Op 7 december 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van mr. V.E.J. Noelmans, rechter in de rechtbank Limburg. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. A. Kara, stelden dat de rechter niet onpartijdig kon zijn in een nieuwe hoofdzaak vanwege zijn eerdere betrokkenheid bij verschillende civiele procedures tussen hen en hun broer. De wrakingskamer heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden die door verzoekers zijn aangevoerd.
De rechter heeft in zijn schriftelijke reactie en ter zitting aangegeven dat hij in drie procedures betrokken was, maar dat deze niet altijd dezelfde procespartijen betroffen en dat hij geen inhoudelijke beslissingen had genomen in de Belgisch vermogen procedure. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter zich niet had gebogen over materieelrechtelijke aspecten van de zaak en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid.
De wrakingskamer concludeerde dat de rechter in deze zaak niet langer betrokken was en dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. Het verzoek tot wraking werd dan ook ongegrond verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 7 december 2023.