Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
- dagvaarding € 132,42
- griffierecht € 86,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder en de stichting Woonpunt. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.M. Gijzen, vorderde een huurprijsvermindering van 40% vanwege gebreken aan de gehuurde woonruimte. De gedaagde partij, de stichting Woonpunt, vertegenwoordigd door mr. M.P.H. van Wezel, heeft na een verzoek om uitstel niet meer gereageerd op de vordering van de eiseres. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eiseres als niet weersproken moet worden toegewezen, met uitzondering van de uitvoerbaar bij voorraad verklaring van de verklaringen voor recht.
De eiseres huurt een woning tegen een huurprijs van € 695,67 per maand en heeft de gedaagde partij op 7 april 2023 in gebreke gesteld, waarbij zij heeft gesommeerd om de gebreken binnen 14 dagen te verhelpen. Aangezien de gedaagde partij niet heeft gereageerd, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de huurprijs met 40% moet worden verminderd tot de gebreken zijn verholpen. De kantonrechter heeft ook de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.669,60, dat de huurprijsvermindering tot aan de dag van dagvaarding vertegenwoordigt, vermeerderd met rente en kosten.
Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 417,42. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de meer of anders gevorderde zaken die zijn afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.V.L. Heuts.