Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
verwerende partij in het verzoek.
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
hij het beter wil gaan doenen
dat hij zijn communicatie wil verbeteren.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting Kindante en de werknemer, die als conciërge werkzaam was. De werknemer, geboren in 1978, was sinds 1 december 2008 in dienst en had na een langdurige ziekteperiode zijn werkzaamheden in mei 2022 hervat. De nieuwe directeur van Kindante, [directeur], had echter de vrijheden die de werknemer onder de vorige directeur genoot, ingetrokken, wat leidde tot spanningen in de arbeidsrelatie.
De werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van een verstoorde arbeidsverhouding, waarbij zij stelde dat de werknemer niet openhartig was over de opbrengsten van oud ijzer en zich niet aan de nieuwe werktijden hield. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen opzegverbod van toepassing was en dat er een redelijke grond voor ontbinding aanwezig was, aangezien de werknemer zich moeilijk kon aanpassen aan de nieuwe leidinggevende stijl.
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 april 2023 en een transitievergoeding van € 13.696,29 toegekend aan de werknemer, omdat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van zijn kant. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.