ECLI:NL:RBLIM:2023:7098

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
10722794/AZ/23-112
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid Nederlandse rechter en toewijzing schadevergoeding na ontslag op staande voet

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Fun Beach B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was op 31 juli 2023 op staande voet ontslagen door Fun Beach, waarna de werkgever verzocht om betaling van een gefixeerde schadevergoeding en een vergoeding voor opgebouwde minuren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat de werknemer op het moment van indienen van het verzoekschrift nog in Nederland woonde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 26 september 2023 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 november 2023, waarbij de werknemer niet aanwezig was.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzoek van Fun Beach om een gefixeerde schadevergoeding van € 1.300,00 toewijsbaar is, omdat de werknemer een dringende reden heeft gegeven voor de onmiddellijke opzegging van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast is ook het verzoek om betaling van € 1.493,85 voor 119,59 minuren toegewezen, aangezien de werknemer niet in verweer is gekomen. De kantonrechter heeft de wettelijke rente over de toegewezen bedragen en de proceskosten aan de zijde van Fun Beach, begroot op € 657,00, toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer / rekestnummer: 10722794 \ AZ VERZ 23-112
Beschikking van 5 december 2023
in de zaak van
FUN BEACH B.V.,
te Heel ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Fun Beach,
gemachtigde: mw. mr. F.L.H.F.A.H. Wolfs, DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.,
tegen
[verweerder],
te [adres] ( [adres] ),
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerder] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • Het door Fun Beach ingediende verzoekschrift
  • De mondelinge behandeling op 28 november 2023.

2.De feiten

2.1.
[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1971 , is op 1 april 2023 voor de duur van 28 weken bij Fun Beach in dienst getreden in de functie van [functie] tegen een salaris van € 1.300,00 bruto per maand.
2.2.
[verweerder] is op 31 juli 2023 op staande voet ontslagen.
2.3.
Fun Beach maakt gebruik van een plus- en minurensystematiek. Het maandelijks uit te betalen salaris bedraagt ongeacht de gewerkte uren € 1.300,- bruto. Periodiek vindt verrekening van plus- en minuren plaats.

3.Het verzoek

3.1.
Fun Beach verzoekt – samengevat – veroordeling van [verweerder] tot betaling van:
  • de gefixeerde schadevergoeding ad € 1.300,00;
  • een bedrag van € 1.493,85 bruto ter zake 119,59 minuren;
  • de wettelijke rente en de proceskosten.

4.De beoordeling

De bevoegdheid van de kantonrechter
4.1.
Het verzoekschrift is op 26 september 2023 per e-mail ter griffie ontvangen. Gebleken is dat [verweerder] per 27 juli 2023 staat ingeschreven in [adres] aan de [adres] te [adres] . Hiermee staat vast dat de zaak aanhangig was bij de rechtbank toen [verweerder] nog woonachtig was in Nederland. Daarmee is de Nederlandse rechter bevoegd van de zaak kennis te nemen.
Omdat [verweerder] haar werkzaamheden verrichtte in Heel is de kantonrechter van de rechtbank Limburg, locatie Roermond, de relatief bevoegde rechter.
De inhoudelijke beoordeling
4.2.
[verweerder] is door Fun Beach zowel per gewone post als bij aangetekend schrijven opgeroepen op haar adres in [adres] voor de mondelinge behandeling op 28 november 2023. Zij is echter niet verschenen en heeft zich ook niet afgemeld of aangegeven dat zij verhinderd is.
De kantonrechter kan aan het niet verschijnen de consequentie verbinden die hem geraden voorkomt.
4.3.
Fun Beach verzoekt in de eerste plaats betaling van een bedrag van € 1.300,- bruto aan gefixeerde schadevergoeding op grond van het feit dat [verweerder] haar een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen. Dit verzoek is toewijsbaar op grond van artikel 7:677 lid 2 en 3 sub a BW. De vergoeding is gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren.
De opzegtermijn voor [verweerder] bedraagt 1 maand en haar bruto maandsalaris € 1.300,- zodat de gevorderde gefixeerde schadevergoeding toewijsbaar is.
4.4.
Fun Beach verzoekt verder betaling van een bedrag van € 1.493,85 bruto terzake 119, 59 minuren. [verweerder] is niet verschenen en heeft ook niet op een andere wijze verweer gevoerd. Met het overleggen van de specificatie (productie 4 bij het verzoekschrift) heeft Fun Beach het verzoek voldoende toegelicht en aangetoond, zodat ook dit deel van het verzoek toewijsbaar is.
4.5.
De kantonrechter zal verder de rente toewijzen zoals verzocht.
4.6.
Omdat [verweerder] de partij is die ongelijk krijgt, zal zij in de proceskosten veroordeeld worden. Deze worden aan de kant van Fun Beach begroot op een bedrag van € 657,00 (€ 128,00 aan vast recht en € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde).
4.7.
De kantonrechter zal deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

5.1.
veroordeelt [verweerder] om aan Fun Beach te betalen:
  • een bedrag van € 1.300,00 aan gefixeerde schadevergoeding;
  • een bedrag van € 1.493,85 aan loon over 119,59 minuren verrekend met de vakantie-uren;
  • de wettelijke rente over voornoemde bedragen vanaf de datum van opeisbaarheid daarvan tot aan de dag van algehele betaling.
5.2.
veroordeelt [verweerder] in de proceskosten aan de kant van Fun Beach tot heden begroot op € 657,00,
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
plg