ECLI:NL:RBLIM:2023:7491

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
10623877 \ CV EXPL 23-3111
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betaling van hoofdsom en incassokosten in een overeenkomst van opdracht

In deze zaak, die voor de kantonrechter van de Rechtbank Limburg is behandeld, vorderde de besloten vennootschap JARO B.V. betaling van een bedrag van € 22.848,91 aan hoofdsom van de besloten vennootschap GREENLEAF INFRA B.V. Daarnaast vorderde JARO B.V. wettelijke handelsrente, buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van de procedure. De eisende partij stelde dat de gedaagde partij een bedrag onbetaald had gelaten en dat zij recht had op vergoeding van de incassokosten en rente. De gedaagde partij heeft na verkregen uitstel niet meer geantwoord, waardoor de vordering ten aanzien van de hoofdsom als niet weersproken vaststond.

De kantonrechter oordeelde dat de vordering van JARO B.V. op basis van de overeenkomst van opdracht toewijsbaar was. De rechter wees de gevorderde hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke handelsrente toe, omdat aan alle voorwaarden was voldaan. De rechter wees echter de vordering tot vergoeding van rente op rente af, omdat dit niet was bedongen in overeenstemming met artikel 6:119a lid 3 BW.

De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde partij een totaalbedrag van € 24.848,41 aan de eisende partij moest betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente. Tevens werd de gedaagde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij waren begroot op € 2.022,44. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10623877 \ CV EXPL 23-3111
Vonnis van de kantonrechter van 20 december 2023
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JARO B.V.,
gevestigd te Ouddorp,
eisende partij,
gemachtigde mr. drs. C. Sneevliet,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GREENLEAF INFRA B.V.,
kantoorhoudende Snellius 1,
6422 RM Heerlen,
gedaagde partij,
verschenen bij M. Redhead.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Eisende partij vordert – zakelijk weergegeven - veroordeling van gedaagde partij tot betaling van:
een bedrag van € 22.848,91 aan hoofdsom,
een bedrag van € 1.033,31 aan vervallen wettelijke handelsrente,
de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 22 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening,
een bedrag van € 1.003,49 excl. btw aan buitengerechtelijke incassokosten,
de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente,
de nakosten,
de kosten van de dagvaarding.
2.2.
Eisende partij legt nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht aan haar vordering ten grondslag.
Gedaagde partij heeft een bedrag van € 22.848,91 onbetaald gelaten. Voorts stelt eisende partij dat gedaagde partij aan haar een vergoeding van € 1.003,49 voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is. Daarnaast maakt zij aanspraak op de wettelijke handelsrente. Eisende partij berekent de rente vanaf de vervaldata van de facturen tot en met 22 juni 2023 op € 1.033,01.

3.De beoordeling

3.1.
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering ten aanzien van de hoofdsom staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
3.2.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 1.003,49 wordt toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen en het geëiste bedrag gelijk is aan het bedrag dat op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is toegelaten.
3.3.
De vervallen wettelijke handelsrente over de openstaande facturen van € 1.033,01 wordt ook toegewezen, omdat eisende partij genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald.
3.4.
Voor zover de vordering strekt tot vergoeding van rente op rente zal deze worden afgewezen, nu gesteld noch anderszins gebleken is dat zulks in afwijking van artikel 6:119a lid 3 BW is bedongen.
De gevorderde lopende wettelijke handelsrente zal daarom worden toegewezen vanaf 23 juni 2023.
3.5.
De conclusie van het voorgaande is dat een bedrag van € 24.885,41, bestaande uit
- € 22.848,91 aan hoofdsom
- € 1.003,49 aan buitengerechtelijke incassokosten
- € 1.033,01 aan wettelijke handelsrente
zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 22.848,91 vanaf 23 juni 2023 tot de dag van volledige betaling.
3.6.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 109,44
  • griffierecht € 1.384,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 2.022,44

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 24.848,41, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over € 22.848,91 vanaf 23 juni 2023 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 2.022,44, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 1.913,00 met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt gedaagde partij als deze niet binnen twee weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 132,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC