ECLI:NL:RBLIM:2023:7314

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
10557310 \ CV EXPL 23-2488
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande energiekosten na faillissement van leverancier

In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Innova Energie B.V. betaling van een openstaand bedrag van € 1.013,21 van gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die [gedaagde 1] heeft gesloten met de failliete energieleverancier Flexenergie. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte verschillende schriftelijke conclusies van beide partijen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] een overeenkomst met Flexenergie had en dat hij een eindnota van € 893,21 niet volledig had betaald. De kantonrechter heeft de betalingen van [gedaagde 1] beoordeeld en geconcludeerd dat deze betalingen als voorschotten moeten worden beschouwd, en dat de eindnota niet is voldaan. De kantonrechter heeft de vordering van Innova toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering tegen [gedaagde 2] is afgewezen, omdat zij geen partij was in de overeenkomst met Flexenergie. De kosten van de procedure zijn toegewezen aan [gedaagde 1].

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10557310 \ CV EXPL 23-2488
Vonnis van de kantonrechter van 13 december 2023
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INNOVA ENERGIE B.V.,
gevestigd te Delft,
eisende partij,
hierna te noemen: Innova,
gemachtigde [plaats] ,
tegen:

1.[gedaagde 1] ,wonend [adres 1] ,[woonplaats 1] ,hierna te noemen: [gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2],
wonend [adres 2] ,
[woonplaats 2] ,
hierna te noemen: [gedaagde 2] ,
gedaagden,
thans procederende in persoon (daarvoor U. [naam gemachtigde] als gemachtigde).
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de schriftelijke weergave van de mondelinge conclusie van antwoord van beide gedaagden en de daarna genomen schriftelijke conclusies van antwoord, van de toenmalige gemachtigde,
  • de conclusie van repliek
  • de mondelinge conclusie van dupliek van beide gedaagden
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde 1] heeft op 1 oktober 2017 een overeenkomst gesloten met Flexenergie voor de levering van gas en elektriciteit aan het aansluitadres [adres 3] te [plaats] . De ingangsdatum was 1 december 2017, de looptijd was één jaar.
2.2.
Op 22 oktober 2018 is het faillissement van Flexenergie uitgesproken met benoeming van mr. W.J.M. van Andel tot curator (hierna: de curator). Er ontstond op dat moment een “vensterperiode” waarbinnen nog gas en stroom werden geleverd aan de klanten van Flexenergie door de curator en de klanten werden ondergebracht bij nieuwe energieleveranciers.
2.3.
Innova heeft uit het faillissement van Flexenergie onder andere debiteurenportefeuille (de openstaande vorderingen op klanten) van Flexenergie overgenomen. Op 21 mei 2019 heeft Innova [gedaagde 1] van die overname in kennis gesteld.
2.4.
Aan [gedaagde 1] is op 19 november 2018 een eindnota verstuurd voor het energieverbruik in de periode van 1 december 2017-1 november 2018, voor een totaalbedrag van € 1.707,21. Na aftrek van de reeds door [gedaagde 1] betaalde voorschotten van in totaal € 814,00 resteerde een door [gedaagde 1] te betalen bedrag van € 893,21. De vervaldatum van deze eindnota was 3 december 2018.
2.5.
[gedaagde 1] is gesommeerd om tot betaling van het bedrag van € 893,21 over te gaan. Eerst door Proximo, bij brief van 22 oktober 2019. [gedaagde 1] heeft met Proximo een betalingsregeling getroffen, die door Proximo per brief van 27 november 2019 is bevestigd (productie 5 bij dagvaarding). Deze betalingsregeling van € 100,00 per maand is na één keer betalen niet meer nagekomen en daarmee komen te vervallen.
2.6.
Op 7 mei 2021 is [gedaagde 1] nogmaals aangemaand om tot betaling over te gaan en erop gewezen dat buitengerechtelijke kosten verschuldigd zouden worden indien hij niet binnen veertien dagen na ontvangst van de brief had betaald.

