ECLI:NL:RBLIM:2023:710

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 januari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
03.014238.22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misleiding van minderjarigen tot ontuchtige handelingen en verspreiding van kinderporno

In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 27 januari 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die minderjarigen via sociale media heeft misleid tot het plegen van ontuchtige handelingen. De verdachte, geboren in 1975, heeft zich voorgedaan als een minderjarig meisje en heeft contact gelegd met de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Hij heeft hen door misleiding en het creëren van een afhankelijkheidsrelatie bewogen tot het verrichten van ontuchtige handelingen, waarbij hij hen ook heeft gevraagd om beelden van deze handelingen te delen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte kinderporno heeft verspreid, aangeboden, verworven en in zijn bezit heeft gehad. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden en er is een tbs-maatregel van overheidswege opgelegd. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, waaronder pedofilie en een verstandelijke beperking, en heeft geoordeeld dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank heeft ook de impact van de feiten op de slachtoffers meegewogen, waarbij is vastgesteld dat de slachtoffers aanzienlijke schade hebben geleden door de gedragingen van de verdachte. De vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 1], is toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot het betalen van € 2.654,92 aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.014238.22
Parketnummer : 05.740200.18 (tul)
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 27 januari 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B. Pernot, advocaat kantoorhoudende te Wijchen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaken zijn inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 januari 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen door (bedreiging met) geweld of andere feitelijkheden dan wel minderjarige [slachtoffer 1] door misbruik van overwicht of misleiding heeft bewogen tot ontuchtige handelingen;
Feit 2:[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen door (bedreiging met) geweld of andere feitelijkheden dan wel minderjarige [slachtoffer 2] door misbruik van overwicht of misleiding heeft bewogen tot ontuchtige handelingen;
Feit 3:kinderporno heeft verspreid, aangeboden, verworven en in zijn bezit heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen. Hiertoe heeft hij verwezen naar het informatief gesprek zeden, de aangifte van de moeder van [slachtoffer 1] , de getuigenverklaring van [slachtoffer 1] waarin hij aangeeft dat de verdachte gestraft moet worden, de bekennende verklaring van de verdachte bij de politie en ter terechtzitting en de Whatsappberichten in het dossier. Ten aanzien van de pleegperiode heeft de officier van justitie aangevoerd dat de verdachte heeft verklaard dat hij ongeveer sinds januari 2020 contact had met [slachtoffer 1] en dat de inhoud van de Whatsappberichten in het dossier, beginnend op 15 april 2020, erop duiden dat er reeds eerder een gesprek had plaatsgevonden tussen de verdachte en [slachtoffer 1] . De gehele pleegperiode van 1 januari 2020 tot en met 17 april 2020 kan aldus bewezen verklaard worden. De officier van justitie acht dwang door andere feitelijkheden bewezen. De verdachte heeft immers misbruik gemaakt van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht gelet op het grote leeftijdsverschil tussen de verdachte en [slachtoffer 1] en het zich voordoen als een ander door de verdachte. Ook heeft de verdachte gedreigd met het verbreken van het contact met [slachtoffer 1] als [slachtoffer 1] niet deed wat de verdachte vroeg, waar [slachtoffer 1] als kwetsbaar slachtoffer gevoelig voor was.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het primair tenlastegelegde onder feit 2 nu er geen sprake is geweest van de vereiste dwang. De officier van justitie acht het subsidiair tenlastegelegde onder feit 2 wel wettig en overtuigend bewezen. Hij heeft hiertoe verwezen naar het informatief gesprek zeden, de aangifte van de moeder van [slachtoffer 2] , de getuigenverklaring van [slachtoffer 2] zelf, waarin hij aangeeft dat de verdachte gestraft moet worden, de bekennende verklaring van de verdachte en de chatberichten in het dossier.
De officier van justitie acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen gelet op de bekennende verklaring van de verdachte, het proces-verbaal waarin de afbeeldingen worden beoordeeld als kinderpornografisch door verbalisant en het proces-verbaal met beschrijving van de afbeeldingen gestuurd door de verdachte naar slachtoffers en de door hem ontvangen afbeeldingen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair tenlastegelegde onder feit 1. De raadsman voert hiertoe aan dat er geen sprake kan zijn van overwicht door leeftijdsverschil nu [slachtoffer 1] dacht dat hij met een meisje van 12 jaar contact had. Bovendien is er geen sprake van dwang. Immers blijkt niet uit de beschikbare Whatsappgesprekken dat de verdachte tegen [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij het contact met hem zou verbreken of hem zou blokkeren als [slachtoffer 1] iets niet wilde doen. Ook zou het dossier onvoldoende bewijs bevatten dat [slachtoffer 1] vóór 15 april 2020 is gedwongen om ontuchtige handelingen te verrichten, omdat de inhoud van d
e eerder gestuurde berichten niet bekend is. Mocht de rechtbank komen tot een bewezenverklaring van feit 1 primair, dan verzoekt de raadsman subsidiair tot het inkorten van de tenlastegelegde periode.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde onder feit 1 voert de raadsman aan dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht niet kan worden bewezen. Ook bevat het dossier onvoldoende bewijs dat de verdachte het contact met [slachtoffer 1] zou verbreken of [slachtoffer 1] zou blokkeren als hij iets niet zou doen. Voor deze onderdelen dient vrijspraak te volgen.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het primair tenlastegelegde onder feit 2. Hiertoe voert de raadsman aan dat er geen aanwijzingen zijn van het dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen door (bedreiging met) geweld of andere feitelijkheden. Ook in het geval van [slachtoffer 2] kan er geen overwicht vanwege leeftijdsverschil worden aangenomen nu [slachtoffer 2] niet op de hoogte was van dat leeftijdsverschil.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde onder feit 2 voert de raadsman aan dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht niet kan worden bewezen. Ook bevat het dossier onvoldoende bewijs voor het aanraken of betasten van de penis, teelballen of schaamstreek door [slachtoffer 2] . Voor deze onderdelen dient vrijspraak te volgen.
De raadsman verzoekt ten aanzien van feit 3 vrijspraak voor de onderdelen openlijk tentoonstellen, aanbieden, vervaardigen, invoeren, doorvoeren van kinderporno en/of dat hij zich de toegang tot dergelijk materiaal heeft verschaft door middel van een geautomatiseerd werk of door gebruikmaking van een communicatiedienst. Bovendien is het onduidelijk of het downloaden van de kinderpornografische afbeeldingen heeft plaatsgevonden in de tenlastegelegde periode.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Feit 1
Vrijspraak feit 1 primair
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde onder feit 1. Aan de verdachte is het in artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht genoemde delict tenlastegelegd, kort gezegd: feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, zo blijkt uit de delictsomschrijving, dient het slachtoffer door middel van geweld, bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid te worden gedwongen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen.
