ECLI:NL:RBLIM:2023:793

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
1 februari 2023
Zaaknummer
C/03/301724 / HA ZA 22-66
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid adviseur van voetbalclub voor mislopen NOW-aanvraag door overschrijding termijn

In deze zaak vorderden MVV Maastricht B.V. en Stichting MVV Maastricht een verklaring voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade die zij hebben geleden door het mislopen van de NOW-aanvraag. De rechtbank Limburg oordeelde dat [gedaagde], die als adviseur was aangesteld, niet tekortgeschoten was in zijn verplichtingen. De rechtbank stelde vast dat MVV Maastricht geen concrete opdracht had gegeven voor de aanvraag NOW 2.0 en dat [gedaagde] voldoende had gewaarschuwd over de aanvraagtermijn. De rechtbank concludeerde dat MVV Maastricht onvoldoende had aangetoond dat [gedaagde] een toerekenbare tekortkoming had begaan. Hierdoor werden de vorderingen van MVV Maastricht afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 18 januari 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/301724 / HA ZA 22-66
Vonnis van 18 januari 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MVV MAASTRICHT B.V.,
gevestigd te Maastricht,
2. de stichting
STICHTING MVV MAASTRICHT,
gevestigd te Maastricht,
eiseressen,
advocaat mr. A.W. Brantjes,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. S.G.J. Habets.
Partijen zullen hierna “MVV Maastricht”, “Stichting MVV” en “ [gedaagde] ” genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 15,
  • de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 3,
  • de door MVV Maastricht en Stichting MVV op 21 oktober 2022 bij B3-formulier ingediende aanvullende productie 16,
  • de door [gedaagde] op 27 oktober 2022 ingediende ongecensureerde versie van productie 3 van de conclusie van antwoord,
  • de door MVV Maastricht en Stichting MVV ter mondelinge behandeling overgelegde spreekaantekeningen,
  • de door [gedaagde] ter mondelinge behandeling overgelegde spreekaantekeningen,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 2 november 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Stichting MVV is opgericht op 11 augustus 1960. Bij notariële akte verleden op
7 september 2018 is voornoemde stichting in de zin van artikel 2:18 BW omgezet in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, te weten MVV Maastricht.
2.2.
MVV Maastricht is een Betaald Voetbal Organisatie (hierna: “BVO”) in Maastricht. MVV Maastricht speelt in de Keuken Kampioen divisie, het tweede profniveau van Nederland ressorterend onder de KNVB. Tevens exploiteert MVV Maastricht een horecabedrijf in dat verband.
2.3.
[gedaagde] is vanaf 2014 betrokken geweest bij Stichting MVV en Maastricht MVV, eerst als penningmeester en daarna, vanaf 1 juli 2015 tot en met 1 februari 2020, als financieel directeur. Na zijn aftreden als financieel directeur is [gedaagde] , op verzoek van het bestuur van MVV Maastricht, vanaf 3 maart 2020 blijven adviseren op het gebied van financiën, een en ander basis van een overeenkomst van opdracht (hierna: “de Overeenkomst”). In de Overeenkomst (productie 2 bij dagvaarding) staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
OVEREENKOMST TOT OPDRACHT
Activiteit: Adviseur MVV Maastricht
ONDERGETEKENDEN
1.
De rechtspersoon Stichting MVV Maastricht, gevestigd en kantoorhoudende aan de Geusseltweg 11, 6225 XS te Maastricht, ten deze bevoegd vertegenwoordigd door de heer [naam technisch directeur] (Technisch Directeur) en de heer [naam financieel directeur] (Financieel Directeur A.i.), hierna te noemen“Opdrachtgever”
en
2.
De heer drs. [gedaagde] , geboren op [geboortedatum] 1950, wonende te Maastricht aan het adres (…), handelende onder de naam [handelsnaam] . Hierna te noemen de“Opdrachtnemer”;
Tezamen te noemen: “Partijen”.
(…).
Partijen komen het volgende overeen:
Artikel 1 De opdracht
1.1
Opdrachtnemer verplicht zich voor de duur van de overeenkomst de navolgende werkzaamheden te verrichten in het kader van een adviseursrol van de BVO MVV Maastricht:
  • Controlerende en adviserende rol voor financieel directeur a.i.;
  • Adviserende rol directieteam bij transferdossiers;
Concreet zal dit ondersteuning betreffen op de volgende gebieden:
  • Maandelijks overleg financieel directeur a.i. inzake algehele voortgang financiën;
  • Periodiek overleg met [naam technisch directeur] erbij;
  • Aanwezigheid bij auditcommissie (gedurende looptijd zal dit wellicht 3 momenten bevatten);
  • Bezwaarschriften belastingdienst;
  • Advies directieteam bij transfers;
  • Advies juridische dossiers;
  • Advies bij opstelling begroting;
1.3
Opdrachtnemer zal zijn Opdracht verrichten bij Opdrachtgever. Kantoor kan
worden gehouden bij MVV.
1.4
De werkzaamheden zijn gekwantificeerd op 20 uur per maand. Uitbreiding van de
uren kan alleen met instemming van de Opdrachtgever
1.5
Opdrachtnemer zal hij de uitvoering van zijn werkzaamheden de zorg van een goed
en kundig Opdrachtnemer in acht nemen.
Artikel 2 Uitvoering van de opdracht
2.1
Opdrachtnemer accepteert de Opdracht en aanvaardt daarmee de volle
verantwoordelijkheid voor het op juiste wijze uitvoeren van de overeengekomen
werkzaamheden.
(…).
2.3
Opdrachtnemer is bij het uitvoeren van de overeengekomen werkzaamheden
geheel zelfstandig, Hij verricht de overeengekomen werkzaamheden naar eigen
inzicht en zonder toezicht of leiding van Opdrachtgever. Opdrachtgever kan wel
aanwijzingen en instructies geven omtrent het resultaat van de opdracht.
Artikel 3 Duur van de overeenkomst
3.1
De opdracht vangt aan op 1 februari 2020 en wordt aangegaan tot en met
31 augustus 2020.
(…).
Artikel 4 Nakoming
4.1
Indiende Opdrachtnemer op enig moment voorziet dat hij de verplichtingen in
verband met een geaccepteerde Opdracht niet, niet tijdig of niet naar behoren
kan nakomen, dan dient de Opdrachtnemer de Opdrachtgever hiervan onmiddellijk
op de hoogte te stellen.
Artikel 7 Aansprakelijkheid/schade/vrijwaring
7.1
Opdrachtgever is niet aansprakelijk voor enige schade en/of letsel die
Opdrachtnemer, door welke oorzaak dan ook, gedurende het verrichten van de
Opdracht mocht komen te lijden.
7.2
Opdrachtnemer vrijwaart Opdrachtgever tegen aanspraken van derden die het
gevolg zijn van, voortvloeien uit of verband houden met het handelen of nalaten
van Opdrachtnemer tijdens of in verband met het verrichten van werkzaamheden
onder deze overeenkomst.
7.3
Opdrachtnemer verklaart de Opdracht uit te voeren in de zelfstandige uitoefening van
zijn beroep. Opdrachtnemer draagt zorg voor de nakoming van de uit deovereenkomst voortvloeiende verplichtingen t.a.v. belastingen.
7.4
Eventuele belastingclaims, verschuldigde sociale verzekeringspremies, boetes en/of
rente voortvloeiende uit deze overeenkomst komen geheel, zonder uitzondering voor
rekening van Opdrachtnemer.
7.5
Opdrachtnemer vrijwaart Opdrachtgever voor eventuele aanspraken ter zake van de
fiscus en/of UWV voor niet betaalde belasting en/of premies sociale verzekeringen
met betrekking tot de in artikel 4 lid 1 bedoelde vergoeding(en), alsmede voor de
daaruit voortvloeiende kosten van bezwaar, beroep etc.
Artikel 8 Verzekeringen
Opdrachtgever is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor het afsluiten van enige
verzekering ten behoeve van Opdrachtnemer en/of de door Opdrachtnemer uit te
voeren werkzaamheden onder deze overeenkomst.
Artikel 9 Rechts- en forumkeuze
9.1
Op deze overeenkomst en al hetgeen daarmee verband houdt, is Nederlands recht
van toepassing.