3.Het geschil

3.1.
Innova vordert - samengevat - hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot betaling van € 1.013,21, vermeerderd met rente over de hoofdsom van € 893,21 en de proceskosten.
3.2.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Innova heeft zowel [gedaagde 1] als [gedaagde 2] gedagvaard omdat [gedaagde 1] in het verleden zou hebben gesteld dat niet hij, maar [gedaagde 2] moest worden aangesproken en dat zij ook degene is geweest die aan de betalingsregeling had voldaan.
4.2.
[gedaagde 1] betwist niet dat hij een overeenkomst met Flexenergie heeft gesloten op basis waarvan Flexenergie in de gefactureerde periode gas en elektriciteit heeft geleverd op het aansluitadres. Hij heeft ook de eindafrekening niet betwist. Uit de mondelinge conclusie van antwoord volgt dat [gedaagde 2] betwist dat zij een overeenkomst met Innova had en dat zij stelt dat zij destijds ook niet op het aansluitadres woonde.
4.3.
[gedaagde 1] heeft aangevoerd dat hij de eindnota heeft voldaan. Ook heeft hij een beroep gedaan op een uitspraak van de kantonrechter in Amsterdam waarin hij leest dat klanten van Flexenergie die zijn overgenomen door Innova hun energierekening bij Innova niet (geheel) hoeven te betalen.
4.4.
Wat betreft dit laatste verweer merkt de kantonrechter op dat de uitspraken van de kantonrechter in Amsterdam zien op een andere situatie. In dit geval gaat het om door Flexenergie geleverde energie vóór het faillissement. Voor die energie was nog niet helemaal betaald door [gedaagde 1] . Flexenergie had dus nog een vordering op [gedaagde 1] . Innova heeft die vordering van de curator gekocht. Innova mag [gedaagde 1] dan ook tot betaling aanspreken.
4.5.
Dan speelt nog de vraag of [gedaagde 1] al heeft betaald. Hij stelt stellig dat dit zo is.
Hij heeft bij conclusie van antwoord bankafschriften in het geding gebracht. Daarop staan de volgende betalingen aan Innova:
27-01-2017 € 74,00
07-08-2017 € 100,00
07-12-2017 € 74,00
18-01-2018 € 110,25 (storno en/of uitbetaling)
08-01-2018 € 74,00
02-02-2018 €74,00
01-03-2018 €74,00
30-04-20 18 € 74,00
03-04-2018 € 74,00
29-05-2018 € 74,00
30-07-2018 € 74,00
02-07-2018 € 74,00
28-08-20 18 € 74,00
27-09-2018 € 74,00
4.6.
De kantonrechter overweegt dat deze betalingen allemaal zijn gedaan vóór het versturen van de eindnota en dus voorschotbetalingen moeten zijn geweest. Op de eindnota zijn deze voorschotbetalingen (van in totaal € 814,00) van het totaalbedrag ook afgetrokken. Dat bedrag van € 814,00 klopt ook met bovenstaand schema: vanaf 7 december 2017 zijn in totaal 11 betalingen gedaan van € 74,00. Dat is in totaal € 814,00. De eindafrekening was hoger dan de betaalde voorschotten. Er moest een bedrag bijbetaald worden van € 893,21.
Dat dat bedrag ook betaald is, blijkt niet uit de bankafschriften van [gedaagde 1] .
4.7.
Gedaagden hebben bij dupliek nog meer (gekopieerde onderdelen van) rekeningafschriften overgelegd. Dit zijn volgens gedaagden rekeningafschriften van [gedaagde 2] . De kantonrechter kan dat niet controleren, omdat er geen naam op staat. Op deze kopie (eerste bladzijde) hebben gedaagden vermeld: “Rekening [gedaagde 2] , betalingen aan Innova terwijl ze al Welkom Energie heeft”. Op deze kopie staan de volgende betalingen:
datum
bedrag
begunstigde
factuurnummer
31-01-2020
€ 179,93
Welkom Energie
31-01-2020
€ 92,48
Innova Energie
[nummer 1]
03-03-2020
€ 92,48
Innova Energie
[nummer 2]
27-03-2020
