ECLI:NL:RBLIM:2023:718

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
03/000876-22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting, afpersing en mishandeling in een gewelddadige relatie met gebruik van GHB

In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder verkrachting, afpersing en mishandeling. De verdachte heeft de aangeefster, met wie hij een (seksuele) relatie had, meermalen mishandeld en gedwongen tot seksuele handelingen, waarbij hij gebruik maakte van geweld en GHB. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de aangeefster in een staat van bewusteloosheid heeft gebracht door haar GHB te laten innemen, waarna hij haar heeft verkracht. Daarnaast heeft hij haar bedreigd en haar bankpas en pincode afhandig gemaakt om geld van haar rekening te pinnen. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster als betrouwbaar aangemerkt, ondersteund door videobeelden en audiofragmenten die het geweld en de bedreigingen documenteren. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden tijdens de proeftijd. Tevens is de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/000876-22
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 januari 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adresgegevens] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.L.P. Biesmans, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 11 januari 2023. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:[slachtoffer] (meermalen) heeft verkracht, dan wel [slachtoffer] heeft verkracht terwijl hij wist dat zij in een staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] terwijl hij wist dat zij in een staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde;
Feit 2:[slachtoffer] heeft afgeperst;
Feit 3:een diefstal met geweld heeft gepleegd;
Feit 4:geldbedragen en/of etenswaar en/of drank heeft gestolen door gebruik te maken van een gestolen pinpas;
Feit 5:[slachtoffer] , zijn levensgezel, (meermalen) heeft mishandeld;
Feit 6:[slachtoffer] (meermalen) heeft bedreigd;
Feit 7:een rok en/of auto en/of telefoon heeft vernield en/of beschadigd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Hij heeft daarbij de verklaring van aangeefster [slachtoffer] als uitgangspunt genomen. Deze verklaring moet als betrouwbaar worden aangemerkt, nu deze volledig, accuraat en consistent is. Er is ook voldoende bewijs dat de verklaring van [slachtoffer] ondersteunt. Ten aanzien van feit 1 primair heeft hij betoogd dat de verdachte heeft bekend dat zij seks hebben gehad. Dat er sprake was van vrijwilligheid, is onaannemelijk gelet op de gang van zaken. Ook de beschrijving van de videobeelden en het audiofragment, brieven van de verdachte en de getuigenverklaringen ondersteunen de verklaring van [slachtoffer] .
Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 heeft de officier van justitie verwezen naar de verklaring van de verdachte dat hij [slachtoffer] naar haar pincode heeft gevraagd en dat hij op enig moment de bankpas van [slachtoffer] heeft weggenomen. Ook heeft de verdachte bekend dat hij met de bankpas van [slachtoffer] geld heeft gepind. De officier van justitie heeft ten slotte verwezen naar de beschrijving van de videobeelden, een brief van de verdachte aan [slachtoffer] en het overzicht van de pintransacties.
Bij feit 5 heeft de officier van justitie betoogd dat de verdachte heeft bekend dat hij [slachtoffer] meerdere klappen heeft gegeven. Ook verwijst hij naar de medische stukken, de verklaringen van de getuigen [naam] , [naam] , [naam] en [slachtoffer] , die het letsel hebben waargenomen. Ook de beschrijving van de videobeelden en het audiofragment en de foto’s ondersteunen de verklaring van [slachtoffer] . De gehele tenlastegelegde periode kan bewezen worden verklaard. De verdachte heeft [slachtoffer] in die periode meermalen mishandeld. De verdachte dient partieel te worden vrijgesproken van het bestanddeel “levensgezel”.
Ten aanzien van feit 6 heeft de officier van justitie betoogd dat uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen een sfeer van dreiging en agressie blijkt. Dit vormt voldoende steun voor de verklaring van [slachtoffer] dat zij door de verdachte meermaals werd bedreigd.
Ten slotte heeft de officier van justitie ten aanzien van feit 7 betoogd dat de verdachte heeft bekend dat hij de auto heeft vernield. Er is geen reden te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer] dat ook haar telefoon en rok werden vernield.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de verklaringen van [slachtoffer] en de verdachte lijnrecht tegenover elkaar staan als het gaat om de beschuldiging van verkrachting. De verklaring van [slachtoffer] is niet betrouwbaar. Haar verklaring wordt ook onvoldoende ondersteund door ander bewijs, afkomstig uit andere bron. De verklaringen over de verkrachtingen worden juist tegengesproken. Zo zijn de seksuele contacten door [slachtoffer] niet als verkrachting ervaren, evenmin heeft zij zich ertegen verzet. Dat blijkt ook uit de verklaringen van de getuigen [naam] , [naam] en [naam] . Ook is [slachtoffer] na de beweerdelijke verkrachtingen in de nacht van 7 op 8 augustus 2019 diezelfde ochtend nog terug gekeerd naar de verdachte, hetgeen haar verklaring dat zij eerder verkracht werd ongeloofwaardig maakt. Ook is niet gebleken van letsel als gevolg van seksueel geweld. Nu niet is voldaan aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) dient de verdachte te worden vrijgesproken van de onder feit 1 primair en subsidiair tenlastegelegde verkrachting(en).
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1 meer subsidiair.
Ook ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de gedachtestreepjes 1 tot en met 4. Dit geweld was niet gericht op het verkrijgen van de pincode.
De raadsvrouw heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van feit 3, omdat het in de tenlastelegging genoemde geweld niet was gericht op het verkrijgen van de bankpas.
Ten aanzien van de feiten 4 en 5 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het bestanddeel “levensgezel” in feit 5.
De raadsvrouw heeft verzocht de verdachte, bij gebrek aan bewijs, vrij te spreken van feit 6.
Ten slotte heeft zij betoogd dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van feit 7 voor zover de vernieling van de rok en de telefoon ten laste zijn gelegd. Zij refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de vernieling van de auto.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
InleidingDe verdachte en aangeefster [slachtoffer] leerden elkaar kennen in 2017, waarna zij een (seksuele) relatie onderhielden. Zowel de verdachte als [slachtoffer] hebben verklaard dat hun relatie zich kenmerkte door aantrekken en afstoten. Op 7 augustus 2019 ontstond er een ruzie over het contact van [slachtoffer] met een andere man.
Bewijsmiddelen
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij in de avond van 7 augustus 2019 in de woning van de verdachte, [2] gelegen aan de [adresgegevens] , was. [slachtoffer] had een seksuele relatie met de verdachte. [3] De verdachte werd kwaad op [slachtoffer] nadat zij hem vertelde dat ze contact had gehad met een andere man. [4] Tijdens een discussie tussen beiden welke plaats vond in de woonkamer sloeg de verdachte haar hard op haar linker kaak. Ook trapte de verdachte haar een aantal keren tegen haar been. [slachtoffer] ging daarna op de bank zitten. De verdachte pakte haar telefoon en begon deze te doorzoeken. Hij bedreigde [slachtoffer] door te zeggen dat zij haar vriendinnen en haar familie niet meer zou zien, en hij zei: “Ik maak je af” en “Hier ga je spijt van krijgen.” De verdachte hield haar een flesje met GHB voor en drong haar op om daarvan iets te nemen. Hij zei: “Hier drinken.” [5] De verdachte zei tegen [slachtoffer] dat hij vrienden zou laten komen en dat die [slachtoffer] dan zouden gaan neuken. De verdachte zei toen: “Ga op de bank liggen.” [6] De verdachte begon aan haar rok te trekken, trok haar ondergoed uit en penetreerde haar vaginaal. [slachtoffer] wilde geen seks, maar zij was bang dat zij opnieuw klappen zou krijgen. [7]
De verdachte bedreigde [slachtoffer] dat ze nooit meer weg zou komen. Hij zei op enig moment dat ze moesten gaan rijden. Op het moment dat [slachtoffer] en de verdachte in de gang van de woning van de verdachte stonden, kreeg zij constant een klap of een trap van hem.