9.2
Geschillen met betrekking tot deze overeenkomst of met betrekking tot al hetgeen
daarmee verband houdt of daaruit voortvloeit, zullen aan de bevoegde rechter in
Nederland worden voorgelegd.”
2.4.
Vanwege de gevolgen van het coronavirus is het betaald voetbal vanaf 12 maart 2020 tot 1 september 2020 stilgelegd, waardoor inkomsten van MVV Maastricht wegvielen. Op 12 september 2020 is het seizoen 2020/2021 begonnen met zeer beperkte toegang van publiek in de stadions. Vanaf 10 oktober 2020 tot en met de laatste wedstrijd van dat seizoen was geen publiek toegestaan.
2.5.
Als gevolg van de terugval in de inkomsten heeft MVV Maastricht recht gehad op een tegemoetkoming in de loonkosten teneinde de werkgelegenheid te behouden (hierna: “NOW 1.0 en NOW 2.0”). In totaal heeft MVV Maastricht een bedrag van € 247.386,00 aan NOW 1.0 ontvangen.
2.6.
Op 3 augustus 2020 heeft de heer [naam financieel directeur] (hierna: “ [naam financieel directeur] ”), financieel directeur van MVV Maastricht, aan [gedaagde] een e-mail verzonden (productie 6 bij dagvaarding) met als onderwerp ‘RE: NOW 1.0 en 2.0’. In dit bericht staat het volgende vermeld:
‘(…). Ik wil graag even op mail zetten wat wij donderdag hebben besproken omtrent de NOW 1.0 en 2.0. Na ons gesprek heb ik tevens met de accountant overlegd, dat neem ik ook hierin mee.
NOW 1.0
Van NOW 1.0 is er een subsidie door UWV aangevraagd/toegekend van € 309.235, waarvan een voorschot ad. € 247.386,- is uitgekeerd.
Momenteel is aan gerealiseerde subsidie in seizoen 2019-2020 een bedrag van € 218.058 meegenomen. Dit verschil van € 91.177 is als volgt te specificeren:
29.328 vermindering als gevolg van bekende invloeden die de subsidie zullen verminderen (lager gemiddelde loon, hoger dagloon)
61.849 ingehouden voorschot
91.177
De vermindering is zo goed als zeker. Van het ingehouden voorschot hopen wij nog het meeste te mogen ontvangen, maar pas nadat de accountant het percentage omzetderving heeft gecontroleerd en vastgesteld.
Omdat de brancheorganisatie van accountants (NBA) nog in overleg is met het ministerie over de subsidie kunnen zij dit momenteel nog niet vaststellen. De vaststelling van de subsidie zal daarom pas in 2020-2021 plaatsvinden.
NOW 2.0
Ik heb in het bijgevoegde bestand tabbladen toegevoegd voor enerzijds het SV-loon per maand en anderzijds de berekening omzetderving.
Mijn verwachting is dat we minstens 200k moeten binnenslepen vanuit NOW 2.0, om hieraan te komen moeten we minstens 54% omzetderving kunnen aantonen.
Ik denk dat we in werkelijkheid meer op 65%-70% uit zullen komen, maar daarvoor zullen we alle informatie goed moeten verzamelen.
De to-do’s zijn in elk geval:
  • SV-loon vaststellen (dit is voor nu al geschat);
  • TVL aanvragen;
  • Vaststellen percentage omzetderving;
Ik wil uiterlijk 31-08-2020 de subsidie aanvragen. Hoewel de liquiditeit nu op +/- 500k uit komt, hebben we ook te maken met forse schulden op gebied van Belastingen en de Gemeente! (…).’
2.7.
Op 27 augustus 2020 heeft [naam financieel directeur] aan [gedaagde] een e-mail verzonden (productie 6 bij dagvaarding) met als onderwerp ‘Overheidssubsidies (NOW 1.0, 2.0 en TVL)’, waarin onder andere het volgende staat vermeld:
‘Ik zet hieronder even het resultaat van onze bespreking vanochtend op mail ter finale bevestiging door jou en ter info voor [naam] .
