In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 6 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid European Merchant Finance B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wat is Loos in Mestreech B.V. en een tweede gedaagde die procedeerde in persoon. De eisende partij vorderde hoofdelijke veroordeling van de gedaagde partijen tot betaling van een bedrag van € 6.608,85, subsidiair € 6.418,18, te vermeerderen met wettelijke rente en de kosten van de procedure. De gedaagde partij sub 1 had een betalingsachterstand laten ontstaan op een overeenkomst die op 6 april 2022 was gesloten, en de gedaagde sub 2 had zich als borg gesteld voor de verplichtingen van gedaagde sub 1. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de eisende partij niet voldoende werd betwist en heeft de hoofdsom en de wettelijke handelsrente toegewezen. Tevens werd de eisende partij in het gelijk gesteld wat betreft de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, maar deze werden beperkt tot het wettelijke tarief. De kantonrechter heeft de gedaagde partij hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 6.418,18, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij begroot op € 977,76. De kantonrechter merkte op dat er in het kader van deze procedure geen plaats was voor een betalingsregeling, en dat de gedaagde partij zich hiervoor tot de eisende partij diende te wenden.