De verdachte kwam met een pijpje met cocaïne en zei “hier”. [slachtoffer] weigerde cocaïne te roken en draaide haar hoofd weg. De verdachte pakte haar bij haar keel vast. [8] Hij duwde [slachtoffer] klem tegen de muur. [slachtoffer] voelde zich draaierig, verdoofd, zwaar en loom als gevolg van het gebruik van GHB. [9] De verdachte blies de damp van de cocaïne in de neus van [slachtoffer] . Ook hield hij het pijpje bij haar mond en de vlam van de aansteker heel dicht bij haar gezicht, terwijl hij zei: “Jij hebt niks te willen.” [slachtoffer] nam een hijs van de pijp, maar de verdachte zei: “Je doet het niet goed.” [10] [slachtoffer] inhaleerde nog een keer aan de pijp. [11]
Daarna greep de verdachte [slachtoffer] vast en duwde haar voorover. Hij penetreerde haar hard met zijn penis in haar vagina. [12] Ook probeerde de verdachte zijn penis in haar anus te brengen. [slachtoffer] voelde zijn penis tegen haar anus. [slachtoffer] zei: “Niet doen, je doet me pijn.” Zij liet zich op haar knieën zakken, waardoor penetratie niet lukte. Toen [slachtoffer] op de grond lag, penetreerde de verdachte haar weer vaginaal.
Hierna zei de verdachte dat [slachtoffer] moest gaan rijden. [13] De verdachte vertelde haar waar ze heen moest rijden. Ze reden naar een verlaten terrein in Landgraaf. [14] Dat was bij een spoorovergang. [15] Daar moest [slachtoffer] de auto tot stilstand brengen. De verdachte zei: “Je hebt echt geen idee met wie je te maken hebt.” Hij zei dat hij bij een motorclub zit en dat hij nog maar een ding moet doen voor zijn hesje. Hij zei dat hij bij een man de benen had gebroken. [16]
[slachtoffer] moest van de verdachte op de bijrijdersstoel gaan zitten en zei: “Je kan zo meteen niet meer rijden.” De verdachte gaf [slachtoffer] een flesje met GHB en zei: “Hier drinken.” De verdachte kwam voor haar staan en zei dat [slachtoffer] hem moest pijpen. [slachtoffer] wilde dit niet. De verdachte haalde zijn penis uit zijn broek en duwde het hoofd van [slachtoffer] naar zijn penis. Op het moment dat [slachtoffer] niks deed, pakte de verdachte haar stevig vast bij haar haren en duwde haar hoofd naar voren toe. [17] De verdachte riep: “Wie wil er gepijpt worden?” [18] De verdachte zei: “Omdraaien.” [slachtoffer] ging met haar knieën op de stoel zitten. De verdachte stond achter haar en penetreerde haar met zijn penis. [19]
[slachtoffer] kan zich de daarop volgende momenten niet meer herinneren.
Ze werd vervolgens wakker in de woning van de verdachte, terwijl zij onder aan de trap lag. De verdachte sloeg en schopte haar. Ze was helemaal nat. De verdachte vroeg naar haar pincode. De verdachte trok [slachtoffer] aan haar haren de trap op. [20] Even later liet de verdachte [slachtoffer] los, waardoor zij op de trap viel. De verdachte zei heel vaak: “Ik maak je kapot.” [21] [slachtoffer] heeft uiteindelijk haar pincode gegeven om het geweld te stoppen. [22] In de keuken kreeg [slachtoffer] ook nog meerdere klappen. De verdachte pakte haar bankpas uit haar portemonnee. [slachtoffer] moest zich omkleden van de verdachte. Toen dit niet snel genoeg ging, trok hij aan de rok van [slachtoffer] , waardoor de rits van die rok kapot ging.
[slachtoffer] moest wederom in de auto rijden van de verdachte. Ze reden naar het tankstation [naam] . De verdachte is daar met de bankpas naar binnen gegaan. Hij pinde daar € 116,-. Daarna reden ze naar de [naam bank] aan de [adresgegevens] . [slachtoffer] moest daar stoppen en de verdachte pinde daar nog eens € 500,-. [23]
Op het bankafschrift van de bankrekening van [slachtoffer] is te zien dat er op 8 augustus 2019 (05:27 uur) een bedrag van € 116,45 werd gepind bij [naam tankstation] te Landgraaf. Ook werd er
€ 500,- gepind bij de [naam bank] aan de [adresgegevens] . [24]
Na het pinnen zijn [slachtoffer] en de verdachte weer naar de woning van de verdachte gereden. De verdachte zei tegen [slachtoffer] : “Je zal nog wel last hebben van je keeltje, omdat ik je heb geprobeerd te verdrinken.” Vervolgens zei de verdachte tegen [slachtoffer] dat ze moest gaan. Toen [slachtoffer] in de auto zat, gooide de verdachte een baksteen tegen haar auto.
Later stuurde de verdachte [slachtoffer] video’s door. [25] Op de telefoon van [slachtoffer] werden drie video’s aangetroffen. [slachtoffer] heeft zichzelf op die beelden herkend. [26] De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de filmpjes van [slachtoffer] heeft gemaakt. [27] Op de eerste video is te zien dat [slachtoffer] in foetushouding op de grond ligt. Het lijkt erop dat ze geen onderkleding draagt. De verdachte zegt: “Hier ligt ze.” De verdachte trapt met kracht zes keer met zijn hiel/onderkant voet tegen het rechterdijbeen van [slachtoffer] . Zij reageert hier niet op. Ze lijkt buiten bewustzijn. De verdachte zegt: “Oud vuil, mag je oprapen.”
Op de tweede video ligt [slachtoffer] op te grond. De verdachte filmt haar gezicht, pakt met een hand haar haren vast en trekt eraan. Hij zegt: “Wat is je pincode? Hé, nog een keer, wat is je pincode?” Daarna geeft de verdachte [slachtoffer] klappen in haar gezicht. De verdachte zegt: “Hallo! Wat is je pincode?” [slachtoffer] kreunt en de verdachte zegt: “Wat is jouw pincode? Loop je me te bezeiken of wat, kankerhoer.” De verdachte heeft vervolgens met veel kracht een trap tegen de billen van [slachtoffer] . Het lijkt erop dat [slachtoffer] geen onderkleding draagt. Ze kreunt.