Met NOW 1.0 hebben we 83% omzetdaling genoteerd, met +/- 218.000 aan subsidie geboekt (eventueel nog de hoop +/- 50k bij de definitieve aanvraag te kunnen binnenslepen);
Met NOW 2.0 hebben we nu de volgende zaken genoteerd:
  • De eerdere verwachtingen waren dat er 200.000 subsidie zou komen uit NOW 2.0;
  • Voor de periode juni-september verwacht ik tussen de 60% en 70% inkomstenderving, met een huidig percentage van 67%;
  • 60% zou een subsidie betekenen van 238.000 dit gaan we m.i. minimaal krijgen, 38k hoger dan geanticipeerd
  • 67% zou een subsidie betekenen van 270.000 dit is de huidige verwachting maximaal, 66k hoger dan geanticipeerd
  • 70% zou een subsidie betekenen van 279.000 dit gaan we aanvragen 79k hoger dan geanticipeerd
Wat betreft de TVL: ik heb een aanvraag ingediend twee weken geleden, waaruit een voorschot van € 40.000 uit kwam.
Vervolgens is er een verzoek voor meer informatie ingediend, maar er zijn technische storingen op de RVO website waardoor ik dat verzoek niet kan ophalen.
Morgenmiddag kan ik opnieuw proberen, wordt vervolgd! (…).’
2.8.
Op 4 september 2020 heeft [gedaagde] per e-mail aan [naam financieel directeur] het volgende laten weten:
‘(…). Alles overwegend zou ik kiezen voor separate indiening NOW 1.0 en NOW 2.0. Maar…..jij bent de financieel manager!
Wat mij betreft kun je de voorlopige aanslag NOW 2.0 nu finaliseren. (…).’
2.9.
MVV Maastricht heeft op 7 september 2020 een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de loonkosten op grond van de NOW 2.0 voor de periode juni tot en met september 2020.
2.10.
Bij het primaire besluit heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de aanvraag van MVV Maastricht afgewezen, omdat een aanvraag op grond van de NOW 2.0 uiterlijk op 31 augustus 2020 had moeten worden ingediend.
2.11.
MVV Maastricht heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Bij besluit van
27 oktober 2020 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het bezwaar tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
2.12.
MVV Maastricht heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep is bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 26 mei 2021 ongegrond verklaard.
2.13.
Bij brief van 26 juli 2021 heeft MVV [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de geleden schade.

3.Het geschil

3.1.
Stichting MVV en MVV Maastricht vorderen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, (a) een verklaring voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door MVV geleden en (mogelijk) nog te lijden schade wegens het mislopen van de NOW aanvraag, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet en (b) een verklaring voor recht dat [gedaagde] over de door MVV geleden schade wettelijke handelsrente, althans wettelijke rente verschuldigd is vanaf 26 juli 2021 tot aan de datum der algehele voldoening, alsmede dat [gedaagde] gehouden is tot voldoening van de buitengerechtelijke incassokosten, een en ander onder veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Stichting MVV en MVV Maastricht leggen aan deze vorderingen, in de kern begrepen, ten grondslag dat [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst.
3.3.
[gedaagde] betwist de vorderingen en voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant voor de beoordeling van de vorderingen, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid Stichting MVV

4.1.
Als meest verstrekkende verweer heeft [gedaagde] de niet-ontvankelijkheid van Stichting MVV naar voren gebracht. Uit de akte van statutenwijziging van MVV Maastricht blijkt volgens [gedaagde] dat Stichting MVV door haar bestuur is omgezet in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MVV Maastricht.
4.2.
De constatering van [gedaagde] en de daarop gebaseerde gevolgtrekking ten aanzien van de omzetting van de rechtspersoon Stichting MVV naar MVV Maastricht, zijn juist. Nu Stichting MVV, als rechtsvoorganger van MVV Maastricht, door haar omzetting is opgehouden te bestaan, moet dit tot niet-ontvankelijkheid van haar vorderingen leiden. Aldus zal de rechtbank hierna bepalen.
Inhoud van de Overeenkomst
4.3.
MVV Maastricht heeft zich op het standpunt gesteld dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de Overeenkomst. [gedaagde] had op basis van de Overeenkomst immers zorg moeten dragen voor een correcte en tijdige aanvraag van de NOW 2.0, althans in ieder geval moeten zorgen voor een correcte advisering rondom die aanvraag en de uiterste aanvraagdatum. Doordat [gedaagde] heeft nagelaten daarover tijdig en kundig te adviseren, is de aanvraag NOW 2.0 door MVV Maastricht te laat ingediend en heeft zij schade geleden, aldus MVV Maastricht.
