In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 20 december 2023 een vonnis gewezen in de zaak tussen eiseres en gedaagde. Eiseres had geen advocaat meer gesteld na de onttrekking van haar advocaat, mr. Wolfs, op 2 augustus 2023. Dit leidde ertoe dat eiseres niet in staat was om proceshandelingen te verrichten, wat haar recht op verdediging in gevaar bracht. De rechtbank oordeelde dat de onttrekking van de advocaat niet leidt tot schorsing van de procedure, en dat eiseres op de hoogte had moeten zijn van de noodzaak om een nieuwe advocaat aan te stellen.
In het tussenvonnis van 13 september 2023 was eiseres opgedragen bewijs te leveren van de geestelijke toestand van de erflater op 31 juli 2018, om aan te tonen dat de wil tot het maken van een uiterste wilsbeschikking ontbrak. Echter, na de onttrekking van haar advocaat heeft eiseres geen nieuwe procesvertegenwoordiger aangesteld, waardoor zij niet in staat was om het vereiste bewijs te leveren. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aan haar bewijslast had voldaan, wat resulteerde in de afwijzing van haar vorderingen.
De rechtbank compenseerde de proceskosten tussen partijen, gezien de familierelatie, waardoor iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis werd openbaar uitgesproken door mr. V.E.J. Noelmans.