Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiseres],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
3.[gedaagde sub 3] ,
[gedaagde sub 4],
[gedaagde sub 5],
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 26 juli 2023;
- de brief van mr. Lejeune aan de rechtbank van 25 juli 2023;
- de brief van mr. Delsing aan de rechtbank van 30 augustus 2023.
2.De verdere beoordeling
De rechtbank heeft [gedaagden sub 3, 4 en 5] en BAZ daarop in de gelegenheid gesteld om aan te geven, kort gezegd, op welke wijze zij de getuige(n) voor de ingeplande zittingen hebben opgeroepen, in hoeverre zij hierbij de wettelijke vereisten in acht hebben genomen en op welke wijze zij hebben verzekerd dat de getuigen daadwerkelijk zouden kunnen verschijnen.
Deze informatie is verschaft in de in rov. 1.1. genoemde brieven en komt erop neer dat geen van de getuigen is opgeroepen conform de wet, dat in hoofdzaak is vertrouwd op het verschijnen van de getuigen naar aanleiding van informeel met hen gemaakte afspraken en dat [gedaagden sub 3, 4 en 5] het maken van deze afspraken (althans de afspraak waar het de heer [getuige 1] betreft) heeft overgelaten aan BAZ.
Zijdens [gedaagden sub 3, 4 en 5] en BAZ is voorts aangegeven dat - en waarom - wordt volhard in het verzoek tot het horen van de eerder genoemde getuige(n).
niette besluiten dat het recht van [gedaagden sub 3, 4 en 5] en van BAZ op het doen horen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] is vervallen. De rechtbank zal de zaak daarom verwijzen naar de rol voor opgave verhinderdata voor een opnieuw in te plannen getuigenverhoor in contra-enquête aan de zijde van [gedaagden sub 3, 4 en 5] (de heer [getuige 1] ) en BAZ ( de heren [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] ).
De rechtbank vertrouwt erop dat de getuigen nu wel behoorlijk zullen worden opgeroepen en dat ook voor het overige alles wordt gedaan om te verzekeren dat de getuigen daadwerkelijk zullen verschijnen.
3.De beslissing
6 december 2023voor opgave verhinderdata als aangegeven in rov. 2.2..;