4.4.
De rechtbank stelt vast dat MVV Maastricht geen concrete opdracht heeft gegeven voor de aanvraag NOW 2.0. De vraag is dan of die aanvraag dan wel het geven van advies hieromtrent valt onder de algemene doorlopende opdracht die MVV Maastricht aan [gedaagde] heeft verstrekt voor het verrichten van diensten op financieel gebied op grond van de Overeenkomst. Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden, en zulks blijkt ook uit de tussen [naam financieel directeur] en [gedaagde] uitgewisselde e-mailberichten, dat de controlerende en adviserende rol van [gedaagde] zag op het cijfermatige aspect van de aanvraag NOW 2.0. Hij controleerde of de aanvraag NOW 2.0 cijfermatig klopte. De rechtbank gaat er op basis daarvan vanuit dat in ieder geval de cijfermatige controle van de aanvraag NOW 2.0 binnen de gebruikelijke vorm van dienstverlening, waarvoor dus geen separate opdracht aan [gedaagde] vereist was, viel. Aan de orde komt dan of en in hoeverre de tussen partijen bestaande relatie, die gebaseerd is op de Overeenkomst, ook inhoudt dat [gedaagde] MVV Maastricht, in de persoon van [naam financieel directeur] , uit eigen beweging had moeten waarschuwen dat de aanvraag NOW 2.0 uiterlijk 31 augustus 2020 moest worden ingediend.
Zorgplicht opdrachtnemer
4.5.
De rechtbank overweegt dat bij aansprakelijkheid uit opdracht de norm centraal staat dat een beroepsbeoefenaar ten opzichte van zijn cliënt de zorgvuldigheid in acht moet nemen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Deze zorgplicht is ook verwoord in het tussen partijen geldende artikel 1 lid 5 en artikel 2 lid 1 van de Overeenkomst: [gedaagde] zal bij de uitvoering van zijn werkzaamheden de zorg van een goed en kundig opdrachtnemer in acht nemen en aanvaardt de volle verantwoordelijkheid voor het op juiste wijze uitvoeren van de overeengekomen werkzaamheden. Dat houdt in dat [gedaagde] aansprakelijk is voor door MVV Maastricht geleden schade als sprake is van een tekortkoming die onder normale omstandigheden bij normale vakkennis en met inachtneming van normale oplettendheid en wijze van vakuitoefening vermeden had kunnen worden. Een adviseur dient zich onder omstandigheden ook buiten zijn opdracht te begeven. Als professional moet hij soms waarnemingen buiten die opdracht in de richting van opdrachtgever vertalen naar adviezen of waarschuwingen.
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat MVV Maastricht in het onderhavige geval van [gedaagde] mocht verwachten dat hij MVV Maastricht niet alleen op cijfermatig vlak inzake NOW 2.0 adviseerde, maar dat hij haar ook informeerde over de aanvraagtermijn en zou waarschuwen voor een mogelijke overschrijding daarvan.
4.7.