Op de derde video is te zien dat [slachtoffer] zonder onderkleding op de trap ligt. De verdachte zegt: “Hier kijk, ze dacht even bij mij vreemd te kunnen gaan. Kijk, dat ze met een andere gaan zoenen. Kijk hoe ze er bij ligt. Kijk, kijk, kijk, kankerhoer.” De telefoon valt uit de handen van verdachte en het lijkt alsof de verdachte [slachtoffer] in het gezicht slaat. De verdachte zegt: “kijk, kijk hoe ze er bij ligt.” De verdachte slaat [slachtoffer] vervolgens meerdere keren in het gezicht met de vlakke hand. [slachtoffer] bedekt haar gezicht met haar handen. Ze reageert verder niet en lijkt buiten bewustzijn. De verdachte zegt: “Zie je dat gebeurd er met je als je vreemd gaat. Kijk, kijk, kankerhoer ben je, kankerhoer.” [28] Vervolgens is te zien dat de verdachte met zijn hand naar de vagina van [slachtoffer] gaat en daar kort en intensief op en neer gaande bewegingen maakt met de hand, waarbij naast het geluid dat de verdachte maakt, ook kort een geluid te horen is dat past bij het op en neer gaan van de hand in de vagina. [29] De verdachte zegt: “Moet je zien hoe ze erbij ligt, kijk. Meer dood als levend. Zo krijg je als je met mij fuckt.” [30]
Nadat de verdachte een baksteen tegen haar auto had gegooid, is [slachtoffer] naar huis gereden. Omdat de verdachte zei dat hij spijt had, dat het nooit had mogen gebeuren en dat hij erover wilde praten, is [slachtoffer] vervolgens weer terug gegaan naar de woning van de verdachte. De verdachte werd toen op enig moment opnieuw boos en [slachtoffer] wilde vervolgens vertrekken met haar auto. Terwijl zij in de auto zat, kwam de verdachte bij haar in de auto zitten. Er ontstond opnieuw een discussie en de verdachte sloeg haar. De verdachte stapte uit en probeerde de zijspiegel van de auto te trappen. Ook trapte hij een deuk in de auto. [31]
[slachtoffer] ging vervolgens naar de huisarts. Terwijl zij in de wachtkamer zat, kreeg zij een audiofragment van de verdachte toegestuurd. [32] Ook dit audiofragment werd later op haar telefoon aangetroffen. [33] De verdachte heeft bekend dat hij dit audiofragment naar [slachtoffer] heeft gestuurd. [34] Op het geluidsfragment is de verdachte te horen die een telefonisch gesprek voert met zijn buurvrouw. De verdachte zegt in dit gesprek onder andere:
“- Ik heb haar GHB gevoerd en heb ik wraak genomen.
- Ja ik heb er helemaal in elkaar geslagen, hatsevlats.
- In elkaar geslagen? Laat ik het zo zeggen. Ze zal aan mij denken als zij de eerste twee weken in de spiegel kijkt.
- Ik vind het echt heftig. Dus vannacht heeft ze een koekje van eigen deeg gehad.
- Ik heb haar flink out gevoerd en ben ik er even lekker met de zweep overheen gegaan.
- Ze was vanmorgen toevallig terug gekomen. (...) We hebben het gewoon gezellig gehad. Wat? Klats, kreeg ze er meteen een. Heb ik de auto afgebroken.” [35]
[slachtoffer] heeft voorts verklaard dat het later, op die zaterdag (
de rechtbank begrijpt 10 augustus 2019), opnieuw uit de hand liep. Ze had weer GHB gehad en ze was vaginaal en anaal verkracht. [36]
De verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] op enig moment naar hem toe is gekomen en vertelde dat ze een relatie had met een andere man. Hij is er niet goed mee omgegaan en heeft [slachtoffer] toen mishandeld. Hij heeft vanaf 7 augustus 2019 drie à vier dagen met [slachtoffer] doorgebracht. In die dagen heeft hij [slachtoffer] meermaals mishandeld. Hij heeft [slachtoffer] meerdere klappen met een vuist gegeven. In die periode hebben ze veel drugs gebruikt en ook seks gehad. Zo hadden ze onder andere buiten seks, bij een spoor. Bij thuiskomst hadden ze ook seks.
De verdachte heeft bekend dat hij filmpjes van [slachtoffer] heeft gemaakt, waarop te zien is dat hij haar mishandelde. Ook is [slachtoffer] op enig moment “out” gegaan als gevolg van het gebruik van GHB.
De verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] naar haar pincode heeft gevraagd. Hij sloeg haar omdat hij de pincode wilde weten en omdat [slachtoffer] niet bij bewustzijn was. Op enig moment heeft de verdachte haar bankpas gepakt en zijn ze gaan pinnen.
Toen [slachtoffer] naar huis ging, is hij achter haar aan gegaan en heeft de zijspiegel van haar auto vernield. [slachtoffer] kwam daarna nog een keer terug, omdat de verdachte spijt had. Hij heeft toen een deuk in haar auto geschopt en een steen tegen haar auto gegooid.
De verdachte heeft verklaard dat hij en [slachtoffer] ook in de nacht van 9 op 10 augustus 2019 drugs hebben gebruikt en seks hebben gehad. [37]
Op 8 en 10 augustus 2019 werd [slachtoffer] onderzocht door een arts. Op 8 augustus 2019 werden forse blauwe plekken en krabletsel op de linker knie, haar bovenbeen, bil, linker elleboog, romp, rug, armen, linker slaap en trommelvlies geconstateerd. Op 10 augustus 2019 constateerde de arts blauwe plekken op de slapen, de neusring, armen en benen en bloedresten in de neus. [38]
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader
In een zedenzaak doet zich vaak de situatie voor dat alleen de aangeefster en de verdachte aanwezig zijn geweest bij de tenlastegelegde handelingen. Indien steunbewijs ontbreekt, blijven de beschuldigende verklaring van de aangeefster en de ontkennende verklaring van de verdachte als onverenigbaar tegenover elkaar staan. In dat geval bestaat geen ruimte voor een bewezenverklaring, omdat op grond van artikel 342, tweede lid, Sv de rechter het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan niet uitsluitend mag baseren op de verklaring van één getuige.
Of sprake is van voldoende steunbewijs is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat niet is vereist dat de verkrachting als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangeefster, als die betrouwbaar wordt bevonden, op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd (aangeefster).
Betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat de verklaring van aangeefster [slachtoffer] als betrouwbaar moet worden aangemerkt. Daarbij heeft de rechtbank acht geslagen op de totstandkoming en de inhoud van die verklaring. [slachtoffer] is meermalen uitgebreid verhoord door de politie. Haar verklaring is consistent en gedetailleerd. De raadsvrouw heeft betoogd dat [slachtoffer] heeft verklaard dat zij zich pas later realiseerde dat zij verkracht was, nadat dit haar als het ware door derden was ingefluisterd. Aangeefster heeft op enig moment een gesprek gehad met een medewerkster van Veilig Thuis. In dit gesprek heeft zij verteld wat er tussen haar en de verdachte gebeurd is, waarop haar werd medegedeeld dat zij verkracht was. Het feit dat aangeefster in eerste instantie zelf niet spreekt over verkrachting, maakt niet dat haar verklaring daardoor onbetrouwbaar is. Het woord “verkrachting” is een juridische kwalificatie van die gebeurtenis.
Dat [slachtoffer] na de gebeurtenissen op 7 en 8 augustus 2019 naar haar eigen woning is gegaan en vervolgens vrijwillig is terug gekeerd naar de woning van de verdachte en dat de geneeskundige verklaring van 11 juni 2020 geen blijk geeft van letsel door seksueel geweld, maakt niet dat haar verklaring over de afgedwongen seksuele handelingen daarmee onbetrouwbaar zouden zijn.
