ECLI:NL:RBLIM:2023:7466
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- K.M.J.A. Smitsmans
- A.E.M. Genders
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende vergunning Wet beheer rijkswaterstaatswerken
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vergunning verleend op 19 juli 2023 door de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan een vergunninghoudster voor het demonteren van een zendmast en het uitvoeren van werkzaamheden op een verzorgingsplaats nabij de rijksweg A15. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij meent dat er een spoedeisend belang is. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het verzoek kennelijk ongegrond is. De vergunninghoudster heeft aangegeven dat de werkzaamheden pas na 1 oktober 2024 zullen beginnen, wat betekent dat er geen onomkeerbare gevolgen zijn zolang er niet met de werkzaamheden wordt gestart. Bovendien is het waarschijnlijk dat de minister voor die tijd al een beslissing op het bezwaar van verzoekster zal nemen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen zonder zitting, op basis van artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat er geen onverwijlde spoed aanwezig is. De uitspraak is gedaan door mr. K.M.J.A. Smitsmans, in aanwezigheid van griffier mr. A.E.M. Genders, en is openbaar uitgesproken op 15 december 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.