ECLI:NL:RBLIM:2023:7327

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
10790978 \ CV EXPL 23-4918
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallige premie en incassokosten uit autoverzekeringsovereenkomst

In deze zaak vordert de naamloze vennootschap Unigarant N.V., handelend onder de naam ANWB Verzekeren, betaling van een bedrag van € 125,71 van de gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een autoverzekeringsovereenkomst die Unigarant met de gedaagde heeft gesloten. Unigarant stelt dat de gedaagde een achterstand heeft in de betaling van de verschuldigde premies, die volgens hen € 77,31 bedraagt. Daarnaast vordert Unigarant een vergoeding van € 48,40 voor buitengerechtelijke incassokosten, alsook de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de ingebrekestelling tot de dag van algehele voldoening.

De gedaagde erkent de vordering, maar geeft aan dat zijn financiële situatie problematisch is. De kantonrechter overweegt dat de gedaagde vermoedelijk als consument moet worden aangemerkt en dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht van toepassing zijn. De rechter concludeert dat er geen schending van deze bepalingen heeft plaatsgevonden en dat de vordering van Unigarant niet voldoende wordt betwist. Daarom wordt de hoofdsom van € 77,31 toegewezen, met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, die op 2 november 2023 is ingediend.

Wat betreft de vordering van de buitengerechtelijke incassokosten, oordeelt de kantonrechter dat Unigarant niet voldoende heeft aangetoond vanaf welke datum de gedaagde in verzuim is, waardoor deze kosten niet kunnen worden toegewezen. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Unigarant zijn begroot op € 297,48. Het vonnis is uitgesproken door mr. E.V.L. Heuts op 13 december 2023 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10790978 \ CV EXPL 23-4918
Vonnis van de kantonrechter van 13 december 2023
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
UNIGARANT N.V.,mede h.o.d.n.
“ANWB Verzekeren”,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eisende partij,
gemachtigden A. Niekus en mr. E. Krom,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna Unigarant en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Unigarant vordert – samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 125,71, te vermeerderen met rente en kosten.
2.2.
Ter onderbouwing van haar vordering voert Unigarant (samengevat) bij dagvaarding het volgende aan.
Unigarant heeft op grond van een met [gedaagde] gesloten autoverzekeringsovereenkomst bedragen bij [gedaagde] in rekening gebracht, die hij niet heeft betaald. De totale achterstand bedraagt volgens Unigarant € 77,31. Daarnaast stelt Unigarant dat [gedaagde] aan haar een vergoeding van € 48,40 voor buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw verschuldigd is. Voorts is [gedaagde] aan haar de wettelijke rente verschuldigd berekend vanaf de vervaldatum van de ingebrekestelling(en) tot de dag van algehele voldoening.
2.3.
[gedaagde] erkent de vordering. Hij wil wel betalen, maar zijn financiële situatie is een chaos.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
3.2.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
3.3.
Uit het antwoord van [gedaagde] de kantonrechter gebleken dat de vordering van Unigarant niet althans onvoldoende wordt betwist. De vordering ten aanzien van de hoofdsom dient daarom te worden toegewezen.
3.4.
Nu Unigarant niet voldoende specifiek heeft gesteld met ingang van welke data [gedaagde] met de betaling van de aan de hoofdsom onderliggende facturen in verzuim is, zal de wettelijke rente over de hoofdsom worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding (= 2 november 2023). Door de daad van dagvaarding is in elk geval verzuim ingetreden.
3.5.
Unigarant maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. Alvorens aanspraak bestaat op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, moet kunnen worden vastgesteld dat en met ingang van welke data [gedaagde] in verzuim is. Nu Unigarant echter heeft nagelaten te stellen vanaf welke data gedaagde partij in verzuim is, kunnen de buitengerechtelijke incassokosten niet worden toegewezen.
3.6.
De conclusie van het voorgaande is dat een bedrag van € 77,31 zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover van 2 november 2023 tot de dag van volledige betaling.
3.7.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Unigarant worden begroot op:
  • dagvaarding € 130,48
  • griffierecht € 128,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 297,48

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Unigarant tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 77,31, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 november 2023 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van Unigarant gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 297,48,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC