Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 129,86
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen CZ Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van een bedrag van € 462,16, bestaande uit een achterstand op de zorgverzekeringsovereenkomst, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde partij heeft de vordering niet betwist, maar vroeg om een betalingsregeling. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij als consument wordt beschouwd en dat er geen schending van de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij voldoende onderbouwd was en heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten toegewezen. De gedaagde partij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op € 337,86 zijn begroot. De kantonrechter merkte op dat er in het kader van deze procedure geen plaats was voor de door gedaagde gewenste betalingsregeling, en dat hij zich tot de eisende partij moest wenden voor een dergelijke regeling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.