€ 92,48
Innova Energie
[nummer 3]
06-05-2020
€ 92,48
Innova Energie
[nummer 4]
28-05-2020
€ 92,48
Innova Energie
[nummer 5]
01-07-2020
€ 92,48
Innova Energie
[nummer 6]
11-09-2020
€ 92,48
Innova Energie
Niet vermeld
01-10-2020
€ 92,48
Innova Energie
[nummer 7]
4.8.
Volgens de toelichting die gedaagden op dit overzicht hebben gegeven stellen zij zich op het standpunt dat die bedragen niet zien op het voorschotbedrag op dat moment, maar zagen op betaling van de eindfactuur waarvan Innova nu betaling vordert.
4.9.
De kantonrechter is van oordeel dat ook deze kopie van gedeeltes van bankafschriften geen bewijs oplevert dat de eindfactuur van 19 november 2018 is betaald. Uit deze bankafschriften blijkt alleen dat er betalingen aan Innova zijn gedaan in 2020. Er blijkt niet uit van welke rekening en er blijkt zeker niet uit dat de betalingen zijn gedaan op grond van een betalingsregeling met Innova voor een oude schuld. De factuurnummers die bij de betaling worden vermeld, lopen op en het betreffen steeds automatische incasso’s.
Dat alles wijst erop dat ook deze bedragen betrekking hebben op een lopend energiecontract waarvoor voorschotbedragen worden voldaan.
4.10.
[gedaagde 1] heeft in deze procedure genoeg kansen gehad om aan te tonen dat hij de hele eindfactuur van 19 november 2018 heeft betaald. Hij is daar nog steeds niet in geslaagd. Volgens Innova is de rekening, behoudens één betaling van € 100,00, nog niet voldaan.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde 1] die stelling onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Zij zal de vordering van Innova jegens [gedaagde 1] toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur, berekend tot 17 mei 2023.
4.11.
Innova maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. Innova heeft aan [gedaagde 1] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van
€ 133,98 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.12.
Volgens Innova is door [gedaagde 1] eenmalig een bedrag van € 100,00 betaald. Dit bedrag zal op de totale som in mindering worden gebracht. Het toe te wijzen bedrag is als volgt opgebouwd:
Hoofdsom: € 893,21
Rente tot 17-5-2023 € 86,77
Buitengerechtelijke kosten:
€ 133,98Subtotaal: € 1.113,96
Betaald
€ 100,00
Totaal toewijsbaar € 1.013,96
4.13.
Nu de vordering wordt toegewezen op de primaire grondslag, te weten de overeenkomst tussen [gedaagde 1] en Flexenergie en [gedaagde 2] daarbij geen partij was, wordt de vordering jegens haar afgewezen.
4.14.
[gedaagde 1] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Innova worden begroot op:
  • dagvaarding € 108,95
  • griffierecht 322,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 694,95
De gevorderde informatiekosten worden overeenkomstig de aanbevelingen van het LOVCK toegewezen.
4.15.
De gevorderde nakosten worden, met inachtneming van de richtlijnen van het LOVCK, toegewezen op de hierna in het dictum te vermelden wijze
4.16.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Innova te betalen een bedrag van € 1.013,96, vermeerderd met de wettelijke rente over € 893,21 vanaf 17 mei 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
wijst de vordering jegens [gedaagde 2] af,
5.3.
veroordeelt [gedaagde 1] in de proceskosten aan de zijde van Innova gevallen en tot op heden begroot op € 694,95,
5.4.
veroordeelt [gedaagde 1] , als deze niet binnen twee weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken.