ECLI:NL:RBLIM:2023:7137

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
ROE 23/270
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening traplift op grond van de Wmo 2015

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 23 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een traplift, welke was afgewezen door verweerder. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing terecht was, omdat eiseres, die gediagnostiseerd was met COPD fase 2, had moeten rekening houden met haar beperkingen bij de aankoop van haar nieuwe woning, die alleen bereikbaar was via een trap. De rechtbank stelde vast dat de noodzaak voor een traplift voorzienbaar was en dat eiseres in staat was om haar beperkingen op eigen kracht te verminderen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van discriminatie van mensen met COPD en dat de criteria die door verweerder waren gesteld voor het toekennen van een maatwerkvoorziening rechtmatig waren. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 23/270
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht,verweerder,
(gemachtigde: mr. W. Huntjens).

Procesverloop

Bij besluit van 5 september 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om in aanmerking te komen voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een traplift op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) afgewezen.
Bij besluit van 11 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 november 2023. Eiseres is verschenen samen met haar echtgenoot. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en mevrouw [naam] was aanwezig.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat het college beslist tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college (onder meer) niet op eigen kracht kan verminderen of wegnemen.
2.1.
De rechtbank stelt vast dat die eigen kracht van belang is in deze zaak. Verweerder mag criteria stellen op basis waarvan iemand in aanmerking komt voor een voorziening op grond van de Wmo 2015. Dat heeft verweerder gedaan in artikel 11, vierde lid, van de Wmo-verordening van de gemeente Maastricht. Daarin is bepaald dat een cliënt alleen in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening als de noodzaak tot ondersteuning voor de cliënt redelijkerwijs niet vermijdbaar was en de voorziening niet voorzienbaar was (redelijkerwijs niet te verwachten).
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat redelijkerwijs te verwachten was dat eiseres op enig moment de trap niet meer op zou kunnen om haar woning te bereiken. Eiseres had voor de aankoop van de nieuwe woning COPD fase 2. Dat was weliswaar stabiel, maar uit het bericht van de longarts maakt de rechtbank op dat het verloop moeilijk te voorspellen is en dat COPD-patiënten vaak gebruikmaken van hulpmiddelen bij het mobiliseren, zoals een scootmobiel of een rollator. Bij aankoop van de woning had eiseres er naar het oordeel van de rechtbank daarom rekening mee moeten houden dat zij problemen zou gaan ondervinden bij het traplopen. Dat valt onder ‘eigen kracht’. Eiseres kon er redelijkerwijs niet van uitgaan dat dat bij haar nooit zou gebeuren.
2.3.
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van discriminatie van mensen met COPD ten opzichte van gezonde mensen. Iemand met gediagnosticeerde COPD moet, in geval van een verhuizing, rekening houden met de beperkingen die bij die aandoening kunnen horen. Als eiseres niet was verhuisd en een traplift had aangevraagd, was die voorzienbaarheid niet tegengeworpen door verweerder. Van discriminatie is daarom geen sprake.
Conclusie
3. De rechtbank concludeert dat verweerder de aanvraag van eiseres terecht heeft afgewezen. Het beroep is ongegrond en voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M.L. Goofers, rechter, in aanwezigheid van mr. S.K.M. Bohnen, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 november 2023.
De griffier is verhinderd dit proces-verbaal rechter te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op: 7 december 2023

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.