ECLI:NL:RBLIM:2023:7325

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
10788786 \ CV EXPL 23-4879
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgverzekeringsschulden met betrekking tot wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten

In deze zaak vordert de naamloze vennootschap Anderzorg N.V., gevestigd te Wageningen, betaling van een bedrag van € 364,52 van de gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een zorgverzekeringsovereenkomst tussen Anderzorg en de gedaagde, waarbij de gedaagde een achterstand van € 304,00 heeft. Daarnaast vordert Anderzorg wettelijke rente van € 5,34 tot 20 oktober 2023 en buitengerechtelijke kosten van € 55,18. De gedaagde erkent de vordering, maar de kantonrechter moet beoordelen of er sprake is van schending van beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht. De kantonrechter concludeert dat er geen schending heeft plaatsgevonden en dat de vordering van Anderzorg toewijsbaar is. De kantonrechter wijst de vordering toe, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten, en veroordeelt de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 13 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10788786 \ CV EXPL 23-4879
Vonnis van de kantonrechter van 13 december 2023
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ANDERZORG N.V.,
gevestigd te Wageningen,
eisende partij,
gemachtigde Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna Anderzorg en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Anderzorg vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van
€ 364,52, te vermeerderen met rente en kosten.
2.2.
Ter onderbouwing van haar vordering voert Anderzorg (samengevat) het volgende aan.
Anderzorg heeft op grond van een met [gedaagde] gesloten zorgverzekeringsovereenkomst bedragen bij [gedaagde] in rekening gebracht. De totale achterstand bedraagt volgens Anderzorg € 304,00. Daarnaast is [gedaagde] aan haar de wettelijke rente verschuldigd. Anderzorg berekent de wettelijke rente tot 20 oktober 2023 op € 5,34. Voorts stelt zij dat
[gedaagde] aan haar een vergoeding van € 55,18 voor buitengerechtelijke kosten inclusief btw verschuldigd is.
2.3.
[gedaagde] erkent de vordering.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
3.2.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
3.3.
Uit het antwoord van [gedaagde] is de kantonrechter gebleken dat de vordering ten aanzien van de hoofdsom niet althans onvoldoende wordt betwist, zodat deze voor toewijzing in aanmerking komt.
3.4.
[gedaagde] heeft geen zelfstandig verweer gevoerd tegen de gevorderde vervallen wettelijke rente van € 5,34, zodat die - als op de wet gegrond - wordt toegewezen.
3.5.
De gevorderde lopende wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 20 oktober 2023, aangezien de vervallen rente al tot 20 oktober 2023 is berekend.
3.6.
Anderzorg maakt tevens aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden.
De e-mail van 24 augustus 2023 die Anderzorg bij de dagvaarding heeft overgelegd voldoet namelijk aan de wettelijke eisen (artikel 6:96 lid 6 BW). De wet verbiedt het niet om deze aanmaning per e-mail te versturen. [gedaagde] heeft niet betwist dat deze mail naar zijn mailadres is gestuurd. De vergoeding van € 55,18 is berekend op basis van de wet en wordt daarom toegewezen.
3.7.
De conclusie van het voorgaande is dat een bedrag van € 364,52, bestaande uit:
- € 304,00 aan hoofdsom
- € 5,34 aan vervallen wettelijke rente
- € 55,18 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw
zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 304,00 vanaf 6 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling.
3.8.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Anderzorg worden begroot op:
  • dagvaarding € 130,48
  • griffierecht € 128,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 338,48

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Anderzorg tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 364,52, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 304,00 vanaf 20 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van Anderzorg gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 338,48,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC