ECLI:NL:RBLIM:2023:7050

• Datum uitspraak: 29 november 2023
• Publicatiedatum: 4 december 2023
• Zaaknummer: 10651445 \ CV EXPL 23-3431
• Instantie: Rechtbank Limburg
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: R.H.J. Otto
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonpunt en een gedaagde huurder. Woonpunt vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de gedaagde, die zich niet als een goed huurder zou hebben gedragen. De procedure begon met een dagvaarding op 27 juli 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 november 2023. Woonpunt had meerdere meldingen van overlast ontvangen van omwonenden, waaronder geluidsoverlast in de nachtelijke uren. Ondanks een eerder ondertekende gedragsaanwijzing door de gedaagde, bleven de overlastmeldingen binnenkomen.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zich niet aan haar verplichtingen als huurder had gehouden, zoals vastgelegd in artikel 7:213 BW en de Algemene Huurvoorwaarden. Tijdens de mondelinge behandeling werd besloten dat de gedaagde nog een kans kreeg om zich als goed huurder te gedragen, waarbij de primaire vorderingen van Woonpunt werden ingetrokken. De gedaagde stemde in met de subsidiaire vorderingen, met de voorwaarde dat de huurovereenkomst pas zou worden ontbonden na minimaal drie serieuze overlastmeldingen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot nakoming van haar verplichtingen en het staken van overlastgevend gedrag. De gedaagde moet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woning ontruimen, tenzij zij zich aan de opgelegde gedragsaanwijzingen houdt. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Woonpunt, die zijn vastgesteld op € 655,85, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 10651445 \ CV EXPL 23-3431

Vonnis van de kantonrechter van 29 november 2023

in de zaak van:

de stichting
STICHTING WOONPUNT ,

gevestigd in Maastricht,

eisende partij,

gemachtigde mr. M.H. Andreae,

tegen:

[gedaagde] ,

wonend in [woonplaats] ,

gedaagde partij,

gemachtigde mr. J.H.J. Vleeshouwers.

Partijen worden hierna Woonpunt en [gedaagde] genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het exploot van dagvaarding van 27 juli 2023;

- de conclusie van antwoord;

- de beslissing (bij brief) waarbij een mondelinge behandeling is gelast;

- de akte van eiswijziging aan de zijde van Woonpunt;

- de mondelinge behandeling van 7 november 2023, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt die in het dossier zijn gevoegd.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1.

[gedaagde] huurt van Woonpunt de woning, gelegen aan het adres [adres] in [woonplaats] .

2.2.

Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden Zelfstandige Woonruimte (versie van 1 april 2013) van toepassing verklaard. Voor zover van belang staat daarin opgenomen:

“
Artikel 7

(…)

7.3

Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt.(…)

7.6

Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in en rondom het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. Onder overlast wordt in ieder geval verstaan het veroorzaken van geluidshinder, stankoverlast en vervuiling, overlast als gevolg van drugsgebruik of drugshandel, alcoholgebruik, (huis)dieren die overlast veroorzaken en gedragingen die het gevoel van onveiligheid van omwonenden vergroten. (…)”.

2.3.

Sinds mei 2020 heeft Woonpunt diverse meldingen ontvangen van omwonenden over overlast die zou zijn veroorzaakt door [gedaagde] , onder andere bestaande uit geluidsoverlast (schreeuwen) in de nachtelijke uren. Woonpunt heeft [gedaagde] daarop meermaals verzocht om de overlast te staken en gestaakt te houden.

2.4.

Op 2 februari 2023 heeft [gedaagde] een vrijwillige gedragsaanwijzing ondertekend. Hierin was onder meer opgenomen dat zij geen geluidsoverlast meer zou veroorzaken en zorg van GGD Vangnet zou accepteren.

2.5.

Ondanks het aangaan van deze gedragsaanwijzing heeft Woonpunt nieuwe overlastmeldingen van omwonenden ontvangen.

3. Het geschil

3.1.

Woonpunt vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

Primair:

A. de huurovereenkomst tussen Woonpunt en [gedaagde] te ontbinden;

B. [gedaagde] te veroordelen het gehuurde binnen veertien dagen na datum vonnis te ontruimen en ontruimd te houden, en aan Woonpunt ter vrije beschikking te stellen, met afgifte van alle sleutels;

C. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 632,20 (gelijk aan de laatst geldende huurprijs) per maand (een gedeelte van een maand voor een hele maand gerekend), vanaf de datum van ontbinding tot de datum dat de woning daadwerkelijk door [gedaagde] aan Woonpunt is opgeleverd;

D. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proces – en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente tot de dag van algehele voldoening.

