ECLI:NL:RBLIM:2023:7309
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake ongeldigverklaring rijbewijs door CBR
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, gedateerd 15 december 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het CBR had op 9 oktober 2023 besloten dat het rijbewijs van verzoeker ongeldig blijft, na eerdere besluiten die verband hielden met drugsmisbruik en onvoldoende medewerking aan een onderzoek naar zijn geschiktheid om te rijden. Verzoeker stelde dat hij zijn rijbewijs nodig had voor de opvoeding van zijn dochter en voor werk, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat hij niet voldoende spoedeisend belang had aangetoond. De voorzieningenrechter volgde het standpunt van het CBR dat er geen spoedeisendheid was, aangezien verzoeker eerder geen bezwaar had gemaakt tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. Bovendien was er geen evident onrechtmatig besluit aangetoond. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen, zonder dat er aanleiding was voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.