Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak.
2.De voorvragen
3.De beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- het aangifteformulier winkeldiefstal Hornbach te Geleen van 22 augustus 2020, pagina 10 tot en met 12.
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 8] namens [naam slachtoffer 1] van 18 november 2015, pagina 11 en 12;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] namens [naam slachtoffer 1] van 10 maart 2016, pagina 25 tot en met 29;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 2] van 26 juni 2019, pagina 100 tot en met 102;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 9] van 16 november 2015, pagina 34 en 35;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 4] van 4 december 2019, pagina 110 en 111.
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 10] namens [naam slachtoffer 2] van 10 oktober 2019, pagina 42 en 43;
- de offerte van [naam bedrijf verdachte] bv van 20 september 2018 ter hoogte van € 16.790,50, pagina 45;
- factuurnummer 18911 van [naam bedrijf verdachte] van 24 september 2018 ter hoogte van
- het betalingsoverzicht van de Rabobank betreffende de betalingen van [naam slachtoffer 2] aan [verdachte] , pagina 220;
- het uittreksel Kamer van Koophandel van 29 februari 2016 betreffende KvK-nummer [nummer] , pagina 241 tot en met 245.
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] (mede-eigenaar [naam slachtoffer 3] ) van 13 november 2019, pagina 60 en 61;
- offertes van [naam bedrijf verdachte] bv van 27 juni 2018 ter hoogte van € 817,- exclusief BTW, pagina 63 tot en met 65;
- het uittreksel Kamer van Koophandel van 29 februari 2016 betreffende KvK-nummer [nummer] , pagina 241 tot en met 245;
- het afschrift van de Rabobank betreffende de betaling van een bedrag van € 890,25 door [naam slachtoffer 3] aan [naam bedrijf verdachte] B.V. van 7 juli 2018, pagina 231;
- de kwitantie van de contante betaling van een bedrag van € 3.000,- aan [verdachte] van 11 oktober 2018, pagina 232;
- berichtenverkeer tussen [aangever 1] en de verdachte, pagina 233.
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] (vennoot van de v.o.f. ‘ [naam slachtoffer 4] ’) van 27 november 2019, pagina 66 en 67;
- factuurnummer 18750 van [naam bedrijf verdachte] van 14 november 2018 ter hoogte van
- het uittreksel Kamer van Koophandel van 29 februari 2016 betreffende KvK-nummer [nummer] , pagina 241 tot en met 245;
- afschrift Kaart Grootboekrekening ‘ [naam slachtoffer 4] ’ betreffende betalingen aan [verdachte] op 14 november 2018 ter hoogte van € 10.000,- en op 3 december 2018 ter hoogte van
€ 10.000,- liggen. [22]
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 5] van 5 december 2021, pagina 118;
- de offerte van [naam bedrijf verdachte] van 13 februari 2020 ter hoogte van € 7.049,- exclusief BTW, pagina 127 en 128;
- het uittreksel van de Kamer van Koophandel van 8 december 2021 betreffende KvK-nummer [nummer] , pagina 129 en 130.
fittingen en ventielen, toebehorend aan Hornbach,
heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
Vrijspraak
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van drie jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
- geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
- verklaart de benadeelde partij [aangever 1] niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
- verklaart de benadeelde partij [aangever 2] niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
- verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 8] niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
- wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan [naam 7] van een bedrag van € 2.687,41 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 20,28, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering voor zover die ziet op immateriële schade;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 36 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
- de verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde partij bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
fittingen en/of ventielen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan Hornbach,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )