden van deze woning in het bezit van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
zijn. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet volgens [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] de eigendomsbescheiden van deze woning in de procedure inbrengen.
4.29.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ter zitting erkend dat het aandeel van zijn vaders erfdeel met betrekking tot de woning in de huwelijksgemeenschap valt. Deze woning was het eigendom van zijn vader en van zijn oom, ieder voor de helft. De woning is ooit door hen voor
€ 20.000,00 gekocht. Ter zitting heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verklaard dat de woning een bouwval was, die inmiddels met de grond gelijk is gemaakt. Het erfdeel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , die uit een gezin met 10 kinderen komt, bedraagt 1/10e deel, hetgeen volgens hem maximaal € 1.000,00 is.
4.30.
De rechtbank stelt vast dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ter zitting niet heeft weersproken dat de woning een bouwval was en dat die woning inmiddels is gesloopt. Evenmin heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] weersproken dat het aandeel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] 1/10e deel is en dat 1/10e deel van de waarde van de grond € 1.000,00 bedraagt. Nu dit de enige aanknopingspunten zijn die de rechtbank heeft, volgt de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zijn stellingen en zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij eindvonnis veroordelen om de helft van de waarde van deze onroerende zaak van € 1.000,00, zijnde € 500,00 aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] , te betalen.
De twee auto’s
4.31.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft gesteld dat de Citroën C3 aan haar wordt toebedeeld en de Volkswagen Transport aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zonder dat partijen gehouden zijn tot verrekening van over- of onderbedeling. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] betwist dat de verkoopopbrengst van de Transporter zou zijn uitgegeven aan onderhoudskosten, nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarvan geen enkel bewijs heeft overgelegd. Dit zijn bovendien volgens haar geen kosten waarvoor de huwelijksgemeenschap draagplichtig is, nu de auto pas in 2022 is verkocht.
4.32.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat de (tweedehands) Citroën in 2017 is gekocht en inmiddels 8 jaar oud is. De dagwaarde is volgens hem € 3.000,00 (productie 4). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft deze auto in gebruik en hij heeft altijd de vaste lasten en het onderhoud ervan betaald. Hij wil de auto toebedeeld krijgen tegen deze waarde en onder veroordeling dat hij de helft van de waarde (€ 1.500,00) aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] betaalt. Wat betreft de Volkswagen Transporter (met kenteken [kenteken 2] ) heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangevoerd dat de auto ruim 23 jaar oud was en dat hij deze auto voor € 1.000,00 heeft verkocht aan een garagebedrijf, dat de auto naar het buitenland heeft geëxporteerd. Hij verwijst dienaangaande naar producties 5 en 6. Toedeling van deze auto is dus niet meer mogelijk. De opbrengst van de auto is besteed aan eerder uitgevoerd onderhoud ten behoeve van deze auto. De rechtbank zou hoogstens € 500,00 aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] kunnen toewijzen (sub 23). In reconventie (sub 51) verzoekt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat de rechtbank bepaalt dat toedeling van de Transporter niet meer mogelijk is en dat er ter zake niets te verdelen dan wel te verrekenen valt.
4.33.
In hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, ziet de rechtbank aanleiding de waarde van de Citroen in goede justitie vast te stellen op € 4.000,00. De rechtbank zal de Citroen bij eindvonnis aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toedelen, onder veroordeling om de helft van € 4.000,00 (zijnde € 2.000,00) aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen.
4.34.
Wat betreft de Transporter staat vast dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze voor een bedrag van
€ 1.000,00 heeft verkocht. De (overigens blote) stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij dit bedrag aan onderhoud van de auto heeft besteed, faalt, nu dit beweerdelijke onderhoud zonder toestemming van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] na het indienen van het verzoekschrift is gepleegd, reden waarom dit voor rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient te blijven. Nu niet in geschil is dat deze auto tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behoorde, zal de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij eindvonnis veroordelen de helft van € 1.000,00 (zijnde € 500,00) wegens overbedeling aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen.
Diverse inboedel
4.35.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] wil toebedeeld krijgen de volgende inboedel:
het kastje van de moeder van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
foto’s van de kinderen uit het eerste huwelijk van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
overige persoonlijke foto’s en albums van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
de trouwringen van de ouders van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
een ring van grootmoeder van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
een gouden kruisje.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft aangevoerd enkel een vuilniszak kleding te hebben meegenomen toen ze de
woning verliet. Alle verdere inboedel is achtergebleven in de woning, aldus [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] .
4.36.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist te beschikken over de door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] opgesomde inboedel. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft op 27 september 2019, toen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet thuis was, de woning verlaten en de woning nagenoeg leeggehaald. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beschikt [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] dan ook over die goederen en heeft zij geen belang meer bij toedeling aan zichzelf. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ziet af van verrekening van de waarde van de door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] meegenomen sieraden en goederen. In reconventie verzoekt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat de rechtbank bepaalt dat de door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] meegenomen inboedelgoederen, waaronder begrepen kleding, lijfsgoederen en (gouden) sieraden, aan haar worden toebedeeld zonder verdere verrekening van een eventuele overwaarde.