Steunbewijs
De verklaring van [slachtoffer] wordt voor wat betreft de gebeurtenissen in de periode van 7 tot en met 10 augustus 2019 ook ondersteund door ander (objectief) bewijs. Zo wordt die verklaring deels ondersteund door de verklaring van de verdachte, voor wat betreft het gebruik van geweld gedurende die dagen, het hebben van seks en het pinnen van geldbedragen. Daarnaast wordt de verklaring van [slachtoffer] ondersteund door de geneeskundige verklaringen van 8 en 10 augustus 2019, de beschrijving van de videobeelden en de eigen waarneming van de rechtbank daarvan, het audiofragment en de pintransacties.
[slachtoffer] heeft verder verklaard over verkrachtingen, geweld en bedreigingen die zich na 10 augustus 2019 hebben voorgedaan. De rechtbank vindt voor deze verklaringen onvoldoende steun in ander bewijsmateriaal. Voor zover gedragingen buiten de periode van 7 augustus 2019 tot en met 10 augustus 2019 zijn tenlastegelegd, zal de verdachte daarvan, bij gebrek aan bewijs, partieel worden vrijgesproken.
Feit 1:
Aangeefster heeft verklaard over de onvrijwillige seks met de verdachte gedurende de nacht van 7 op 8 augustus 2019 en op 10 augustus 2019. De verdachte heeft weliswaar bevestigd dat hij en [slachtoffer] seks hebben gehad, maar volgens de verdachte zou dit vrijwillig hebben plaatsgevonden. Hij heeft een andere kijk op de gang van zaken in die periode. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam.
Om van dwang te kunnen spreken, moet duidelijk zijn dat de dwang van dien aard was dat de ander, in dit geval [slachtoffer] , zich naar redelijke verwachting niet tegen de seksuele handelingen heeft kunnen verzetten, dan wel door toedoen van de verdachte in een zodanig bedreigende situatie is gebracht dat deze zich daaraan niet heeft kunnen onttrekken.
Zowel de verdachte als [slachtoffer] hebben verklaard dat de verdachte in de hiervoor genoemde periode gedurende meerdere dagen meermalen geweld tegen [slachtoffer] heeft gebruikt, wat ook blijkt uit de geneeskundige verklaringen. Het geweld in de nacht van 7 op 8 augustus 2019 blijkt bovendien ook uit de videobeelden en vindt bevestiging in het audiofragment. Uit de verklaringen van [slachtoffer] en de verdachte over de aanleiding van de ruzie op 7 augustus 2019 en de reactie van de verdachte daarop, in combinatie met de videobeelden en het audiofragment, alles in samenhang bezien, blijkt bovendien van een zeer vijandige en bedreigende sfeer van de verdachte jegens [slachtoffer] . Uit de verklaring van [slachtoffer] blijkt dat zij zich door het op haar toegepaste geweld en de bedreigingen gedwongen voelde de seksuele handelingen te ondergaan. Daar komt nog bij dat [slachtoffer] heeft verklaard over het onvrijwillig en onder druk van geweld innemen van drugs. Hoewel de verdachte heeft ontkend dat er sprake was van het dwingen tot het gebruik van drugs, was er naar het oordeel van de rechtbank wel degelijk sprake van dwang. Uit het audiofragment blijkt namelijk dat de verdachte haar GHB heeft gevoerd en flink “out” heeft gevoerd. Dat zij “out” is gevoerd, blijkt ook uit de videobeelden, waarop te zien is dat zij buiten bewustzijn is.
Uit de hiervoor geschetste situatie vloeit voort dat het niet expliciet kenbaar maken of plegen van verzet tegen de seksuele handelingen, niet gelijk gesteld kan worden met het vrijwillig instemmen met die seksuele handelingen zoals die hebben plaatsgevonden op 7 en 8 augustus 2019. Dat er geen sprake was van vrijwilligheid moet ook voor de verdachte duidelijk zijn geweest. Zeker toen hij, op het moment dat [slachtoffer] buiten bewustzijn was, zijn vingers in haar vagina heeft gebracht, zoals blijkt uit de waarneming van de rechtbank ter terechtzitting na het zien van de videobeelden. Overigens heeft [slachtoffer] bij het tweede moment (in de gang) waarop de verdachte haar penetreerde duidelijk gemaakt dat hij dat niet moest doen en dat het pijn deed. Met het toepassen van geweld, het bedreigen van [slachtoffer] en het met geweld dwingen tot het gebruik van drugs, heeft de verdachte een situatie gecreëerd waarin [slachtoffer] gedwongen werd de seksuele handelingen te ondergaan. Dat er wellicht enige tijd heeft gezeten tussen het geweld en de bedreigingen en de seksuele handelingen, maken niet dat het geweld en de bedreigingen niet gericht zijn geweest op het bewerkstelligen van de seksuele handelingen. De verdachte heeft namelijk gebruik gemaakt van de angst die deze handelingen bij [slachtoffer] teweeg hebben gebracht. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de context van het hele gebeuren vanaf 7 augustus 2019. Uit het geluidsfragment blijkt dat de verdachte kennelijk wraak wilde nemen op haar (vermeende) vreemdgaan, waar de seksuele vernedering onderdeel van uitmaakte. De videobeelden geven daar ook blijk van. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de gedragingen van de verdachte jegens [slachtoffer] waren gericht op het verkrachten van die [slachtoffer] . Deze situatie heeft zich vanaf 7 augustus 2019 uitgestrekt over meerdere dagen, tot en met 10 augustus 2019.
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde bewezen.
Feiten 2, 3 en 4:
Uit de verklaring van [slachtoffer] en de videobeelden, blijkt dat [slachtoffer] door middel van geweld werd gedwongen de pincode van haar bankpas te geven. De verdachte heeft ook bekend dat hij [slachtoffer] heeft geslagen om haar pincode te krijgen. Kennelijk was het gebruik van het geweld nodig om [slachtoffer] bij bewustzijn te brengen, nadat zij als gevolg van het gebruik van GHB ‘out” was gegaan. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zich gerechtigd voelde om vervolgens met de pinpas van [slachtoffer] te pinnen, omdat zij eerder zouden hebben afgesproken dat zij de drugsdealer samen zouden betalen. Wat hier ook van zij, door op deze wijze, door het gebruik van geweld, de pincode van [slachtoffer] verkrijgen, kan allerminst gesproken worden van vrijwilligheid.
Hierna pakte de verdachte de bankpas van [slachtoffer] . Dit gebeurde zonder haar toestemming. Het toegepaste geweld, dat leidde tot het geven van haar pincode, heeft er naar het oordeel van de rechtbank ook toe geleid dat het wegnemen van de bankpas gemakkelijk werd gemaakt. Met enkel een pincode kon de verdachte namelijk geen geld van [slachtoffer] verkrijgen.
Door middel van het wederrechtelijk verkrijgen van zowel de bankpas als de pincode, kon de verdachte ook de geldbedragen stelen van [slachtoffer] , te weten het geld dat hij pinde bij het tankstation en bij de pinautomaat.
De rechtbank acht de feiten 2, 3 en 4 dan ook bewezen.
Feit 5:
Gelet op de verklaring van [slachtoffer] en van de verdachte, de videobeelden, de audiofragmenten en de geneeskundige verklaringen, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte [slachtoffer] meermalen heeft mishandeld.
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat de verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het bestanddeel “levensgezel”, nu daarvan, gelet op de aard en hechtheid van de relatie, geen sprake was.
Feit 6:
Nu de verklaring van [slachtoffer] als betrouwbaar moet worden aangemerkt en deze voldoende steun vindt in ander bewijs, kan ook bewezen worden dat de verdachte haar meermalen heeft bedreigd.
Feit 7:
Op basis van de verklaring van [slachtoffer] en de verdachte kan worden vastgesteld dat de verdachte de auto van [slachtoffer] heeft beschadigd. Nu de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar wordt geacht, kan ook bewezen worden dat hij de rok van [slachtoffer] heeft vernield, door de rits kapot te trekken, zoals door haar verklaard.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
in de periode van 7 augustus 2019 tot en met 10 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, meermalen, door geweld en bedreiging met geweld, te weten- aan die [slachtoffer] toevoegen van de woorden “Ik maak je af.” en "Ik maak je kapot." en- (met kracht) stompen en/of slaan en trappen en/of schoppen en ten val brengen van die [slachtoffer] en- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij moest drinken uit een flesje, waarin GHB zat en houden van dat flesje voor die [slachtoffer] en aan die [slachtoffer] toevoegen van de woorden: "Hier, drinken." en die [slachtoffer] daarmee/daardoor brengen in een staat van bewusteloosheid en/of verminderd bewustzijn en/of (lichamelijke) onmacht en- tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij, verdachte, vrienden zou laten komen en dat die haar zouden gaan neuken en- aan die [slachtoffer] toevoegen van de woorden: "Ga op de bank liggen." en- trekken aan de rok van die [slachtoffer] en- uittrekken van de onderbroek van die [slachtoffer] en- duwen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij nooit meer weg zou komen en dat zij moest gaan rijden in de auto en- (met kracht) bij de keel vastpakken en vasthouden van die [slachtoffer] en- tegen een muur klem duwen en geduwd houden van die [slachtoffer] en- blazen van cocaïne(damp) in de neus van die [slachtoffer] en- houden van een cocaïnepijpje en een aanstekervlam dicht bij de mond en het hoofd van die [slachtoffer] en- tegen die [slachtoffer] zeggen: "Je hebt niks te willen." en "Je doet het niet goed." en- vasthouden van die [slachtoffer] en voorover duwen van die [slachtoffer] en hard duwen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en tegen de anus van die [slachtoffer] en- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij met hem moest gaan rijden en met die [slachtoffer] naar een verlaten terrein rijden en- tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij bij een motorclub zat en dat hij nog maar één ding hoefde te doen voor zijn hesje en- aan die [slachtoffer] toevoegen de woorden: "Jij kunt zo meteen niet meer rijden." en- voor die [slachtoffer] gaan staan en- vastpakken van de haren van die [slachtoffer] en duwen en/of brengen van het hoofd van die [slachtoffer] naar zijn, verdachtes, penis en- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij hem, verdachte, moest pijpen en- roepen van de woorden: "Wie wil er gepijpt worden?" en- vervolgens tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij op haar knieën op de bijrijdersstoel moest gaan zitten,
die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
2.
in de periode van 7 augustus 2019 tot en met 8 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ter beschikking stellen van de pincode van een bankpas van die [slachtoffer] , door- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij moest drinken uit een flesje, waarin GHB zat en houden van dat flesje voor die [slachtoffer] en aan die [slachtoffer] toevoegen van de woorden: "Hier, drinken." en die [slachtoffer] daarmee/daardoor brengen in een staat van bewusteloosheid en/of verminderd bewustzijn en/of (lichamelijke) onmacht en- die [slachtoffer] (met kracht) te slaan en/of te stompen en te trappen en/of te schoppen en- aan de haren van die [slachtoffer] te trekken en die [slachtoffer] aan de haren een trap op te trekken en
- die [slachtoffer] vervolgens los te laten en ten val te brengen en- aan die [slachtoffer] toe te voegen de woorden: "Wat is je pincode, hé nog een keer, wat is je pincode?" en "Hallo, wat is je pincode?" en "Wat is jouw pincode, loop je mij te bezeiken of wat, kankerhoer?" en “Ik maak je kapot.”;
3.
in de periode van 7 augustus 2019 tot en met 8 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, een bankpas, toebehorende aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, door- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij moest drinken uit een flesje, waarin GHB zat en houden van dat flesje voor die [slachtoffer] en aan die [slachtoffer] toevoegen van de woorden: "Hier, drinken." en die [slachtoffer] daarmee/daardoor brengen in een staat van bewusteloosheid en/of verminderd bewustzijn en/of (lichamelijke) onmacht enverminderd bewustzijn en/of (lichamelijke) onmacht te brengen en/of- die [slachtoffer] (met kracht) te slaan en/of te stompen en te trappen en/of te schoppen en- aan de haren van die [slachtoffer] te trekken en die [slachtoffer] aan de haren een trap op te trekken en
- die [slachtoffer] vervolgens los te laten en ten val te brengen;
4.
in de periode van 7 augustus 2019 tot en met 8 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf en in de gemeente Kerkrade, meermalen, telkens een geldbedrag, toebehorende aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen, telkens onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door telkens met gebruik van een bankpas van die [slachtoffer] en de bijbehorende pincode (zijnde een niet voor dat gebruik door hem, verdachte, bestemde - en aldus valse - sleutel) geld op te nemen bij een geldautomaat en door in een winkel een pinbetaling uit te voeren;5.
in de periode van 7 augustus 2019 tot en met 10 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, meermalen, een persoon, genaamd [slachtoffer] , heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] (met kracht) te trappen en/of te schoppen en te slaan en/of te stompen en- die [slachtoffer] (met kracht) aan de haren te trekken en die [slachtoffer] aan de haren een trap op te trekken en
- die [slachtoffer] ten val te brengen en- die [slachtoffer] (met kracht) tegen een muur te duwen en- die [slachtoffer] (met kracht) bij de keel te grijpen en vast te houden;
6.
in de periode van 7 augustus 2019 tot en met 10 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, meermalen, [slachtoffer] heeft bedreigd met verkrachting en met enig misdrijf tegen het leven gericht en met gijzeling, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen:- "Ik maak je kapot." en "Ik maak je af." en- "Je zult nog wel last hebben van je keeltje, omdat ik je geprobeerd heb te verdrinken." en- "Wie wil er gepijpt worden!" en- "Je hebt echt geen idee met wie je te maken hebt." endreigend tegen die [slachtoffer] te zeggen
- dat hij vrienden zou laten komen die dan allemaal met haar gingen neuken en- dat zij haar familie en vrienden niet meer zou zien en- dat zij nooit meer weg zou komen en- dat hij bij een motorclub zat en nog maar één ding hoefde te doen voor zijn hesje en- dat hij de benen van een man gebroken had enalthans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;7.
in de periode van 7 augustus 2019 tot en met 8 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, meermalen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk een rok en een auto, toebehorende aan [slachtoffer] , heeft vernield of beschadigd, door- (met kracht) aan (de rits van) een rok van die [slachtoffer] te trekken en- tegen een spiegel van de auto van die [slachtoffer] te trappen en- een baksteen, tegen de auto van die [slachtoffer] te gooien en- (met kracht) tegen de auto van die [slachtoffer] te trappen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
Verkrachting, meermalen gepleegd
Feit 2:
Afpersing
Feit 3:
Diefstal, voorafgegaan van geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
Feit 4:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd
Feit 5:
Mishandeling, meermalen gepleegd
Feit 6:
Bedreiging met verkrachting en met enig misdrijf tegen het leven gericht en met gijzeling, meermalen gepleegd
Feit 7:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen of beschadigen, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Op 8 oktober 2022 heeft psychiater Morre een rapport uitgebracht over de geestvermogens van de verdachte. De verdachte heeft zijn medewerking aan het onderzoek door een psycholoog geweigerd.
