ECLI:NL:RBLIM:2023:7233

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 november 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
10655342 BM VERZ 23-3925
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van bewindvoerder in verband met falen beschermende taak

In deze beschikking heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 2 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder. De rechthebbende, geboren in 1973, heeft verzocht om ontslag van de huidige bewindvoerder, Siemensma Bewindvoering B.V., omdat deze gefaald zou hebben in zijn beschermende taak. De rechthebbende heeft aangegeven niet op de hoogte te zijn geweest van de wijziging van bewindvoerder en heeft problemen met het beheren van zijn financiën, wat heeft geleid tot ernstige gevolgen, waaronder verslavingsproblematiek en financiële mismanagement. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 oktober 2023 is gebleken dat de rechthebbende in een korte periode ongeveer € 8.000,- heeft aangevraagd en ontvangen, terwijl er nog maar € 1.100,- op zijn rekening staat. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder niet adequaat heeft gehandeld en dat er gewichtige redenen zijn voor ontslag. De rechthebbende heeft een opvolgend bewindvoerder voorgesteld, C & L Beheer B.V., die is benoemd met ingang van 16 november 2023. De kantonrechter heeft ook bepalingen getroffen omtrent de beloning van de bewindvoerders en de afhandeling van de eindrekening door de ontslagen bewindvoerder. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G.M. Drenth, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier E.W.H.M. Loenders.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Team Toezicht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10655342 BM VERZ 23-3925
BM-nummer: BM 373879
Uitspraakdatum: 2 november 2023

Beschikking wijziging bewindvoerder

op het verzoek van:

[rechthebbende] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna: rechthebbende.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift, ingekomen op 10 augustus 2023,
- een reactie van de huidige bewindvoerder, ingekomen op 27 augustus 2023,
- een bereidverklaring van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2023.
Verschenen zijn:
  • rechthebbende,
  • [naam 1] begeleiding vanuit MMM (Mensen Met Mogelijkheden),
  • [naam 2] , directeur van MMM,
  • [naam 3] en [naam 4] namens Siemensma Bewindvoering B.V.
  • [naam 5] en [naam 6] namens C & L Beheer B.V.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

verzoek

Bij beschikking van 3 december 2012 zijn met ingang van 1 januari 2013 onder bewind gesteld de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende wegens zijn
lichamelijke of geestelijke toestand. De bewindvoerder is thans Siemensma Bewindvoering B.V., Postbus 500, 6160 AM Geleen.
Het verzoek strekt tot ontslag van de bewindvoerder en gelijktijdige benoeming van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder.

beoordeling

Rechthebbende heeft verzocht om een wijziging van de bewindvoerder. Hij stond voorheen onder bewind bij Penoka B.V., maar omdat de eigenaresse met pensioen is gegaan, is zijn dossier overgedragen aan Siemensma Bewindvoering. Hij zegt niet op de hoogte te zijn geweest van de wijziging van bewindvoerder. Nu alles veranderd is, heeft hij het verzoek gedaan om te wijzigen van bewindvoerder. Hij geeft aan niet met geld om te kunnen gaan en daarom kort gehouden moet worden. Ter zitting is verder duidelijk geworden dat rechthebbende de afgelopen periode heel veel geld heeft aangevraagd, in totaal ongeveer € 8.000,-, en dat hij dit ook steeds kreeg. Bij rechthebbende is dit nu net de problematiek waarom hij beschermd moet worden. Van het geld heeft hij drugs gekocht en hij is twee keer bijna gestorven aan de overdosis. Naar nu blijkt heeft rechthebbende nog maar € 1.100,- op zijn rekening staan.
Verder worden de zaken rondom het PGB niet meer door de bewindvoerder opgepakt en is er geen belastingaangifte gedaan over de jaren 2021 en 2022. Dit alles heeft grote invloed op de mentale gezondheid van rechthebbende.
De bewindvoerder heeft schriftelijk gereageerd op het verzoek en verwijst daar nu ook naar. De problematiek van rechthebbende was eerder niet bekend. Inmiddels wel en nu zijn er ook afspraken gemaakt, aldus de bewindvoerder. Eveneens geeft de bewindvoerder aan dat als er geld wordt gevraagd door rechthebbende en als dat er is, de rechthebbende dat gewoon ontvangt, zeker als die rechthebbende bij weigering boos wordt of erger. Hij gaat dan niet dwarsliggen. Het is immers het geld van rechthebbende. Verder geeft de bewindvoerder aan dat medische gegevens niet mogen worden opgeslagen in het dossier waardoor ze niet kunnen opschrijven dat sprake is van verslavingsproblematiek.
De kantonrechter is van oordeel dat voor het ontslag van een bewindvoerder er gewichtige redenen behoren te zijn. Deze gewichtige redenen zien volgens de kantonrechter op de beschermende taak die de bewindvoerder heeft ten aanzien van rechthebbende. In onderhavig dossier heeft de bewindvoerder hierin gefaald met alle gevolgen van dien. Rechthebbende heeft (bijna) ongelimiteerd de beschikking gehad over zijn gelden; hij vroeg en hij kreeg. Dat de bewindvoerder aangeeft niet op de hoogte te zijn van de problematiek die er speelt bij rechthebbende is geen excuus. Dit zijn punten die een bewindvoerder bij de overdracht van een dossier behoort te bespreken. Het betreft immers een rechthebbende met een beperking en daarvoor is nu juist de maatregel bewind passend. Bewind, waarvan in overleg met de rechthebbende het doel en de wederzijdse afspraken om dat doel te bereiken moeten worden vastgesteld, zo volgt uit artikel 5 lid 1 en 2 van het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerder en mentoren. Als een bewindvoerder dossiers overneemt van een andere bewindvoerder, zoals hier is gebeurd, dan ligt het op de weg van die bewindvoerder om samen te gaan zitten met de betreffende rechthebbenden en te inventariseren wat er nodig is om het bewind doelmatig vorm te geven in plaats van af te wachten of rechthebbenden hem benaderen, zoals hier is gebeurd, met ernstige gevolgen. Overigens geldt dat ook bij een gezonde rechthebbende het in beginsel niet van goed bewindvoerderschap getuigt wanneer in nauwelijks drie maanden tijd € 8.000,- wordt uitgekeerd waarna er nog maar € 1.100,- resteert, en dan ook nog zonder enige verantwoording voor de spendering van die gelden te vragen.
Verder kan rechthebbende zelf niet in staat worden geacht om zaken zoals het doen van belastingaangifte of het beheren van het PGB op zich te nemen. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat sprake is van gewichtige redenen om de bewindvoerder te ontslaan.
De kantonrechter zal de door rechthebbende voorgestelde bewindvoerder benoemen nu niet is gebleken van bezwaren tegen deze benoeming.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (basistarief).
Op grond van artikel 3 lid 4 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren is de beloning verschuldigd vanaf de eerste dan wel de zestiende dag van de maand waarin de bewindvoerder is benoemd en wordt deze in maandelijkse termijnen betaald.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de te benoemen bewindvoerder vaststellen overeenkomstig de in artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning voor aanvangswerkzaamheden nu de bewindvoerder voorafgaand aan het bewind geen budgetbeheer heeft gevoerd.
De kantonrechter zal voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording de beloning vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.

beslissing

De kantonrechter:
ontslaat
Siemensma Bewindvoering B.V.,
correspondentieadres: Postbus 500, 6160 AM Geleen
met ingang van 16 november 2023 als bewindvoerder en benoemt met ingang van die datum tot bewindvoerder:
C & L Beheer B.V.,
correspondentieadres: Postbus 50, 6160 AB Geleen,
bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder binnen 2 maanden na de ingangsdatum van zijn ontslag de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de opvolgend bewindvoerder en een – zo mogelijk door de opvolgend bewindvoerder voor akkoord ondertekend – exemplaar ervan aan het team Toezicht overlegt,
stelt de beloning voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording vast overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder binnen 4 maanden na de ingangsdatum van zijn benoeming een afschrift van de beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen aan het team Toezicht overlegt en – voor zover dit nog niet is overgelegd – een (aanvullend) plan van aanpak,
stelt de jaarbeloning van de opvolgend bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de bewindvoerder vast overeenkomstig de in artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. Drenth, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, E.W.H.M. Loenders. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan – door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Den Bosch, door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden vanaf de uitspraakdatum en door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening van de uitspraak of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.