De rechtbank overweegt ten aanzien hiervan als volgt. Op het moment dat [slachtoffer 1] contact had met de verdachte was hij in de veronderstelling dat hij contact had met een meisje van ongeveer 12 jaar oud. Het verschil in leeftijd tussen [slachtoffer 1] en de verdachte was op dat moment dus niet bekend aan [slachtoffer 1] . Naar het oordeel van de rechtbank maakte de verdachte ook geen gebruik van taalgebruik dat niet passend was voor de leeftijd van een meisje van 12 jaar. Er was aldus geen sprake van overwicht door leeftijdsverschil. Ook van het feit dat de verdachte zich voordeed als een ander was [slachtoffer 1] niet op de hoogte. De officier van justitie heeft betoogd dat de verdachte gedreigd zou hebben met het verbreken van het contact met [slachtoffer 1] of het blokkeren van [slachtoffer 1] als [slachtoffer 1] niet zou doen wat de verdachte van hem vroeg, waardoor er sprake zou zijn geweest van dwang. De officier van justitie heeft hierbij verwezen naar de Whatsappgesprekken. De wijze waarop de officier van justitie de Whatsappgesprekken leest, is echter wezenlijk anders dan de feitelijke weergave van de gesprekken. Uit de weergave van de gesprekken volgt immers enkel dat er berichten zijn verzonden waaruit blijkt dat de verdachte met een ander zou gaan praten en dat de verdachte een bericht heeft gestuurd dat hij [slachtoffer 1] niet geblokkeerd heeft en dat hij vraagt waarom hij [slachtoffer 1] zou blokkeren. Ook [slachtoffer 1] verklaart zelf niets over het dreigen met het verbreken van het contact of het blokkeren. De rechtbank is dan ook van oordeel dat uit de Whatsappgesprekken niet kan volgen dat de verdachte gedreigd zou hebben met het verbreken van het contact met [slachtoffer 1] of het blokkeren van [slachtoffer 1] als [slachtoffer 1] niet zou doen wat de verdachte van hem vroeg. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank ook dat van het creëren en/of gebruik maken van een afhankelijkheidsrelatie niet is gebleken.
Op grond van deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig bewijs voorhanden is voor het bestanddeel dwang in de tenlastelegging. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder feit 1 primair tenlastegelegde.
Bewijsmiddelen
Evenals de officier van justitie acht de rechtbank het subsidiair ten laste gelegde feit misleiding wettig en overtuigend bewezen met dien verstande dat de rechtbank zal vrijspreken voor de onderdelen het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil en het creëren en/of gebruik maken van een afhankelijkheidsrelatie. De rechtbank verwijst hiervoor naar de bewijsoverwegingen onder feit 1 primair die naar het oordeel van de rechtbank hier eveneens van toepassing zijn. Omdat de verdachte dit feit (de misleiding) ter terechtzitting heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak voor dit onderdeel (de misleiding) heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 januari 2023;
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd bij de politie op 25 februari 2021; [2]
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] van 20 november 2020; [3]
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] namens [slachtoffer 1] van 15 oktober 2020; [4]
- het proces-verbaal van bevindingen (weergave Whatsappberichten [slachtoffer 1] en verdachte) van 11 januari 2022; [5]
- het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van 30 oktober 2020. [6]
Feit 2
Vrijspraak feit 2 primair
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde onder feit 2 nu er geen sprake is van het dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen door (bedreiging met) geweld of andere feitelijkheden.
Bewijsmiddelen
Evenals de officier van justitie acht de rechtbank het subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen met dien verstande dat de rechtbank zal vrijspreken voor de onderdelen het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil en het creëren en/of gebruik maken van een afhankelijkheidsrelatie. Omdat de verdachte dit feit (de misleiding) ter terechtzitting heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak voor dit onderdeel (de misleiding) heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 januari 2023;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] van 24 september 2021; [7]
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] namens [slachtoffer 2] van 24 september 2021; [8]
- het proces-verbaal van bevindingen (weergave chatberichten tussen [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 2] ) van 8 juli 2021; [9]
- het proces-verbaal van bevindingen (beschrijving (kinderpornografische) afbeeldingen die verdachte naar slachtoffers heeft gestuurd) van 13 januari 2022. [10]
Partiële vrijspraak
De rechtbank is voorts van oordeel dat er geen bewijsmiddelen voorhanden zijn voor het aanraken en betasten van de ontblote penis, teelballen of schaamstreek door [slachtoffer 2] . De verdachte dient dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
Feit 3
Bewijsmiddelen
Evenals de officier van justitie acht de rechtbank het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte dit feit ter terechtzitting heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 13 januari 2023;
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd bij de politie op 24 februari 2021; [11]
- het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van 30 oktober 2020; [12]
- het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van 6 augustus 2021; [13]
- het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van 13 november 2020; [14]
- het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van 13 januari 2022; [15]
- het proces-verbaal van bevindingen onderzoek smartphone van 13 januari 2022; [16]
- kennisgeving van inbeslagneming. [17]
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1 subsidiair:
in de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 april 2020 te Oostrum, in de gemeente Venray, meermalen, (telkens) een persoon, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] , van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door misleiding, te weten door meermalen, (telkens)
(door middel van internetberichten)
- zich in strijd met de waarheid voor te doen als een leeftijdsgenote van die [slachtoffer 1] en (vervolgens)
- een of meer (pas)foto's van een minderjarig meisje en foto’s en een video met daarop de ontblote borsten en vagina en het (gedeeltelijk) (ontblote) lichaam van een minderjarig meisje, naar die [slachtoffer 1] te sturen en
- aan die [slachtoffer 1] te vragen of hij zich uit wilde kleden en of hij bloot door de ruimte wilde lopen en of hij wilde douchen en of hij zijn penis en anus wilde tonen en of hij met zijn piemel wilde spelen en of hij zich wilde aftrekken en of hij zijn piemel wilde opmeten en of hij een vinger en een potlood en een pollepel in zijn anus wilde doen en of hij van voornoemde lichaamsdelen en handelingen foto's en/of video's wilde maken en (vervolgens) die foto's en/of video's naar die leeftijdsgenote van die [slachtoffer 1] wilde sturen en
- via WhatsAppberichten aan die [slachtoffer 1] toe te voegen de woorden: "Kan je opmeten?" en "Wil je vid doen?" en "Lekkertje, kom op." en "Hou van je." en "Had wel iets van je verwacht lekkertje." en "Douchevideo." en "Maar wil je ook niet blote kontje" en "Dat je hem wijd maakt." en "Gewoon een beetje uit elkaar trekken zeg maar." en "Dat je poepgat goed te zien is." en "Doe dat in je blootje." en "Dan ben je op je mooist." en "Toe je wil wel." en "Doe maar vid bloot gamen." en "Lager gekkie en onder je navel." en "Ik zeg bloot." en "Doe je achterkant eerst." en "Of je voorkant." en "En dat bloot op vid." en "En vanavond nog." en "Schatje da's niet je piemel." en "Zie niet je piemel." en "Lieve balletjes hihi." en "Doe nog eens." en "Zie ik hem gewoon op en neer gaan." en "Als je op jw knieën gaat in plaats van liggen is het misschien makkelijker je kontje te filmen." en "Doe ondertussen nog piemelnaakt." en "Doe je douchevid maar dan (piemel)." en "je weet nog hoe." en "Lekkertje reageer." en
- aan die [slachtoffer 1] toe te voegen de woorden: "Ik heb een andere jongen gevonden." en "Je hebt na 16:00 uur geen tijd." en "Tot een uur of 16 uur deed je wel genoeg." en "Je weet wat je moet doen." en "Pollepel en opmeten." en "Dan in vid." en "Vind het echt niet erg als die toch iets kleiner is hoor lekkertje." en "En nog een lekkere douche vid." en "Want ik vind hem prachtig om te zien.",
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten het meermalen, (telkens) (voor een door hem ingeschakelde camera)
- zich (gedeeltelijk) uitkleden en douchen en
- tonen en aanraken en betasten en strelen en kneden van zijn (ontblote) penis en teelballen en anus en billen en
- spreiden van zijn benen en uit elkaar trekken van zijn billen en
- masturberen en
- duwen en brengen van een vinger en een potlood en/of een pen en een penseel en een pollepel, in zijn anus,
te plegen;
Feit 2 subsidiair:
op 12 april 2020 te Oostrum, in de gemeente Venray, een persoon, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] , van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door misleiding, te weten door
door middel van KIK-berichten
- zich in strijd met de waarheid voor te doen als een minderjarig meisje genaamd [gebruikersnaam 2] en vervolgens
- ( zich voordoende als [gebruikersnaam 2] ) foto’s met daarop de (gedeeltelijk) (ontblote) vagina en schaamstreek en het (gedeeltelijk)(ontblote) lichaam van een (minderjarig) meisje, naar die [slachtoffer 2] te sturen en
- aan die [slachtoffer 2] te vragen of hij zich uit wilde kleden en wilde gaan staan en dan een foto wilde maken en of hij helemaal bloot wilde en of hij wel eens iets met zichzelf gedaan had en of hij een naaktfoto wilde maken en hoe lang zijn penis was slap en hard en of hij zijn penis wilde meten en of dit op zijn slapst was en of hij die naaktfoto's naar die [gebruikersnaam 2] wilde sturen en
- via KIK aan die [slachtoffer 2] toe te voegen de woorden: "Hoe oud was je." en "En heb je een leuke foto misschien." en "Hoeveel cm is die van jou slap en hard." en "Wil je meten." en "Is dat helemaal slap." en "Ja, maar eerst slap hoor.",
opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermalen, telkens voor een door hem ingeschakelde camera
- gedeeltelijk naar beneden doen van zijn broek en onderbroek en
- tonen van zijn (gedeeltelijk) ontblote penis en teelballen en lichaam
te plegen;
Feit 3:
in de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 april 2020, te Oostrum, in de gemeente Venray, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten foto's en films en/of video's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, verworven en in bezit gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met voorwerpen anaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of de eigen billen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past
en door de (onnatuurlijke) pose foto's/film nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de anus, en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 subsidiair:
door misleiding een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd
Feit 2 subsidiair:
door misleiding een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen
Feit 3:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Ten aanzien van de vraag of de verdachte ter zake van het bewezen verklaarde strafbaar is te achten heeft de rechtbank in aanmerking genomen de Pro Justitia rapportages van psychiater drs. A. Banaei Kashani d.d. 21 oktober 2022 en van psycholoog D.M.L. Versteijnen d.d. 16 oktober 2022.
Beide deskundigen hebben vastgesteld dat er bij de verdachte sprake is van pedofilie en een verstandelijke beperking en dat de verdachte hierdoor werd beïnvloed ten tijde van het plegen van het feit.
De psychiater concludeert tevens dat er bij de verdachte sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis waardoor hij ten tijde van het plegen van het delict werd beïnvloed. De psycholoog heeft in dit verband gerapporteerd dat er enkel sprake is van antisociaal gedrag binnen het delictgedrag. De psycholoog concludeert hierdoor dat er geen sprake is van een persoonlijkheidsstoornis bij de verdachte, maar alleen van beperkte verstandelijke en sociaal-emotionele vermogens, hetgeen de verdachte eveneens heeft beïnvloed ten tijde van het plegen van het delict. Beide deskundigen hebben aangegeven dat dit slechts een nuanceverschil betreft. Beiden hebben geadviseerd om de verdachte ter zake van het tenlastegelegde, indien bewezen, in verminderde mate toerekeningsvatbaar te verklaren.
De rechtbank verenigt zich met de conclusie en het advies van de deskundigen over de toerekeningsvatbaarheid, neemt deze over en maakt deze tot de hare. De rechtbank is daarom van oordeel dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. Nu het gaat om een vermindering van de toerekeningsvatbaarheid, betreft het geen omstandigheid die de strafbaarheid van de verdachte geheel uitsluit.
Ook voor het overige zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 4 maanden met aftrek en de ongemaximeerde maatregel terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het reeds ondergane voorarrest en de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden. De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat de klinische opname in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis als vrijheidsbeneming of vrijheidsbeperkende maatregel aan te merken is.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich voorgedaan als een minderjarig meisje genaamd [naam 3] op verschillende internet-/ chatsites, alwaar hij in contact is gekomen met onder andere [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Hij heeft gedurende meerdere weken contact gehad met [slachtoffer 1] en hem door misleiding bewogen ontuchtige handelingen te plegen bij zichzelf en daarvan afbeeldingen en filmpjes via (onder meer) WhatsApp te versturen. Ook heeft de verdachte op 12 april 2020 [slachtoffer 2] misleid en hem hierdoor bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf en daarvan afbeeldingen via Whatsapp te sturen. De verdachte heeft bovendien erkend dat het overige kinderpornografisch materiaal foto’s en films betreffen die hij via misleiding van minderjarigen heeft ontvangen.
De verdachte heeft aldus op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken minderjarigen. De slachtoffers hadden een leeftijd waarop zij middenin hun seksuele ontwikkeling zaten, die door het handelen van de verdachte kan zijn verstoord. Hierbij heeft hij enkel oog gehad voor zijn eigen behoeftebevrediging, zonder acht te slaan op de gevolgen voor de slachtoffers, die niet wisten dat zij hun foto’s en filmpjes aan een meerderjarige man verstuurden. Dit valt de verdachte ernstig aan te rekenen. Uit de schadevergoedingsvordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] blijkt dat het feit aanzienlijke impact op [slachtoffer 1] heeft gehad en nog altijd heeft.
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het verspreiden, aanbieden, verwerven en in bezit hebben van kinderporno. De afbeeldingen waren onder andere afkomstig van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , maar ook van andere minderjarigen die hij heeft verleid tot het sturen van dergelijke afbeeldingen zoals hij zelf heeft verklaard. De verdachte heeft hiermee niet enkel op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken minderjarigen, maar ook bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar kinderporno door kinderporno te verzamelen. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. In dit geval zijn daar naar het oordeel van de rechtbank minstens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] het slachtoffer van, maar ook andere minderjarige kinderen nu verdachte ook heeft erkend meerdere minderjarige kinderen -hoewel niet aan hem tenlastegelegd- op dezelfde slinkse wijze te hebben misleid.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte waaruit volgt dat hij reeds eerder, op 22 februari 2019 en 18 september 2017, voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De verdachte liep zelfs ten tijde van het plegen van de delicten in twee proeftijden voor voorwaardelijke straffen opgelegd ten behoeve van deze soortgelijke feiten. Hij verbleef ten tijde van het delict binnen een forensische beschermde woonvorm waar hij werd behandeld voor zijn problematiek in het kader van bijzondere voorwaarden behorende bij een van deze voorwaardelijke straffen.
De rechtbank houdt in strafverminderende zin rekening met het advies van psychiater Banaei Kashani van 21 oktober 2022 en van psycholoog Versteijnen van 16 oktober 2022 dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht voor het bewezenverklaarde. Anders dan de raadsman heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, zodat de rechtbank hier geen rekening mee zal houden. Verdachte is immers op 23 februari 2021 aangehouden, zodat op datum vonnis nog geen twee jaar zijn verstreken.
Onvoorwaardelijke straf
De rechtbank ziet in de ernst van de feiten, het strafblad van de verdachte, het feit dat hij tijdens twee proeftijden van soortgelijke feiten wederom de fout in is gegaan en het feit dat de verdachte zelf heeft aangegeven nog veel meer slachtoffers te hebben gemaakt door hen te bewegen kinderpornografie te maken en aan hem te sturen, aanleiding om aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken minderjarigen. Dit heeft de verdachte voor een langere periode op een doordachte manier gedaan, terwijl hij verbleef binnen een forensisch beschermende woonvorm waar hij behandeling voor zijn problematiek ontving. Dit rekent de rechtbank de verdachte ten zeerste aan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de 4 maanden gevangenisstraf als geëist door de officier van justitie niet passend is, ook gelet op de vergeldende werking die dient uit te gaan van een straf. Gelet op de feiten en omstandigheden van deze zaak en straffen in vergelijkbare zaken, dient naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van het voorarrest aan de verdachte opgelegd te worden.
Bij het bepalen van deze straf heeft de rechtbank acht geslagen op het feit dat de verdachte sinds 26 juli 2022 als gevolg van de schorsingsvoorwaarden klinisch is opgenomen, hetgeen aangemerkt kan worden als een vrijheidsbeperkende maatregel.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.
Oplegging van de maatregel – deskundigenadviezen
De rechtbank is van oordeel dat in het geval van de verdachte, naast de gevangenisstraf, ook een maatregel op zijn plaats is.
Bij de afweging of aan de verdachte een maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden of een maatregel terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege moet worden opgelegd, heeft de rechtbank acht geslagen op de volgende – hierna onder I, II en III te bespreken – rapportages. De overwegingen en conclusies van de deskundigen zijn steeds zakelijk samengevat weergegeven.
I.
De Pro Justitia rapportage d.d. 21 oktober 2022, opgemaakt en ondertekend door drs. A. Banaei Kashani, psychiater:
Bij de verdachte is er sprake van pedofilie, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een verstandelijke beperking. Dit was ook zo ten tijde van het tenlastegelegde. Hij heeft zijn gedrag laten bepalen door zijn pedofiele gevoelens en heeft daar onvoldoende controle over kunnen uitoefenen door zijn sterke pedofilie en hyperseksuele gevoelens en antisociale cognities, ondanks het therapeutisch klimaat waarin hij verkeerde. De verdachte was als gevolg hiervan verminderd ontoerekeningsvatbaar. Het feit dat er meermaals sprake van terugval in hetzelfde gedrag is geweest kan duiden op een sterke seksuele driftmatigheid, die de verdachte kennelijk onvoldoende onder controle lijkt te hebben. Het risico op recidive van seksueel deviant gedrag wordt door de deskundige als zeer hoog ingeschat. Zij schrijft dat zorgelijk is dat de verdachte vanwege zijn disharmonische intelligentieprofiel onderschat kan worden en er voorbij gegaan kan worden aan zijn sterke adaptieve vaardigheden waardoor hij planmatig en berekenend te werk kan gaan. Er is eerder sprake geweest van schijnaanpassing.
De deskundige is van mening dat het behandelplafond op het gebied van zeden misschien wel lijkt bereikt, maar dat de persoonlijkheidsproblematiek van de verdachte tot op heden onderbelicht is gebleven. Behandeling, na nadere diagnostiek, op het gebied van persoonlijkheidspathologie en vervolgens opnieuw aandacht voor zijn zedenproblematiek is noodzakelijk. Voorlopig is toewerken naar enige vorm van resocialisatie nog niet aan de orde, daarvoor is nadere behandeling noodzakelijk. Daarbij blijft het echter de vraag of de verdachte ooit of in de komende jaren in staat zal zijn te resocialiseren. Er was steeds sprake van schijnaanpassing, liegen en heimelijk gedrag en de verdachte heeft meermaals laten zien niet in staat te zijn zich te houden aan voorwaarden. Extern risicomanagement, duidelijke kaders, structuur, begrenzing en controle is noodzakelijk. Een behandeling in het kader van bijzondere voorwaarden is jaren geprobeerd maar bleek niet toereikend. Gezien zijn eerdere gedrag en houding is de verwachting dan ook dat de verdachte zich niet aan voorwaarden kan houden. De deskundige adviseert dan ook geen maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Geadviseerd wordt om een maatregel terbeschikkingstelling met verpleging op te leggen aangezien dit de enige mogelijkheid is om de kans op herhaling te beperken en daarmee de maatschappij te beschermen tegen het gedrag van de verdachte.
Ter terechtzitting is de psychiater gebleven bij haar advies. Zij gaf nogmaals aan dat zij een nieuwe behandelpoging als mogelijkheid ziet. Ook heeft zij aangegeven dat de maatregel terbeschikkingstelling met dwang ter bescherming van de maatschappij noodzakelijk is gelet op het zeer hoge recidivegevaar dat van de verdachte uitgaat in combinatie met zijn manipulatieve persoonlijkheid, waardoor hij de afgelopen jaren vaak is onderschat. De delicten zijn weliswaar te kenmerken als hands-off, omdat het online heeft plaatsgevonden, maar de impact van deze delicten op de slachtoffers kan wel zeer groot zijn.
II.
De Pro Justitia rapportage d.d. 16 oktober 2022, opgemaakt en ondertekend door D.M.L. Versteijnen, klinisch psycholoog:
De deskundige heeft vastgesteld dat er bij de verdachte sprake is van deviante seksuele voorkeur (pedofilie), een verstandelijke beperking, beperkte persoonlijkheidsontwikkeling, hechtingsproblematiek en seksuele gerichtheid als enige mogelijkheid voor de vervulling van zijn behoefte. Hierdoor is hij, ondanks dat hij zich verstandelijk bewust is van de ongeoorloofdheid van zijn gedrag, gedeeltelijk beperkt in zijn gedragskeuzemogelijkheden. De psycholoog heeft in tegenstelling tot de psychiater geconcludeerd dat er enkel sprake is van antisociaal gedrag binnen het delictgedrag. De psycholoog komt hierdoor tot de conclusie dat er geen sprake is van een persoonlijkheidsstoornis bij de verdachte, maar van beperkte verstandelijke en sociaal-emotionele vermogens. Geadviseerd wordt om het tenlastegelegde de verdachte in verminderde mate toe te rekenen. De deskundige heeft voorts geconcludeerd dat de verdachte in staat is om planmatig te werken om beoogde doelen op een strategische manier te bereiken. Het risico op recidive voor hands-off delicten wordt als zeer hoog ingeschat gelet op het feit dat de verdachte beschikt over weinig beschermende factoren. De belangrijkste beschermende factoren bestaan vanuit het gedwongen hulpverleningskader. Het risico op hands-on delicten wordt veel lager geschat.
De deskundige schrijft voorts dat de problematiek van de verdachte chronisch en moeilijk veranderbaar is, gelet op de eerdere behandelpogingen met beperkt behandelresultaat. De verwachting is niet dat verdere behandeling zal leiden tot beperking van het recidiverisico. Wat betreft verandermogelijkheden zit de verdachte aan zijn behandelplafond. De responsiviteit is laag en het recidiverisico blijft hoog. De deskundige is derhalve de opvatting toegedaan dat er geen meerwaarde zit in een klinische behandeling met een hoog beveiligingsniveau. Het opleggen van een maatregel terbeschikkingstelling met dwang wordt niet geadviseerd gelet op het ontbreken van de mogelijkheid tot verandering van het risicoprofiel en het feit dat het hoge beveiligingsniveau van een maatregel terbeschikkingstelling met dwang niet noodzakelijk is. Toekomstige zorg zou zich moeten richten op begeleiding, extern risicomanagement en het vormgeven van een externe prothese, waarbinnen de verdachte op een veilige manier kan uitstromen naar een verblijfsplek met lang of mogelijk blijvend toezicht en controle. Een dwingend kader is noodzakelijk om het externe risicomanagement over lange tijd of wellicht blijvend vorm te geven.
Geadviseerd wordt om een maatregel terbeschikkingstelling op te leggen met voorwaarden, gecombineerd met de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel conform artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. Te verwachten is dat de verdachte de voorwaarden mogelijk zal proberen te overtreden. Dit zou echter geen belemmering van een maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden hoeven te zijn nu het overtreden van voorwaarden met behulp van risicomanagement niet per definitie zal leiden tot onhanteerbare risico’s.
Ter terechtzitting is de psycholoog gebleven bij haar advies. Zij heeft herhaald dat zij geen mogelijkheid tot behandeling meer ziet en het beveiligingsniveau van een maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging niet noodzakelijk acht. Ook heeft zij benadrukt dat het verschil in de geconstateerde stoornissen tussen de psychiater en de psycholoog slechts voortkomt uit verschillende opvattingen van diagnostisering waarbij beide deskundigen hetzelfde gedrag bij de verdachte herkennen maar dit op een andere wijze benoemen.
III.
Het reclasseringsrapport d.d. 10 januari 2023, opgemaakt door de heer [naam 4] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland:
De reclassering schat de kans op onttrekking in als hoog. Hierbij wordt opgemerkt dat het zorgwekkend is dat de verdachte zich gedurende het reclasseringstoezicht regelmatig heeft onttrokken aan regels en voorwaarden en dat hij systematisch willens en wetens naar delicten heeft toegewerkt. De reclassering schat het recidiverisico in als zeer hoog en sluit zich aan bij de conclusie van de psychiater en de psycholoog omtrent de indicatie van een terbeschikkingstellingskader. Een maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden zou haalbaar zijn. Een mogelijke contra-indicatie is het onttrekken aan voorwaarden. De reclassering merkt daarbij op dat het sterk de vraag is of de verdachte zich langdurig kan conformeren aan de voorwaarden. Hiermee kan echter voldoende rekening worden gehouden met behulp van risicomanagement binnen het kader en beveiligingsniveau van een FPK. De reclassering adviseert, in het geval de rechtbank een maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden zou opleggen, ook het opleggen van bijzondere voorwaarden en de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel conform artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
De reclasseringswerker heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden een mogelijkheid is, waarbij eventueel gestart kan worden met zowel risicomanagement als een diagnostische fase waarbij eventueel opnieuw ingestoken kan worden op behandeling voor persoonlijkheidsproblematiek.
Oplegging van de maatregel – oordeel van de rechtbank
De psychiater en psycholoog hebben beiden gesteld dat bij de verdachte sprake is van pedofilie en een verstandelijke beperking. Het verschil tussen de diagnose van de psychiater dat de verdachte leidt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en de diagnose van de psycholoog dat enkel sprake is van beperkte verstandelijke en sociaal-emotionele vermogens betreft volgens de deskundigen slechts een nuanceverschil waarbij beiden dezelfde problematiek bij de verdachte herkennen. De diagnoses van beide deskundigen zijn derhalve nagenoeg eensluidend. De rechtbank is dan ook, met inachtneming van de beschouwingen, conclusies en adviezen van de gedragsdeskundigen, van oordeel dat bij de verdachte tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling en/of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Voorts betreffen de bewezenverklaarde feiten telkens misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Vastgesteld is dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het tenlastegelegde en dat er ten gevolge van deze problematiek sprake is van een zeer hoog recidiverisico. De rechtbank is voorts op basis van deze beschouwingen en conclusies van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van een maatregel terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank heeft bij de beslissing of een maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden of een maatregel terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd dient te worden acht geslagen op het volgende. Ondanks voorwaardelijke straffen met bijzondere voorwaarden is het niet gelukt om bij de verdachte een gedragsverandering te bewerkstelligen. Hij verbleef zelfs ten tijde van het bewezenverklaarde binnen een forensische beschermde woonvorm waar hij werd behandeld voor zijn problematiek in het kader van bijzondere voorwaarden behorende bij een voorwaardelijke straf voor een soortgelijk feit. De deskundigen komen allen tot de conclusie dat het te verwachten is dat de verdachte zich zal onttrekken aan eventuele voorwaarden. Bovendien gaat van de verdachte een zeer hoog recidiverisico uit. Daarbij is de verdachte zeer kort na elkaar meermaals gerecidiveerd. Ook blijkt uit de deskundigenadviezen dat de verdachte langdurig begeleid dient te worden en dat langdurig extern risicomanagement binnen duidelijke kaders van belang is.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op voorgaande feiten en omstandigheden de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de terbeschikkingstelling van de verdachte met verpleging van overheidswege eisen. De maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden biedt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende handvaten om het recidivegevaar terug te dringen en de maatschappij tegen verdachte te beschermen. Het opleggen van een maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging biedt in het onderhavige geval de meeste waarborgen voor een optimale risicoreductie en uit het hiervoor overwogene vloeit voort dat niet kan worden volstaan met een minder hoog niveau van bescherming. Bij dat oordeel heeft de rechtbank eveneens betrokken dat ook de maatregel terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege als (uiteindelijke) doelstelling resocialisatie heeft en de mogelijkheid tot behandeling biedt.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de maatregel terbeschikkingstelling moet worden opgelegd en beveelt dat de verdachte van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze maatregel wordt opgelegd ter zake van misdrijven gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De verdachte heeft immers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] misleid tot ontuchtige handelingen, welke handelingen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben vastgelegd op foto’s of film en vervolgens hebben gedeeld met de verdachte. Deze misleiding tot ontuchtige handelingen heeft onmiskenbaar geleid tot een schending van de onaantastbaarheid van de lichamen van de slachtoffers. De totale duur van de maatregel kan in het onderhavige geval dan ook een periode van vier jaar te boven gaan.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer 1] , wettelijk vertegenwoordigd door [naam 1] , vordert een schadevergoeding van € 2.654,92 ter zake van feit 1, waarvan € 62,92 ter zake van materiële schade en € 2.592,00 ter zake van immateriële schade, onder vermeerdering van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Daarnaast vordert de benadeelde partij een bedrag ter hoogte van € 61,80 ter zake de kosten voor rechtsbijstand voor het bijwonen van de zitting.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot volledige toewijzing van de vordering.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering voor wat betreft de proceskosten. De materiële schade kan worden toegewezen. Voor wat betreft de immateriële schade heeft de raadsman verzocht het toe te wijzen bedrag vast te stellen op € 1.750,00 en voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Het ten laste gelegde feit is bewezen verklaard. Dit is een strafbaar feit en aan de verdachte zal voor dit feit een straf worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat door de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde strafbare feit zowel materiële als immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van de door de verdachte gepleegde misleiding. De benadeelde partij is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
Materiële schade
De vordering is voor wat betreft de materiële schade niet betwist en komt de rechtbank ook anderszins niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat de schade zal worden toegewezen zoals gevorderd.
Immateriële schade
De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 bewezenverklaarde. De aard en de ernst van de normschending brengen mee dat de nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank is van oordeel dat het gevorderde bedrag van € 2.592,00 volledig voor toewijzing vatbaar is, gelet op toegewezen bedragen aan immateriële schade in vergelijkbare zaken en de ernst en impact van het gepleegde strafbare feit, alsmede de gevolgen daarvan zoals die blijken uit de toelichting die is gegeven op de vordering.
Proceskosten
De benadeelde partij maakt daarnaast aanspraak op vergoeding van een bedrag van € 61,80 aan reiskosten voor het bijwonen van de terechtzitting. In deze procedure heeft de benadeelde partij geprocedeerd met bijstand van een gemachtigde (advocaat) en dus niet uitsluitend in persoon. Dit betekent dat de kosten voor het bijwonen van de zitting door de benadeelde partij in deze zaak niet toewijsbaar zijn als proceskosten.
Totale schade en wettelijke rente
De rechtbank zal de hiervoor genoemde schade aldus vaststellen op een totale hoofdsom van € 2.654,92. De verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank zal de verdachte daarom veroordelen tot betaling van voornoemd bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 1 januari 2020 tot de dag der algehele voldoening.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal tevens aan de verdachte de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van € 2.654,92 te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling voor de duur van 36 dagen, ten behoeve van [slachtoffer 1] , zoals hierna in het dictum genoemd.
Kostenveroordeling
De rechtbank zal over de vordering van de benadeelde partij, overeenkomstig het hiervoor overwogene, beslissen zoals hierna is vermeld, alsmede over de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, thans begroot op nihil.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 37a, 37b, 57, 63, 240b en 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging

Bij onherroepelijk vonnis van 22 februari 2019 met parketnummer 05/740200-18 heeft de meervoudige kamer van de rechtbank Gelderland de verdachte veroordeeld tot, voor zover relevant, een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren voor het bewegen tot ontucht van een minderjarige door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en het verwerven en in bezit hebben van kinderporno terwijl van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van het genoemde strafdeel en heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering gedeeltelijk kan worden toegewezen. De officier van justitie heeft hiertoe aangevoerd dat de samenleving er niet bij gebaat zou zijn als de verdachte de volledige 6 maanden gevangenisstraf zou moeten uitzitten, mede gelet op de geëiste 4 maanden gevangenisstraf. De vordering dient volgens hem te worden toegewezen voor de duur van 3 maanden.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen nu dit bij de oplegging van een tbs-maatregel niet opportuun te achten is.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte door hetgeen thans bewezen en strafbaar is verklaard zich voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden.
De verdachte heeft soortgelijke feiten gedurende de proeftijd gepleegd. Aan de rechtbank is niet gebleken van het bestaan van bijzondere omstandigheden, die aan het bevel tot de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in de weg staan. De waarschuwing die de verdachte destijds heeft gekregen en de dreiging van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf, hebben hem er kennelijk niet van kunnen weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan deze ernstige strafbare feiten. De ernst van deze feiten staat eraan in de weg om de verdachte opnieuw een kans te geven. De rechtbank zal de vordering dan ook volledig toewijzen.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de primair onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 8 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Tbs-maatregel
  • gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld;
  • beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege wordt verpleegd;

Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , domicilie kiezende te Maastricht, ten aanzien van feit 1 toe en veroordeelt de verdachte mitsdien om aan [slachtoffer 1] te betalen een bedrag van € 2.654,92 aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van € 2.654,92, bij niet-betaling en verhaal te vervangen door 36 dagen gijzeling, met dien verstande dat deze gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
1 januari 2020 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging
- gelast de tenuitvoerlegging de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Gelderland 22 februari 2019 met parketnummer 05/740200-18 en nog niet eerder tenuitvoergelegd, te weten: 5 maanden en 9 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.E.G. Peters, voorzitter, mr. J.M.E. Kessels en mr. L. Bastiaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.L.L. Ruijters, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 januari 2023.
Buiten staat
Mr. H.E.G. Peters, mr. L. Bastiaans en de
Griffier zijn niet in de gelegenheid
dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 april 2020 te Oostrum, in de gemeente Venray, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- misbruik te maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en een persoon genaamd [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1] ) en/of het creëren en gebruik maken van een afhankelijkheidsrelatie tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] en/of
(door middel van Omegle- en/of Snapchat- en/of WhatsApp- en/of Instagram- en/of KIK- en/of chat-/internetberichten)
- zich (in strijd met de waarheid) voor te doen als een (minderjarig) meisje genaamd en/of zich noemende en/of gebruik makend van de naam [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] en/of als een leeftijdgenote van die [slachtoffer 1] en/of als een persoon die (beduidend) jonger was dan hij, verdachte, in werkelijkheid was, althans als een ander dan zichzelf en/of (vervolgens)
- ( zich voordoende als en/of gebruik makend van de naam [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] ) een of meer (profiel-/pas)foto('s) van een (minderjarig) meisje en/of een of meer foto('s) en/of video('s) met daarop de (ontblote) borsten en/of vagina en/of anus en/of het (gedeeltelijk) (ontblote) lichaam van een (minderjarig) meisje, naar die [slachtoffer 1] te sturen en/of
- aan die [slachtoffer 1] te vragen of hij zich uit wilde kleden en/of of hij bloot door de ruimte wilde lopen en/of of hij wilde douchen en/of of hij zijn penis en/of anus wilde tonen en/of of hij met zijn piemel wilde spelen en/of of hij zich wilde aftrekken en/of of hij zijn piemel wilde opmeten en/of of hij een vinger en/of een potlood en/of een pollepel in zijn anus wilde doen en/of of hij van voornoemde lichaamsdelen en/of handeling(en) (een) foto('s) en/of video('s) wilde maken en/of (vervolgens) die foto('s) en/of video('s) naar [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] wilde sturen en/of
- ( via WhatsApp-, althans chatberichten) aan die [slachtoffer 1] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Kan je opmeten?" en/of "Wil je vid doen?" en/of "Lekkertje, kom op." en/of "Hou van je." en/of "Had wel iets van je verwacht lekkertje." en/of "Douchevideo." en/of "Maar wil je ook niet blote kontje?" en/of "Dat je hem wijd maakt." en/of "Gewoon een beetje uit elkaar trekken zeg maar." en/of "Dat je poepgat goed te zien is." en/of "Doe dat in je blootje." en/of "Dan ben je op je mooist." en/of "Toe je wil wel." en/of "Doe maar vid bloot gamen." en/of "Lager gekkie en onder je navel." en/of "Ik zeg bloot." en/of "Doe je achterkant eerst." en/of "Of je voorkant." en/of "En dat bloot op vid." en/of "En vanavond nog." en/of "Schatje da's niet je piemel." en/of "Zie niet je piemel." en/of "Lieve balletjes hihi." en/of "Doe nog eens." en/of "Zie ik hem gewoon op en neer gaan." en/of "Als je op jw knieën gaat in plaats van liggen is het misschien makkelijker je kontje te filmen." en/of "Doe ondertussen nog piemelnaakt." en/of "Doe je douchevid maar dan (piemel)." en/of "je weet nog hoe." en/of "Lekkertje reageer." en/of
- ( telkens) als die [slachtoffer 1] zei dat hij iets niet wilde doen, tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat zij ( [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] ) het contact met hem zou verbreken en/of hem zou blokkeren en/of
- toen die [slachtoffer 1] niet genoeg deed online aan die [slachtoffer 1] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Ik heb een andere jongen gevonden." en/of "Je hebt na 16:00 uur geen tijd." en/of "Tot een uur op 16 uur deed je wel genoeg." en/of "Je weet wat je moet doen." en/of "Pollepel en opmeten." en/of "Dan in vid." en/of "Vind het echt niet erg als die toch iets kleiner is hoor lekkertje." en/of "En nog een lekkere douche vid." en/of "Want ik vind hem prachtig om te zien."