Subsidiair:

E. de huurovereenkomst tussen Woonpunt en [gedaagde] voorwaardelijk te ontbinden, indien en voor zover [gedaagde] zich niet aan de hierna onder G genoemde gedragsaanwijzingen houdt;

F. [gedaagde] te veroordelen het gehuurde binnen veertien dagen na datum vonnis te ontruimen en ontruimd te houden, en aan Woonpunt ter vrije beschikking te stellen, met afgifte van alle sleutels, indien en voor zover [gedaagde] zich niet aan de hierna onder G genoemde gedragsaanwijzingen houdt;

G. [gedaagde] te veroordelen tot nakoming van haar verplichtingen als goed huurder, om na betekening van dit vonnis:

1. Overlast gevend gedrag aan omwonenden, door [gedaagde] , dan wel door derden die vanwege [gedaagde] in het gehuurde en/of het complex verblijven, te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder, maar niet beperkt tot:

 Het veroorzaken van harde geluiden en/of lawaai als gevolg van het slaan met deuren, schreeuwen en/of anderszins, gedurende de dag maar in het bijzonder na 22.00 uur in de avond;

 Het (naar beneden) gooien van zaken of voorwerpen, zoals bijvoorbeeld messen, vuilnis dan wel anderszins;

2. Per direct zorg, hulp of begeleiding te – blijven – accepteren van GGD Vangnet dan wel een andere passende zorg-/begeleidingsinstantie;

3. Een en ander op straffe van een dwangsom van € 100,00 per geconstateerde overtreding, met een maximum van € 5.000,00.

H. Althans een zodanige beslissing te nemen als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren.

I. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proces – en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente tot de dag van algehele voldoening.

3.2.

Woonpunt baseert haar vorderingen op het overlast veroorzakend gedrag van [gedaagde] , daarmee schiet zij tekort in de nakoming van de verplichtingen uit artikel 7:213 BW en uit artikel 7 van de Algemene Huurvoorwaarden om zich als goed huurder te gedragen.

3.3.

[gedaagde] voert verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

4.1.

Vooropgesteld wordt dat een huurder verplicht is zich als een goed huurder te gedragen. Dat houdt in dat [gedaagde] zich aan de wet (artikel 7:213 BW) en de Algemene Huurvoorwaarden moet houden en geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken. Als zij in strijd hiermee handelt, komt zij haar verplichting om zich als goed huurder te gedragen niet na.

4.2.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft Woonpunt verklaard bereid te zijn [gedaagde] nog een laatste kans te bieden om zich structureel als een goed huurder te gedragen. Woonpunt heeft vervolgens haar primaire vorderingen ingetrokken.

4.3.

Partijen zijn ter zitting overeengekomen dat [gedaagde] kan instemmen met de subsidiaire vorderingen van Woonpunt, met dien verstande dat Woonpunt afziet van haar vordering tot het opleggen van de betaling van een dwangsom en dat aan hetgeen gevorderd is onder punt G (zie 3.1) nog toegevoegd dient te worden dat pas tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde zal worden overgegaan indien sprake is van minimaal drie serieuze, niet anonieme, overlastmeldingen, waarover hoor en wederhoor tussen partijen zal worden toegepast.

4.4.

De kantonrechter zal vonnis wijzen conform hetgeen ter zitting is besproken en zal aldus de subsidiaire vorderingen van Woonpunt toewijzen en aanvullen zoals partijen ter zitting hebben beoogd.

4.5.

[gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Woonpunt. Tot aan dit vonnis worden de kosten begroot op:

- kosten dagvaarding: € 129,85

- griffierecht: € 128,00

- salaris gemachtigde:
€ 398,00 (2 x tarief € 199,00)

Totaal: € 655,85

4.6.

De nakosten en de gevorderde wettelijke rente over de proces- en nakosten zullen op de hierna in de beslissing weergegeven wijze worden toegewezen.

5. De beslissing

De kantonrechter

5.1.

veroordeelt [gedaagde] tot nakoming van haar verplichtingen als goed huurder, en legt aan haar de volgende gedragsaanwijzingen op, om na betekening van dit vonnis:

1. overlast gevend gedrag aan omwonenden, door [gedaagde] dan wel door derden die vanwege haar in het gehuurde en/of het complex verblijven, te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder, maar niet beperkt tot:

a. het veroorzaken van harde geluiden en/of lawaai als gevolg van het slaan met deuren, schreeuwen en/of anderszins, gedurende de dag maar in het bijzonder na 22.00 uur in de avond;

b. het (naar beneden) gooien van zaken of voorwerpen, zoals bijvoorbeeld messen, vuilnis dan wel anderszins;

2. Per direct zorg, hulp of begeleiding te – blijven – accepteren van GGD Vangnet dan wel van een andere passende zorg-/begeleidingsinstantie,

5.2.

ontbindt de tussen partijen gesloten huurovereenkomst met betrekking tot de woning, gelegen aan het adres [adres] in [woonplaats] , en veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen nadat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden deze woning te ontruimen en ontruimd te houden met al wie en al wat zich daarin of daarop vanwege [gedaagde] bevindt, en aan Woonpunt ter vrije beschikking te stellen met afgifte van alle sleutels,
enkel indien en voor zover [gedaagde] zich niet aan de onder 5.1 omschreven gedragsaanwijzingen houdt en er sprake is van minimaal drie serieuze, niet anonieme, overlastmeldingen waarover hoor en wederhoor tussen partijen is toegepast,

5.3.

veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Woonpunt tot dit vonnis vastgesteld op € 655,85, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening,

5.4.

veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen twee weken na aanschrijving door Woonpunt volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:

- € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening,

- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag van algehele voldoening,

5.5.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

5.6.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2023.

LC