Het is de rechtbank echter niet gebleken dat [gedaagde] dit heeft nagelaten. [gedaagde] heeft als adviseur van MVV Maastricht dit belang in voldoende mate bewaakt. Hij heeft MVV Maastricht, in de persoon van [naam financieel directeur] , geruime tijd voor afloop van de aanvraagtermijn geïnformeerd over het bestaan van de NOW 2.0 en het mogelijke beroep dat MVV Maastricht daarop zou kunnen doen, inclusief de daaraan verbonden aanvraagtermijn. Uit de overgelegde stukken van partijen volgt immers dat [gedaagde] meerdere malen met [naam financieel directeur] heeft gesproken en gemaild over de cijfermatige invulling van de aanvraag NOW 2.0. [naam financieel directeur] heeft daaropvolgend, op 3 augustus 2020, aan [gedaagde] laten weten uiterlijk 31 augustus 2020 de aanvraag in te willen dienen. Op 27 augustus 2020 hebben [naam financieel directeur] en [gedaagde] nog een laatste bespreking gehad inzake onder andere de NOW 2.0, waarbij de nadere cijfermatige invulling van deze aanvraag aan de orde is geweest. De rol van [gedaagde] zag hierbij op het meedenken en helpen bij het opstellen van een inhoudelijke (financiële) onderbouwing van de aanvraag NOW 2.0. MVV Maastricht heeft niet betwist dat [gedaagde] tijdens dit gesprek [naam financieel directeur] er nog(maals) op gewezen heeft dat hij er voor moest zorgen dat ook aanvraag NOW 2.0 tijdig zou worden ingediend, zoals [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard. Daarmee heeft hij naar het oordeel van de rechtbank aan zijn waarschuwingsplicht voldaan. Het gegeven dat daarbij onduidelijk is of [gedaagde] de uiterste indieningsdatum van 31 augustus 2020 specifiek heeft genoemd, doet daar niets aan af. [naam financieel directeur] wist immers dat [gedaagde] de aanvraag niet zelf via het UWV-portaal kon indienen en had uit diens mededeling toch minimaal moeten afleiden dat hijzelf in actie moest komen. [naam financieel directeur] had immers alle gegevens die vereist waren om de aanvraag in te kunnen dienen en hij had ook eerder voor het indienen van de aanvraag NOW 1.0 zorggedragen. Daarbij zij herhaald dat [naam financieel directeur] eerder al aan [gedaagde] had laten weten uiterlijk 31 augustus 2020 de aanvraag in te willen dienen. Bovendien was MVV Maastricht, gelet op de succesvolle aanvraag NOW 1.0, reeds bekend was met de wijze van indiening. Zij wist dus hoe de aanvraagprocedure in het algemeen verliep en waar zij op moest letten. Verder werd de NOW ook tijdens vele conferencecalls met brancheorganisaties van MVV Maastricht, waaronder de Coöperatie Eerste Divisie, de KNVB, de Eredivisie CV en de FBO, waaraan [naam financieel directeur] namens MVV Maastricht deelnam, als onderwerp besproken. Ook uit de overgelegde voortgangsrapportages van het MT van MVV Maastricht blijkt dat de aanvraag NOW 2.0 vaker op de agenda heeft gestaan en dat [naam financieel directeur] onder zijn verantwoordelijkheid de mogelijkheden voor een beroep op NOW 2.0 zou onderzoeken.
4.8.
Dat [gedaagde] pas op 4 september 2020 heeft gereageerd op het e-mailbericht van
27 augustus 2020 van [naam financieel directeur] , kan hem niet worden aangerekend. Tussen partijen staat immers vast dat MVV Maastricht - vooruitlopend op het einde van de Overeenkomst met [gedaagde] per 1 september 2020 – [gedaagde] de toegang tot de systemen van MVV Maastricht in ieder geval vanaf half augustus 2020 heeft ontnomen. Vast staat dat voormeld e-mailbericht pas op 4 september 2020 naar het privé e-mailadres van [gedaagde] is verzonden en dat [gedaagde] hier, voor het eindigen van de uiterste indieningsdatum van de NOW 2.0 en het eindigen van de Overeenkomst van opdracht op 31 augustus 2020, aldus geen kennis meer van heeft kunnen nemen. Het kan hem derhalve niet worden tegengeworpen dat hij daar niet eerder op heeft gereageerd.
Slotsom
4.9.
Gelet op het hiervoor overwogene, komt de rechtbank tot de slotsom dat MVV Maastricht, mede in het licht van het gevoerde verweer, onvoldoende heeft gesteld om een toerekenbare tekortkoming van [gedaagde] jegens MVV Maastricht aan te kunnen nemen. Dat betekent dat de vorderingen MVV Maastricht worden afgewezen. MVV Maastricht zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
4.10.
De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht 2.277,00
- salaris advocaat
3.540,00(2,0 punten × tarief € 1.770,00)
Totaal € 5.817,00

5.De beslissing

De rechtbank
ten aanzien van Stichting MVV
5.1.
verklaart Stichting MVV niet-ontvankelijk in haar vorderingen,
ten aanzien van MVV Maastricht
5.2.
wijst de vorderingen af,
5.3.
veroordeelt MVV Maastricht in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 5.817,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op
18 januari 2023. [1]

Voetnoten

1.type: AP