die [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens) (voor een door hem ingeschakelde camera)
- zich (gedeeltelijk) uitkleden en/of douchen en/of
- tonen en/of aanraken en/of betasten en/of strelen en/of kneden van zijn (ontblote) penis en/of teelballen en/of anus en/of billen en/of
- spreiden van zijn benen en/of uit elkaar trekken van zijn billen en/of
- masturberen en/of
- duwen en/of brengen van een of meer vinger(s) en/of een potlood en/of een pen en/of een penseel en/of een pollepel, althans een of meer voorwerp(en) in zijn anus;
T.a.v. feit 1 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 april 2020 te Oostrum, in de gemeente Venray, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
een persoon, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] , van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1] en/of het creëren en gebruik maken van een afhankelijkheidsrelatie tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 1]
en/of
door misleiding, te weten door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
(door middel van Omegle- en/of Snapchat- en/of WhatsApp- en/of Instagram- en/of KIK- en/of chat-/internetberichten)
- zich (in strijd met de waarheid) voor te doen als een (minderjarig) meisje genaamd en/of zich noemende en/of gebruik makend van de naam [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] en/of als een leeftijdgenote van die [slachtoffer 1] en/of als een persoon die (beduidend) jonger was dan hij, verdachte, in werkelijkheid was, althans als een ander dan zichzelf en/of (vervolgens)
- ( zich voordoende als en/of gebruik makend van de naam [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] ) een of meer (profiel-/pas)foto('s) van een (minderjarig) meisje en/of een of meer foto('s) en/of video('s) met daarop de (ontblote) borsten en/of vagina en/of anus en/of het (gedeeltelijk) (ontblote) lichaam van een (minderjarig) meisje, naar die [slachtoffer 1] te sturen en/of
- aan die [slachtoffer 1] te vragen of hij zich uit wilde kleden en/of of hij bloot door de ruimte wilde lopen en/of of hij wilde douchen en/of of hij zijn penis en/of anus wilde tonen en/of of hij met zijn piemel wilde spelen en/of of hij zich wilde aftrekken en/of of hij zijn piemel wilde opmeten en/of of hij een vinger en/of een potlood en/of een pollepel in zijn anus wilde doen en/of of hij van voornoemde lichaamsdelen en/of handeling(en) (een) foto('s) en/of video('s) wilde maken en/of (vervolgens) die foto('s) en/of video('s) naar [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] wilde sturen en/of
- ( via WhatsApp-, althans chatberichten) aan die [slachtoffer 1] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Kan je opmeten?" en/of "Wil je vid doen?" en/of "Lekkertje, kom op." en/of "Hou van je." en/of "Had wel iets van je verwacht lekkertje." en/of "Douchevideo." en/of "Maar wil je ook niet blote kontje?" en/of "Dat je hem wijd maakt." en/of "Gewoon een beetje uit elkaar trekken zeg maar." en/of "Dat je poepgat goed te zien is." en/of "Doe dat in je blootje." en/of "Dan ben je op je mooist." en/of "Toe je wil wel." en/of "Doe maar vid bloot gamen." en/of "Lager gekkie en onder je navel." en/of "Ik zeg bloot." en/of "Doe je achterkant eerst." en/of "Of je voorkant." en/of "En dat bloot op vid." en/of "En vanavond nog." en/of "Schatje da's niet je piemel." en/of "Zie niet je piemel." en/of "Lieve balletjes hihi." en/of "Doe nog eens." en/of "Zie ik hem gewoon op en neer gaan." en/of "Als je op jw knieën gaat in plaats van liggen is het misschien makkelijker je kontje te filmen." en/of "Doe ondertussen nog piemelnaakt." en/of "Doe je douchevid maar dan (piemel)." en/of "je weet nog hoe." en/of "Lekkertje reageer." en/of
- ( telkens) als die [slachtoffer 1] zei dat hij iets niet wilde doen, tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat zij ( [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] ) het contact met hem zou verbreken en/of hem zou blokkeren en/of
- toen die [slachtoffer 1] niet genoeg deed online aan die [slachtoffer 1] toe te voegen van (de) woorden (van de strekking): "Ik heb een andere jongen gevonden." en/of "Je hebt na 16:00 uur geen tijd." en/of "Tot een uur of 16 uur deed je wel genoeg." en/of "Je weet wat je moet doen." en/of "Pollepel en opmeten." en/of "Dan in vid." en/of "Vind het echt niet erg als die toch iets kleiner is hoor lekkertje." en/of "En nog een lekkere douche vid." en/of "Want ik vind hem prachtig om te zien.",
opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens) (voor een door hem ingeschakelde camera)
- zich (gedeeltelijk) uitkleden en/of douchen en/of
- tonen en/of aanraken en/of betasten en/of strelen en/of kneden van zijn (ontblote) penis en/of teelbal(len) en/of anus en/of bil(len) en/of
- spreiden van zijn benen en/of uit elkaar trekken van zijn billen en/of
- masturberen en/of
- duwen en/of brengen van een of meer vinger(s) en/of een potlood en/of een pen en/of een penseel en/of een pollepel, althans een of meer voorwerp(en) in zijn anus,
te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden;
T.a.v. feit 2 primair:
hij op of omstreeks 12 april 2020 te Oostrum, in gemeente Venray, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- misbruik te maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en een persoon genaamd [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] ) en/of het creëren en gebruik maken van een afhankelijkheidsrelatie tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 2] en/of
(door middel van Omegle- en/of Snapchat- en/of WhatsApp- en/of Instagram- en/of KIK- en/of chat-/internetberichten)
- zich (in strijd met de waarheid) voor te doen als een (minderjarig) meisje genaamd en/of zich noemende en/of gebruik makend van de naam [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] en/of als een leeftijdgenote van die [slachtoffer 2] en/of als een persoon die (beduidend) jonger was dan hij, verdachte, in werkelijkheid was, althans als een ander dan zichzelf en/of (vervolgens)
- ( zich voordoende als en/of gebruik makend van de naam [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] ) een of meer (profiel-/pas)foto('s) van een (minderjarig) meisje en/of een of meer foto('s) en/of video('s) met daarop de (gedeeltelijk) (ontblote) vagina en/of schaamstreek en/of het (gedeeltelijk)(ontblote) lichaam van een (minderjarig) meisje, naar die [slachtoffer 2] te sturen en/of
- aan die [slachtoffer 2] te vragen of hij zich uit wilde kleden en/of wilde gaan staan en dan een foto wilde maken en/of of hij helemaal bloot wilde en/of of hij wel eens iets met zichzelf gedaan had en/of of hij (een) naaktfoto('s) wilde maken en/of hoe lang zijn penis was slap en hard en/of of hij zijn penis wilde meten en/of of dit op zijn slapst was en/of of hij die naaktfoto('s) naar die [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] wilde sturen en/of
- ( via KIK-, althans chatberichten) aan die [slachtoffer 2] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Hoe oud was je." en/of "En heb je een leuke foto misschien." en/of "Hoeveel cm is die van jou slap en hard." en/of "Wil je meten." en/of "Is dat helemaal slap." en/of "Ja, maar eerst slap hoor.",