De psychiater heeft geconcludeerd dat de verdachte lijdende is aan een meervoudige verslavingsziekte (heroïne, cocaïne en GHB) en een borderline persoonlijkheidsstoornis. Ook ten tijde van het tenlastegelegde leed de verdachte aan beide stoornissen. Hij werd hierdoor beïnvloed ten tijde van het tenlastegelegde. De persoonlijkheidsstoornis maken de verdachte ontvankelijk voor grensoverschrijdend gedrag, hetgeen ook in de hand wordt gewerkt door het excessieve middelengebruik van de verdachte. De impulscontrole en de gewetensfunctie, die beide al onderontwikkeld waren, worden nog verder aangetast door het gebruik van psychoactieve middelen.
De psychiater adviseert het tenlastegelegde verminderd aan de verdachte toe te rekenen, omdat zijn gedragingen en gedragskeuzen mede werden bepaald door de borderline persoonlijkheidsstoornis. Het middelengebruik was van invloed, maar de verdachte moet nog wel in staat worden geacht de effecten van zijn middelengebruik te kunnen overzien.
De rechtbank komt op basis van de in het voornoemd rapport vervatte bevindingen en het daarin vervatte advies niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren. De officier van justitie heeft betoogd dat een langere proeftijd op zijn plaats is, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam. Aan de proeftijd moeten de bijzondere voorwaarden worden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de gevorderde straf op dit moment, gelet op de oudheid van de feiten, niet meer passend is. De verdachte heeft inmiddels zijn leven op een positieve manier opgepakt. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal deze ontwikkeling doorkruisen. De raadsvrouw heeft verzocht op een andere wijze uitdrukking te geven aan de ernst van de feiten, te weten door oplegging van een taakstraf voor de maximale duur en een zeer flinke voorwaardelijke gevangenisstraf. Op die manier kan de verdachte zijn behandeling voort zetten.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten jegens het slachtoffer. Zij onderhielden een seksuele relatie die zich kenmerkte door aantrekken en afstoten. De verdachte heeft verklaard dat hij op enig moment dacht dat ze een fase hadden bereikt waarin hun relatie meer vastigheid zou krijgen en het slachtoffer hem toen vertelde dat zij een ander had. Kennelijk was dit voor hem aanleiding om haar die avond en de daarop volgende dagen een uitermate dreigende, pijnlijke en vernederende ervaring te bezorgen. Hij verkrachtte haar meerdere malen, mishandelde en bedreigde haar meerdere malen en, nadat hij haar pincode en bankpas afhandig had gemaakt, heeft hij ook nog geld van haar gestolen. Ook heeft de verdachte persoonlijke eigendommen van het slachtoffer beschadigd of vernield.
De verdachte heeft video opnamen van het slachtoffer gemaakt, toen zij buiten bewustzijn was en halfnaakt op de grond lag. De rechtbank heeft deze beelden bekeken. De schokkende beelden maken duidelijk welke vreselijke en traumatiserende ervaring het slachtoffer heeft moeten ondergaan en hoe verdachte zich volledig heeft laten gaan op een weerloos slachtoffer. De wijze waarop de verdachte zich later in een telefoongesprek met zijn buurvrouw uitlaat over hetgeen zich op 7 en 8 augustus 2019 heeft afgespeeld, is zeer zorgwekkend, omdat daaruit blijkt dat de verdachte zijn gedrag achteraf gerechtvaardigd vindt. Hij praat over de gebeurtenissen alsof het voor hem de normaalste zaak van de wereld is.
De bewezenverklaarde feiten hebben een enorme impact op het leven van het slachtoffer gehad. Zij veranderde van een zelfverzekerde vrouw, in een angstige en onzekere vrouw. De afgelopen jaren heeft zij therapie moeten ondergaan in verband met een door haar opgelopen posttraumatische stressstoornis. Het einde van die therapie lijkt nog niet in zicht.
Ter zitting heeft de verdachte slechts gedeeltelijk zijn verantwoordelijkheid genomen, in die zin dat hij zijn excuses heeft aangeboden voor het mishandelen van het slachtoffer, maar daar blijft het dan ook bij.
Hoewel de strafbare feiten zich al zo’n 3,5 jaar geleden hebben voorgedaan, kan gelet op de ernst van de feiten enkel worden volstaan met oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De raadsvrouw heeft ter zitting betoogd dat niemand gebaat is bij oplegging van een dergelijke straf en dat de verdachte dan terug bij af is, omdat de positieve ontwikkelingen in zijn leven dan weer teniet worden gedaan. Ter zitting heeft de persoonlijk begeleider van de verdachte nog toegelicht dat de verdachte de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. De rechtbank realiseert zich dat de verdachte de afgelopen jaren zijn leven weer op de rit heeft gekregen en dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dit wellicht zal doorkruisen. Oplegging van een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf zou echter, in het kader van het strafdoel van de vergelding, niet te rechtvaardigen zijn gelet op de ernst van de feiten.
Alles overwegende acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, alleszins passend. Deze straf doet recht aan de ernst van de feiten, waarbij voldoende rekening is gehouden met verdachtes verminderde toerekeningsvatbaarheid. De rechtbank zal de proeftijd, anders dan de officier van justitie, bepalen op twee jaren. De rechtbank neemt daarbij in ogenschouw dat de verdachte de afgelopen jaren niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De reclassering heeft in haar rapport van 29 december 2012 bijzondere voorwaarden geformuleerd, te weten een meldplicht, een verplichte ambulante behandeling en een contactverbod. De rechtbank zal deze voorwaarden overnemen. Uit het rapport van de reclassering, maar ook uit het rapport van de psychiater, blijkt namelijk dat de verdachte gebaat is bij een goede behandeling. Die behandeling maakt ook dat het recidiverisico op een aanvaardbaar niveau blijft.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 43.106,80, bestaande uit € 27.834,64 aan materiële schade (eigen bijdrage ziektekosten ad € 1.155,97, reiskosten ad € 534,72, weggenomen geldbedrag ad € 1.076,45, kapotte kleding ad € 60,-, kosten vervanging bankpas ad € 7,50, toekomstige schade ad € 25.000,-) en € 15.000,- aan immateriële schade.
Ook heeft de benadeelde gevorderd de vordering te verhogen met de wettelijke rente en tevens de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde niet ontvankelijk te verklaren voor wat betreft de gevorderde toekomstige schade. Dit deel van de vordering is onvoldoende onderbouwd. Voor het overige kan de vordering worden toegewezen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de benadeelde niet ontvankelijk dient te worden verklaard voor wat betreft de gevorderde toekomstige schade. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsvrouw betoogd dat niet alle schade verband houden met de (beweerdelijke) gedragingen van de verdachte.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten. De gevorderde bedragen voor de eigen bijdrage ziektekosten ad € 1.155,97, de reiskosten ad € 534,72 en het weggenomen geldbedrag tot een bedrag van € 616,- komen voor vergoeding in aanmerking. Deze schade is voldoende onderbouwd en ook niet door de verdediging betwist. Uit de bewezenverklaring volgt voorts dat de verdachte de rok van [slachtoffer] heeft vernield, waarmee het causale verband vast staat. De vergoeding van € 60,- komt de rechtbank ook redelijk voor, waardoor deze schade terzake kapotte kleding voor vergoeding in aanmerking komt.
