Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 109,44
- griffierecht € 1.384,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de kantonrechter van de Rechtbank Limburg is behandeld, vorderde de besloten vennootschap JARO B.V. betaling van een bedrag van € 22.848,91 aan hoofdsom van de besloten vennootschap GREENLEAF INFRA B.V. Daarnaast vorderde JARO B.V. wettelijke handelsrente, buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van de procedure. De eisende partij stelde dat de gedaagde partij een bedrag onbetaald had gelaten en dat zij recht had op vergoeding van de incassokosten en rente. De gedaagde partij heeft na verkregen uitstel niet meer geantwoord, waardoor de vordering ten aanzien van de hoofdsom als niet weersproken vaststond.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van JARO B.V. op basis van de overeenkomst van opdracht toewijsbaar was. De rechter wees de gevorderde hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke handelsrente toe, omdat aan alle voorwaarden was voldaan. De rechter wees echter de vordering tot vergoeding van rente op rente af, omdat dit niet was bedongen in overeenstemming met artikel 6:119a lid 3 BW.
De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde partij een totaalbedrag van € 24.848,41 aan de eisende partij moest betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente. Tevens werd de gedaagde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij waren begroot op € 2.022,44. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.