die [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermalen althans eenmaal, (telkens) (voor een door hem ingeschakelde camera)
- zich (gedeeltelijk) uitkleden en/of (gedeeltelijk) naar beneden doen van zijn broek en/of onderboek en/of
- tonen van zijn (gedeeltelijk) ontblote penis en/of teelbal(len) en/of lichaam en/of
- aanraken en/of betasten van zijn (gedeeltelijk) ontblote penis en/of teelbal(len) en/of schaamstreek;
T.a.v. feit 2 subsidiair:
hij op of omstreeks 12 april 2020 te Oostrum, in de gemeente Venray, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
een persoon, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] , van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, bestaande uit het grote/aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 2]
en/of het creëren en gebruik maken van een afhankelijkheidsrelatie tussen hem, verdachte, en die [slachtoffer 2]
en/of
door misleiding, te weten door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
(door middel van Omegle- en/of Snapchat- en/of WhatsApp- en/of Instagram- en/of KIK- en/of chat-/internetberichten)
- zich (in strijd met de waarheid) voor te doen als een (minderjarig) meisje genaamd en/of zich noemende en/of gebruik makend van de naam [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] en/of als een leeftijdgenote van die [slachtoffer 2] en/of als een persoon die (beduidend) jonger was dan hij, verdachte, in werkelijkheid was, althans als een ander dan zichzelf en/of (vervolgens)
- ( zich voordoende als en/of gebruik makend van de naam [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] ) een of meer (profiel-/pas)foto('s) van een (minderjarig) meisje en/of een of meer foto('s) en/of video('s) met daarop de (gedeeltelijk) (ontblote) vagina en/of schaamstreek en/of het (gedeeltelijk)(ontblote) lichaam van een (minderjarig) meisje, naar die [slachtoffer 2] te sturen en/of
- aan die [slachtoffer 2] te vragen of hij zich uit wilde kleden en/of wilde gaan staan en dan een foto wilde maken en/of of hij helemaal bloot wilde en/of of hij wel eens iets met zichzelf gedaan had en/of of hij (een) naaktfoto('s) wilde maken en/of hoe lang zijn penis was slap en hard en/of of hij zijn penis wilde meten en/of of dit op zijn slapst was en/of of hij die naaktfoto('s) naar die [gebruikersnaam 2] en/of [naam 3] wilde sturen en/of
- ( via KIK-, althans chatberichten) aan die [slachtoffer 2] toe te voegen (de) woorden (van de strekking): "Hoe oud was je." en/of "En heb je een leuke foto misschien." en/of "Hoeveel cm is die van jou slap en hard." en/of "Wil je meten." en/of "Is dat helemaal slap." en/of "Ja, maar eerst slap hoor.",
opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens) (voor een door hem ingeschakelde camera)
- zich (gedeeltelijk) uitkleden en/of (gedeeltelijk) naar beneden doen van zijn broek en/of onderboek en/of
- tonen van zijn (gedeeltelijk) ontblote penis en/of teelbal(len) en/of lichaam en/of
- aanraken en/of betasten van zijn (gedeeltelijk) ontblote penis en/of teelbal(len) en/of schaamstreek,
te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden;
T.a.v. feit 3:
H ij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 april 2020,
te Oostrum, in de gemeente Venray, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten foto's en/of films en/of video's - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon (Apple iPhone) -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een film (Afbeelding 2) met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] , p. 101 en 102 pv en/of
een film (Afbeelding 7) met bestandsnaam: [bestandsnaam 2] , p. 104 pv)
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de anus, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de anus, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen anus, de eigen billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een film (Afbeelding 1) met bestandsnaam: [bestandsnaam 3] p. 101 pv en/of
een film (Afbeelding 3) met bestandsnaam: [bestandsnaam 4] , p. 102 pv en/of
een film (Afbeelding 4) met bestandsnaam: [bestandsnaam 5] , p. 102 pv en/of
een film (Afbeelding 5) met bestandsnaam: [bestandsnaam 6] , p. 102 en 103 pv
en/of
een film (Afbeelding 8) met bestandsnaam: [bestandsnaam 7] , p. 104 pv en/of
een film (Afbeelding 1) met bestandsnaam: [bestandsnaam 8] , p. 398 pv en/of
drie afbeeldingen (Afbeelding 2) met bestandsnaam: [bestandsnaam 9] ,
[bestandsnaam 10] en [bestandsnaam 11] , p. 398 en 399 pv en/of
een foto (Foto 5) met bestandsnaam: [bestandsnaam 12] , p. 406 en 407 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de anus, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(een foto (Afbeelding 6) met bestandsnaam: [bestandsnaam 13] , p. 103 pv en/of
een foto (Foto 1) met bestandsnaam: [bestandsnaam 14] , p.
150 pv en/of
een foto (Foto 2) met bestandsnaam: [bestandsnaam 15] , p.
150 en 151 pv en/of
een foto (Afbeelding 3) met bestandsnaam: [bestandsnaam 16] , p. 399 pv en/of
een foto (Afbeelding 4) met bestandsnaam:
[bestandsnaam 17] , p. 399 en 400 pv en/of
een foto (Afbeelding 5) met bestandsnaam: [bestandsnaam 18] , p. 400 pv en/of
een filmpje (Afbeelding 6) met bestandsnaam:
[bestandsnaam 19] , p. 400 pv en/of
een foto (Foto 3) met bestandsnaam: [bestandsnaam 20] , p. 406 pv en/of
een foto (Foto 4) met bestandsnaam:
[bestandsnaam 21] , p. 406 pv en/of
een foto (Foto 6) met bestandsnaam:
[bestandsnaam 22] , p. 407 pv en/of
een foto (Foto 7) met bestandsnaam: [bestandsnaam 23] , p.
407 en 408 pv)

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer [proces-verbaalnummer] , gesloten d.d. 14 januari 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 418.
2.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 25 februari 2021, pag. 66-71
3.Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 20 november 2020, pag. 126-130
4.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] namens [slachtoffer 1] d.d. 15 oktober 2020, pag. 108-119.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 5] d.d. 11 januari 2022, pag. 74-87, 89-90 en 92.
6.Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van verbalisant [naam 6] d.d. 30 oktober 2020, pag. 101-104.
7.Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 24 september 2021, pag. 162-164.
8.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] namens [slachtoffer 2] d.d. 24 september 2021, pag. 155-159.
9.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 5] d.d. 8 juli 2021, pag. 139-142.
10.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 5] d.d. 13 januari 2022, pag. 406 en 409.
11.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 februari 2021, pag. 60.
12.Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van verbalisant [naam 6] d.d. 30 oktober 2020, pag. 99 en 101-104.
13.het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van verbalisant [naam 5] d.d. 6 augustus, pag. 148 en 150-151.
14.Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van verbalisant [naam 6] d.d. 13 november 2020, pag. 395 en 398-400.
15.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam 5] d.d. 13 januari 2022, pag. 404, 406 en 408.
16.Het proces-verbaal van bevindingen van [naam 7] en [naam 5] d.d. 13 januari 2022, pag. 410.
17.De kennisgeving van inbeslagneming, pag. 30.