De gevorderde toekomstige schade is thans onvoldoende onderbouwd.
Voor wat betreft het resterende bedrag aan weggenomen geldbedragen (de bedragen die zouden zijn weggenomen op 21, 26 en 27 augustus 2019 ad in totaal € 460,45) is de rechtbank van oordeel dat deze niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat de verdachte ten aanzien van deze feiten partieel wordt vrijgesproken. Ook de vergoeding voor de vervanging van de bankpas komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat niet gebleken is dat deze verloren is gegaan. De benadeelde zal voor wat betreft de hiervoor genoemde schadeposten niet ontvankelijk worden verklaard.
De materiële schade komt daarmee op een totaalbedrag van € 2.366,69.
Voor wat betreft de gevorderde immateriële schade ad € 15.000,--, overweegt de rechtbank dat deze schade voldoende is onderbouwd en dit bedrag ook billijk is. De rechtbank is van oordeel dat er, met de bewezenverklaring van de feiten, sprake is van het oplopen van lichamelijk letsel en een aantasting in de persoon, als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek in artikel 6:106 aanhef en onder b. De bewezenverklaarde feiten hebben ertoe geleid dat een langdurig behandelingstraject noodzakelijk was. Bij de benadeelde werd PTSS vastgesteld, als gevolg van de gedragingen van de verdachte jegens de benadeelde. Daarmee is het causaal verband voldoende komen vast te staan. Dat de benadeelde in het verleden een psychologische behandeling heeft ondergaan, doet daaraan niet af.
Alles overwegende wordt een bedrag van € 17.366,69 toegewezen. De wettelijke rente vanaf 10 augustus 2019 zal worden toegewezen. Ook wordt de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 242, 285, 300, 311, 312, 317 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van twee jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
de veroordeelde meldt zich na het ingaan van de proeftijd bij SVG Reclassering Mondriaan. Hij blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt en volgt de aanwijzingen die hem ter plekke gegeven worden op;
de veroordeelde laat zich behandelen door FPP De Rooyse Wissel Ambulant of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer] , zolang het openbaar ministerie dit verbod nodig vindt.
  • geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • verklaart de benadeelde partij ter zake van het overige aan materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze benadeelde partij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] een bedrag van € 17.366,69,- te betalen, bij niet-betaling te vervangen door 121 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2019;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Loof, voorzitter, mr. C.G.A. Wouters en mr. K. Mestrom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.K. Spronk, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 januari 2023.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 07 augustus 2019 tot en met 27 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- toen een persoon genaamd [slachtoffer] zijn, verdachtes, woning wilde verlaten, tegenhouden van die [slachtoffer] en/of dichthouden en/of blokkeren van een (toegangs)deur van die woning voor die [slachtoffer] en/of naar benenden doen van het rolluik voor die (toegangs)deur, althans die [slachtoffer] beletten daarheen te gaan, waar deze wilde gaan en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij een probleem had als iemand op haar gegil af zou komen en/of
- aan die [slachtoffer] toevoegen van (de) woorden (van de strekking): "Jij gaat helemaal nergens naar toe." en/of "Ik maak je af." en/of "Ik maak je kapot." en/of
- (met kracht) slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen van die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] ten val brengen en/of op die [slachtoffer] gaan en/of blijven staan en/of
- afpakken van de telefoon van die [slachtoffer] en/of
- (herhaaldelijk) tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij moest drinken uit een flesje, waarin GHB, althans een bedwelmende en/of weerloos makende en/of het bewustzijn beïnvloedende (vloei)stof zat en/of houden van dat flesje voor die [slachtoffer] en/of aan die [slachtoffer] toevoegen van (de) woorden (van de strekking): "Hier, drinken." en/of duwen van dat flesje tegen de mond van die [slachtoffer] en/of schenken en/of gieten van die GHB, althans die bedwelmende en/of weerloosmakende en/of het bewustzijn beïnvloedende (vloei)stof in de mond van die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] (daarmee/daardoor) brengen in een staat van bewusteloosheid en/of verminderd bewustzijn en/of (lichamelijke) onmacht en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij, verdachte, vrienden en/of anderen zou laten komen en dat die haar zouden gaan neuken en/of
- aan die [slachtoffer] toevoegen van (de) woorden (van de strekking): "Ga op de bank liggen." en/of "Ga liggen." en/of
- trekken aan en/of omhoog en/of aan de kant schuiven en/of doen van de rok van die [slachtoffer] en/of
- uittrekken van de onderbroek van die [slachtoffer] en/of
- vastpakken en/of vasthouden van de heupen van die [slachtoffer] en/of (heel hard en/of met kracht) duwen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of de anus en/of op/tegen de anus van die [slachtoffer] en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij nooit meer weg zou komen en/of dat zij moest gaan rijden in de auto en/of
- (met kracht) om/bij de keel vastpakken en/of vasthouden van die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] , terwijl hij, verdachte, haar bij de keel vast had, van de grond tillen en/of
- op/tegen een muur (klem) duwen en/of geduwd houden van die [slachtoffer] en/of
- blazen van cocaïne(damp) in de neus van die [slachtoffer] en/of tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij de cocaïne moest inhaleren en/of
- houden van een cocaïnepijpje en/of een aanstekervlam (dicht) bij de mond en/of het hoofd van die [slachtoffer] en/of duwen van dat cocaïnepijpje in de mond van die [slachtoffer] en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen: "Je hebt niks te willen." en/of "Je doet het niet goed." en/of
- vastgrijpen en/of vasthouden van die [slachtoffer] en/of voorover duwen van die [slachtoffer] en/of (heel hard en/of met kracht) duwen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of de anus en/of op/tegen de anus van die [slachtoffer] en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij met hem moest gaan rijden en/of met die [slachtoffer] naar een (verlaten) terrein rijden en/of gaan en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij bij een motorclub zat en dat hij nog maar één ding hoefde te doen voor zijn hesje en/of
- aan die [slachtoffer] toevoegen (de) woorden (van de strekking): "Jij kunt zometeen niet meer rijden." en/of
- voor die [slachtoffer] gaan en/of blijven staan en/of
- uittrekken van zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek en/of
- vastpakken van de haren en/of het hoofd van die [slachtoffer] en/of duwen en/of brengen van het hoofd van die [slachtoffer] naar zijn, verdachtes, penis en/of
- tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij hem, verdachte, moest pijpen en/of
- (heel hard) roepen en/of schreeuwen van (de) woorden (van de strekking): "Wie wil er gepijpt worden?" en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer] zeggen dat zij op haar knieën op de bijrijdersstoel moest gaan zitten,
die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 07 augustus 2019 tot en met 27 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn/haar geestvermogens leed dat deze niet of onvolkomen in staat was zijn/haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 07 augustus 2019 tot en met 27 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het aanraken en/of betasten en/of strelen van en/of wrijven over de vagina en/of de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of (met) zijn, verdachtes, vinger(s) gaan en/of bewegen langs de vagina en/of de schaamlippen van die [slachtoffer] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2019 tot en met 8 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ter beschikking stellen van de pincode van een bankpas van die [slachtoffer] , in elk geval van gegevens,
door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij moest drinken uit een flesje, waarin GHB,althans een bedwelmende en/of weerloos makende en/of het bewustzijn beïnvloedende (vloei)stof zat en/of houden van dat flesje voor die [slachtoffer] en/of aan die [slachtoffer] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Hier, drinken." en/of dat flesje tegen de mond van die [slachtoffer] te duwen en/of die GHB, althans die bedwelmende en/of weerloosmakende en/of bewustzijn beïnvloedende (vloei)stof in de mond van die [slachtoffer] te schenken en/of te gieten en/of die [slachtoffer] (daarmee/daardoor) in een toestand van bewusteloosheid en/of
verminderd bewustzijn en/of (lichamelijke) onmacht te brengen en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) te slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of te schoppen en/of
- aan de haren van die [slachtoffer] te trekken en/of die [slachtoffer] aan de haren naar boven en/of een trap op te trekken en/of
- die [slachtoffer] (vervolgens) los te laten en/of ten val te brengen en/of
- aan die [slachtoffer] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Wat is je pincode, hé nog een keer, wat is je pincode?" en/of "Hallo, wat is je pincode?" en/of "Wat is jouw pincode, loop je mij te bezeiken of wat, kankerhoer?" en/of "Ik maak je kapot.";
3.
