In deze zaak heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 9 november 2023 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. A.P.A. Bisscheroux, rechter in de rechtbank Limburg. Het verzoek tot wraking werd ingediend na een mondelinge behandeling op 3 oktober 2023 in een andere civiele zaak, waarin verzoeker als eisende partij optrad. Tijdens deze zitting heeft verzoeker de rechter beschuldigd van een cynische benadering en vooringenomenheid, omdat hij vond dat de vragen die de rechter stelde over zijn vordering niet relevant waren en dat hij op een veroordelende manier werd behandeld. De rechter heeft echter aangegeven dat haar vragen gericht waren op de grondslag van de vordering en dat er geen objectieve vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid kon worden afgeleid uit de situatie.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer concludeerde dat de vragen van de rechter niet duidden op vooringenomenheid en dat de opmerkingen van de rechter niet als een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid konden worden geïnterpreteerd. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de kritische benadering van de rechter niet objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid opleverde en heeft het verzoek tot wraking afgewezen.
De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de leden van de wrakingskamer, met uitzondering van mr. C.G.A. Wouters, die niet in de gelegenheid was om de beslissing mede te ondertekenen.