4.37.
Ter zitting heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erkend dat het kastje van de moeder van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] nog in de woning staat en dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] dit kastje mag hebben zonder verdere verrekening. De rechtbank zal bij eindvonnis in overeenstemming hiermee beslissen.
4.38.
Ter zitting heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verklaard de overige goederen niet (meer) te hebben. In zoverre kunnen die goederen niet worden toebedeeld aan een van partijen. De rechtbank zal desalniettemin bij eindvonnis beslissen dat voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze goederen alsnog in de woning mocht aantreffen, hij deze zonder verdere verrekening aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] dient af te geven.
Banksaldi en bankafschriften
4.39.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gesteld dat partijen de volgende bankrekeningen hebben:
op naam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
- [rekeningnummer 1] . Het saldo op de peildatum bedroeg circa € 174,16 (zie productie 7).
op naam van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
  • [rekeningnummer 2]
  • [rekeningnummer 3]
  • [rekeningnummer 4] .
De saldi hiervan zijn [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onbekend. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] moet informatie dienaangaande verstrekken, zo stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de periode van 1 september 2019 tot en met 17 februari 2020 veel geld naar zichzelf overgemaakt, terwijl dit gemeenschapsgeld betrof en tussen partijen verdeeld moet worden (zie productie 8). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert verdeling van de saldi van de bankrekeningen op 13 februari 2020. Aangezien [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] de woning in september 2019 heeft verlaten, stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] er recht en belang bij te hebben dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] afschriften van de betreffende bankrekeningen vanaf 1 september 2019 tot en met 13 februari 2020 in het geding brengt.
4.40.
Als onbetwist zal de rechtbank het saldo op 13 februari 2020 op de bankrekening op naam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en eindigend op -288 van € 174,16 bij eindvonnis toedelen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , onder veroordeling de helft van dit bedrag (zijnde € 87,08) aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen.
4.41.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft als productie A bankafschriften van februari 2020 van de bankrekeningen eindigend op - [rekeningnummer 2] , - [rekeningnummer 3] en - [rekeningnummer 4] ingebracht. Verder heeft zij als productie F een kopie van een buitenlandse bankrekening bij BP Casablanca van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingebracht. Ter zitting heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] de saldi van de bankrekeningen nader toegelicht.
4.42.
In overeenstemming met hetgeen ter zitting is beslist, zal de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de gelegenheid stellen bij akte te reageren op de door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ingediende producties A tot en met G, waaronder bankafschriften. In afwachting daarvan houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
Benadeling gemeenschap: overboeking € 32.500,00 en meenemen € 7.000,00 in cash
4.43.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gesteld dat uit de bankafschriften (productie 9) is gebleken dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie]
op 27 september 2019 van haar bankrekening eindigend op - [rekeningnummer 2] € 32.500,00 heeft overgemaakt naar een bankrekening van de dochter van partijen, [naam dochter] , met als kennelijk doel dit bedrag buiten de verdeling te houden. Dit is zonder overleg en/of toestemming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gebeurd. Daarnaast heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] op de dag dat zij uit de woning vertrok € 7.000,00 in contanten meegenomen. Dit geld lag in de slaapkamer van partijen. Dit valt ook in de gemeenschap en moet tussen partijen worden verdeeld, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . In totaal heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] € 39.500,00 aan de huwelijksgemeenschap onttrokken, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] dat ex art. 1:164 BW in de huwelijksgemeenschap dient in te brengen, waarna het bij helfte tussen partijen dient te worden verdeeld. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de onttrekking en/of benadeling van de huwelijksgemeenschap in ieder geval plaatsgevonden binnen 6 maanden voordat het verzoek tot echtscheiding door haar werd ingediend.
4.44.
Ter zitting heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] erkend dat het bedrag van € 32.500,00 bij de verdeling moet worden betrokken. De rechtbank begrijpt hieruit dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft erkend dit bedrag te hebben overgeboekt en daar de beschikking over te hebben (gehad). De rechtbank zal [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] bij eindvonnis veroordelen de helft van dit bedrag (zijnde € 16.250,00) aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen.
4.45.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft betwist bij haar vertrek uit de woning € 7.000,00 in contanten heeft meegenomen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bewijst volgens haar dienaangaande ook niets.
4.46.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende heeft gesteld met betrekking tot de aanwezigheid van een bedrag van € 7.000,00 in contanten in de woning én dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] dit bedrag bij vertrek uit de woning zou hebben meegenomen. Gezien deze blote stelling komt de rechtbank niet toe aan het expliciete door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ter zitting gedane bewijsaanbod. Dit deel van het gevorderde zal om die reden bij eindvonnis worden afgewezen.
Akten
4.47.
In afwachting van de te nemen akten houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
27 maart 2024voor het nemen van een akte
:
  • door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage (rov. 4.11.-4.12.),
  • door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] met betrekking tot hetgeen in rov. 4.15.-16. staat,
  • door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met betrekking tot hetgeen in rov. 4.41.-4.42. staat,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken op
28 februari 2024.
JC