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2019 tot en met 27 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer bankpas(sen), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij moest drinken uit een flesje, waarin GHB,althans een bedwelmende en/of weerloos makende en/of het bewustzijn beïnvloedende (vloei)stof zat en/of houden van dat flesje voor die [slachtoffer] en/of aan die [slachtoffer] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Hier, drinken." en/of dat flesje tegen de mond van die [slachtoffer] te duwen en/of die GHB, althans die bedwelmende en/of weerloosmakende en/of bewustzijn beïnvloedende (vloei)stof in de mond van die [slachtoffer] te schenken en/of te gieten en/of die [slachtoffer] (daarmee/daardoor) in een toestand van bewusteloosheid en/of
verminderd bewustzijn en/of (lichamelijke) onmacht te brengen en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) te slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of te schoppen en/of
- aan de haren van die [slachtoffer] te trekken en/of die [slachtoffer] aan de haren naar boven en/of een trap op te trekken en/of
- die [slachtoffer] (vervolgens) los te laten en/of ten val te brengen en/of
- aan die [slachtoffer] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Ik maak je kapot.";
4.
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2019 tot en met 8 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf en/of in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer geldbedrag(en), althans geld en/of etenswaar en/of drank, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en), althans dat geld en/of die etenswaar en/of drank (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door meermalen, althans eenmaal, (telkens) met gebruik van een bankpas van die [slachtoffer] en de bijbehorende pincode (zijnde een niet voor dat gebruik
door hem, verdachte, bestemde - en aldus valse - sleutel) (telkens) een of meer geldbedrag(en), althans geld op te nemen bij een of meer geldautoma(a)t(en) en/of in een of meer winkel(s) (telkens) een of meer pinbetaling(en) uit te voeren;
5.
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2019 tot en met 27 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) zijn levensgezel, in elk geval een persoon, genaamd [slachtoffer] , heeft mishandeld door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer] (met kracht) te trappen en/of te schoppen en/of te slaan en/of te stompen en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) aan de haren te trekken en/of die [slachtoffer] aan de haren een trap op te trekken en/of
- die [slachtoffer] te laten vallen en/of ten val te brengen en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) op/tegen een muur te duwen en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) bij de keel te grijpen en/of vast te pakken en/of vast te houden en/of de keel van die [slachtoffer] dicht te knijpen en/of op de keel van die [slachtoffer] te drukken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] (bij de keel vasthoudend) op te tillen en/of van de grond te tillen;
6.
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2019 tot en met 2 september 2019 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen ontstaat en/of met verkrachting en/of met feitelijke aanranding van de eerbaarheid en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met gijzeling en/of met zware mishandeling, door meermalen, althans eenmaal, (telkens) die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen:
- "Ik maak je kapot." en/of "Ik maak je af." en/of
- "Ik snij je keel door als ik erachter kom dat jij contact met hem hebt gehad." en/of
"Ik kom naar je toe en snij je keel door." en/of
- "Je zult nog wel last hebben van je keeltje, omdat ik je geprobeerd heb te verdrinken." en/of
- "Wie wil er gepijpt worden!" en/of
- "Je hebt echt geen idee met wie je te maken hebt." en/of
dreigend tegen die [slachtoffer] te zeggen
- dat hij vrienden en/of anderen zou laten komen die dan allemaal met haar gingen neuken en/of
- dat hij haar iets aan zou doen, zodat zij haar familie en vrienden niet meer zou zien en/of
- dat zij nooit meer weg zou komen en/of
- dat hij bij een motorclub zat en nog maar één ding hoefde te doen voor zijn hesje en/of
- dat hij de benen van een man gebroken had en/of
- dat hij al meerdere mensen fors had mishandeld,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
7.
hij in of omstreeks de periode van 7 augustus 2019 tot en met 27 augustus 2019 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een rok en/of een auto en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (met kracht) aan (de rits van) een rok van die [slachtoffer] te trekken en/of
- aan een spiegel van de auto van die [slachtoffer] te trekken en/of tegen een spiegel van de auto van die [slachtoffer] te trappen en/of te schoppen en/of te slaan en/of
- een baksteen, althans een hard en/of zwaar voorwerp, op/tegen (de voorruit van) de auto van die [slachtoffer] te gooien en/of
- (met kracht) op/tegen de auto van die [slachtoffer] te trappen en/of te schoppen en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] (met kracht) weg en/of op/tegen een muur en/of de grond te gooien.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2019184384, gesloten d.d. 30 december 2021, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 199.
2.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 30.
3.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 3 september 2020, p. 19.
4.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 30.
5.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 37, 39 en 41.
6.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 30.
7.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 41 en 42.
8.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 30 en 31.
9.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 43 en 44.
10.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 31.
11.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 45.
12.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 31.
13.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 46.
14.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 31.
15.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 47.
16.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 31.
17.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 47 en 48.
18.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 31.
19.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 48.
20.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 32.
21.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 9 oktober 2020, p. 56.
22.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 9 oktober 2020, p. 58.
23.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 32 en 33.
24.Het geschrift, te weten een bankafschrift, p. 74.
25.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 33.
26.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 december 2021, p. 168.
27.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting d.d. 11 januari 2023 afgelegd.
28.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 december 2021, p. 168 en 169.
29.De waarneming van de rechtbank ter terechtzitting d.d. 11 januari 2023.
30.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 december 2021, p. 169.
31.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 33.
32.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 september 2020, p. 33.
33.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 december 2021, p. 170.
34.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting d.d. 11 januari 2023 afgelegd.
35.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 december 2021, p. 170 en 171.
36.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 9 oktober 2020, p. 54 en 55.
37.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting d.d. 11 januari 2023 afgelegd.
38.Het geschrift, te weten een geneeskundige verklaring d.d. 11 juni 2020, p. 101.