ECLI:NL:RBLIM:2023:7028

• Datum uitspraak: 29 november 2023
• Publicatiedatum: 1 december 2023
• Zaaknummer: 10587242 \ CV EXPL 23-2785
• Instantie: Rechtbank Limburg
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: E.V.L. Heuts
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit hoofde van leaseovereenkomsten met contractuele rente en incassokosten

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 29 november 2023, vordert de naamloze vennootschap LEASEPLAN NEDERLAND N.V., gevestigd te Amsterdam, betaling van een bedrag van € 25.235,91 van de gedaagde partij, die procedeert in persoon. De eisende partij, vertegenwoordigd door Trust Krediet Beheer B.V., stelt dat partijen twee overeenkomsten hebben gesloten waarbij de gedaagde gebruik heeft gemaakt van de dienstverlening van de eisende partij. De vordering is gebaseerd op facturen die voortvloeien uit leaseovereenkomsten, met een hoofdsom van € 23.137,16, en omvat ook contractuele rente van 1,5% per maand over dit bedrag, evenals buitengerechtelijke incassokosten van 15% van de hoofdsom, zoals overeengekomen in de algemene voorwaarden.

De procedure verliep zonder verweer van de gedaagde partij, die na verkregen uitstel niet meer heeft geantwoord. Hierdoor staat de vordering als niet weersproken vast en wordt deze toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de contractuele rente en de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 2.023,55. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisende partij het vonnis kan laten uitvoeren voordat het onherroepelijk is geworden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 10587242 \ CV EXPL 23-2785

Vonnis van de kantonrechter van 29 november 2023

in de zaak van:

de naamloze vennootschap

LEASEPLAN NEDERLAND N.V. ,

gevestigd te Amsterdam,

eisende partij,

gemachtigde Trust Krediet Beheer B.V.,

tegen:

[gedaagde] , h.o.d.n.
[handelsnaam] ,

wonende op een geheim adres in de [woonplaats] ,

gedaagde partij,

procederende in persoon.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding

- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2. Het geschil

2.1.

Eisende partij vordert – samengevat - veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 25.235,91 te vermeerderen met rente en kosten.

2.2.

Eisende partij stelt daartoe - kort weergegeven - het volgende.

Partijen hebben een tweetal overeenkomsten gesloten op grond waarvan gedaagde partij gebruik heeft gemaakt van de dienstverlening van eisende partij. In die overeenkomsten zijn de algemene voorwaarden van eisende partij van toepassing verklaard.

De hoofdsom betreft facturen op grond van de met gedaagde partij gesloten leaseovereenkomsten ter hoogte van in totaal € 23,137,16. Daarnaast maakt eisende partij aanspraak op de contractuele rente van 1,5% per maand over dit bedrag ter hoogte van

€ 278,83, berekend tot en met 12 juni 2023. Ook vordert zij betaling van deze rente met ingang van 13 juni 2023. Tot slot vordert eisende partij buitengerechtelijke incassokosten van 15% van de hoofdsom. Deze vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is overeengekomen in artikel 27 sub i van de algemene voorwaarden, aldus eisende partij. Op de vordering kan nog een bedrag van € 1.435,35 aan deelbetaling in mindering strekken.

3. De beoordeling

3.1.

Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.

3.2.

Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:

• dagvaarding € 110,55
• griffierecht € 1.384,00
• salaris gemachtigde €

totaal € 2.023,55

4. De beslissing

De kantonrechter

4.1.

veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 25.235,91, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5 % per maand over € 21.701,81 vanaf 13 juni 2023 tot de dag van volledige betaling,

4.2.

veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 2.023,55,

4.3.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken.

type: JEC