ECLI:NL:RBLIM:2023:7154

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
8 december 2023
Zaaknummer
9643912 \ CV EXPL 22-319
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake bijzondere overeenkomst en tekortkoming in de uitvoering van diensten

In deze zaak, die voor de kantonrechter van de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen een besloten vennootschap en een gedaagde over de uitvoering van een bijzondere overeenkomst. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door LAVG Gerechtsdeurwaarders, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die wordt vertegenwoordigd door mr. drs. A.L. van den Bergh. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 16 augustus 2023, waarin een deskundigenonderzoek is bevolen. De gedaagde heeft echter aangegeven niet in staat te zijn het voorschot voor de deskundige te betalen, wat heeft geleid tot verdere uitlatingen van beide partijen over de voortgang van de procedure.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat er sprake is van een tekortkoming van de eiseres, die zou kunnen leiden tot ontbinding van de overeenkomst. De kantonrechter heeft het bewijsaanbod van de gedaagde om aan te tonen dat de eiseres onoordeelkundig heeft gehandeld, niet gehonoreerd. De rechter heeft overwogen dat de eiseres een inspanningsverbintenis heeft en dat er geen resultaatsverbintenis is, wat betekent dat de eiseres niet aansprakelijk kan worden gesteld voor het niet behalen van een specifiek resultaat.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de eiseres in conventie toegewezen tot een bedrag van € 5.520,50, vermeerderd met wettelijke handelsrente. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, terwijl de proceskosten in conventie zijn gecompenseerd. Het vonnis is uitgesproken op 6 december 2023 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9643912 \ CV EXPL 22-319
Vonnis van de kantonrechter van 6 december 2023
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonend in [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. drs. A.L. van den Bergh.
Partijen worden hierna genoemd “ [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ” en “ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ”.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 16 augustus 2023;
  • het e-mailbericht van mr. Van den Bergh van 11 september 2023;
  • de akte uitlating van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ;
  • de akte houdende uitlating voortgang procedure van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De verdere beoordeling

in conventie en in reconventie
2.1.
In het tussenvonnis van 16 augustus 2023 is een deskundigenonderzoek bevolen. Daarbij is bepaald dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het voorschot van de deskundige dient te betalen.
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 11 september 2023 laten weten dat hij niet in staat is om het voorschot te betalen. Partijen hebben zich vervolgens bij akte uitgelaten over de vraag hoe de procedure moet worden voortgezet.
2.3.
Aan het verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om een andere deskundige in te schakelen voor een bedrag van maximaal € 750,- wordt voorbijgegaan. Partijen hebben eerder geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een deskundige voor te dragen, zodat de kantonrechter zelf een deskundige heeft benoemd. Deze heeft een begroting van zijn kosten gegeven. In het tussenvonnis van 16 augustus 2023 is overwogen dat deze begroting de kantonrechter op voorhand niet onredelijk voorkomt. Hoewel de kantonrechter de wens van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor een goedkoper deskundigenbericht begrijpt, kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet verlangen dat de kantonrechter verder op zoek gaat naar een goedkopere deskundige. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] komt ook nu zelf niet met een voorstel en onderbouwt niet dat een onderzoek voor maximaal € 750,- een haalbare kaart is.
2.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] biedt overigens bewijs aan van zijn stelling dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onoordeelkundig heeft gehandeld en nutteloze werkzaamheden heeft verricht, door middel van het horen van degene die bij autohandel [naam] (de kantonrechter begrijpt: nadat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de reparatie had verricht) de roetfilter van de bus heeft vervangen.
2.5.
De kantonrechter gaat aan dit bewijsaanbod voorbij. Volgens artikel 196 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de rechter wanneer een partij het voorschot niet (tijdig) voldoet daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. In het tussenvonnis van 14 december 2022 is overwogen dat aanleiding bestaat om een deskundige te benoemen met betrekking tot de vraag of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onoordeelkundig heeft gehandeld. Een onafhankelijke deskundige is bij uitstek in staat deze vraag te beoordelen, omdat het hierbij niet zozeer gaat om het bewijs van feiten als wel om de vraag of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gehandeld als redelijk bekwaam en redelijk handelend reparateur. Ook is overwogen dat op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij het uitvoeren van de reparatie aan de bus geen resultaatsverbintenis rust, maar een inspanningsverbintenis. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tegen deze achtergrond onvoldoende concreet toegelicht dat zijn bewijsaanbod ter zake dienend is.
tekortkoming is niet gebleken, geen ontbinding overeenkomst
2.6.
Dit betekent dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet heeft aangetoond dat sprake is geweest van een tekortkoming van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] die zou kunnen leiden tot ontbinding van de overeenkomst. Het verweer van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat ook nooit sprake is geweest van verzuim aan zijn kant behoeft dan ook geen verdere bespreking. De vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in reconventie zal daarom worden afgewezen.
2.7.
Gelet op wat in het tussenvonnis van 14 december 2022 onder 4.6. tot en met 4.8. is overwogen en beslist zal de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in conventie worden toegewezen tot een bedrag van € 5.520,50 in hoofdsom. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de factuur. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde handelsrente en vast staat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf deze datum in verzuim is.
buitengerechtelijke kosten
2.8.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft daarnaast aanspraak gemaakt op betaling van buitengerechtelijke kosten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten tot een bedrag van € 651,02.
proceskosten
2.9.
Omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in conventie deels in het ongelijk is gesteld, zal de kantonrechter de proceskosten in conventie compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten in reconventie. Deze worden aan de kant van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] begroot op € 200,- (2 punten à € 200 x 0,5).

3.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
3.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen een bedrag van € 6.171,52, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over € 5.520,50 vanaf 12 november 2019 tot aan de dag van volledige betaling;
3.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
3.5.
wijst het gevorderde af;
3.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op heden begroot op € 300,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. S P. Pompe en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2023.