Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
FBTO,
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 130,49
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Achmea Schadeverzekeringen N.V., vertegenwoordigd door mr. M.D. Brouwer, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. Achmea vorderde betaling van een bedrag van € 162,13, bestaande uit een hoofdsom van € 111,80, wettelijke rente van € 1,93 en buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40. De gedaagde heeft de vordering erkend, maar gaf aan financieel in de problemen te verkeren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde als consument wordt beschouwd en dat er geen schending van de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht heeft plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Achmea voldoende was onderbouwd en dat de gedaagde geen verweer had gevoerd tegen de gevorderde bedragen. De kantonrechter heeft de vordering van Achmea in zijn geheel toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 297,49. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.