ECLI:NL:RBLIM:2023:7006

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
C/03/315121 / HA ZA 23-100
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in vervoersrechtzaak met aansprakelijkheid voor ladingdiefstal

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de Rechtbank Limburg op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een bevoegdheidsincident. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder D&M Europe B.V. en Alpega Netherlands B.V. (Teleroute). De eiseres stelt dat zij een regresvordering heeft op Teleroute wegens aansprakelijkheid voor ladingdiefstal die heeft plaatsgevonden tijdens een transport dat via het Teleroute-platform is geregeld. Teleroute betwist de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en stelt dat er een exclusief forumkeuzebeding is voor de Belgische rechter. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen rechtsgeldig forumkeuzebeding bestaat en dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. De rechtbank heeft de vordering van Teleroute tot onbevoegdverklaring afgewezen en Teleroute veroordeeld in de proceskosten van het incident. De hoofdzaak is verwezen naar een volgende rolzitting op 10 januari 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/315121 / HA ZA 23-100
Vonnis in incident van 29 november 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijfsnaam eiseres] B.V.,
gevestigd te Swalmen,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. E.A.M. Heijdra,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
D&M EUROPE B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
gedaagde,
advocaat mr. V.R. Pool,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
MUTT MOTORCYCLES LTD,
gevestigd te Lakeside (Verenigd Koninkrijk),
gedaagde,
niet verschenen,
3. de vennootschap onder firma
[bedrijfsnaam gedaagde sub 3],
gevestigd te Goes,
gedaagde,
niet verschenen,
4.
[gedaagde sub 4], in zijn hoedanigheid van vennoot van gedaagde sub 3,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen,
5. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR BELLEZZA, in haar hoedanigheid van vennoot van gedaagde sub 3,
gevestigd te Delft,
gedaagde,
niet verschenen,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALPEGA NETHERLANDS B.V., h.o.d.n. Teleroute,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
eiseres in het incident,
advocaat mr. J.T. Maalderink,
7. de vennootschap naar vreemd recht
GAPLASA S.A.,
gevestigd te Madrid,
gedaagde,
niet verschenen,
8. de vennootschap naar vreemd recht
MUTT MOTORCYCLES SPAIN,
gevestigd te Madrid,
gedaagde,
niet verschenen,
9. de vennootschap naar vreemd recht
LOGICAL CONS SOLUTIONS SRL,
gevestigd te Bacia Hunedoara (Roemenië),
gedaagde,
niet verschenen,
10. de vennootschap naar vreemd recht
SOUND UNITED LLC,
gevestigd te Wilmington (Verenigde Staten van Amerika),
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen in dit incident (eiseres en gedaagde sub 6) zullen hierna [eiseres] en Teleroute genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 15,
  • de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring met productie 1 en 2,
  • de incidentele conclusie van antwoord met 1 productie,
  • de akte overlegging aanvullende productie 3 van Teleroute,
  • de mondelinge behandeling in incident van 9 november 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten

2.1.
Op 27 mei 2019 heeft [eiseres] een bestelbon ingevuld voor een abonnement bij “Alpega”, waarmee [eiseres] tegen betaling van € 129,00 per maand toegang heeft gekregen tot het zogenaamde Teleroute platform, een soort online vrachtbeurs, van Alpega. Op 17 juni 2019 werd van de zijde van Teleroute een bericht met “offer details” gestuurd. Daarin staat voor zover relevant:
“D. For more details, please refer to the Alpega Terms & Conditions: https://www.alpegagroup.com/en/tc-carriers/”
2.2.
Op of omstreeks 13 september 2022 heeft [eiseres] een transportopdracht aangeboden via het platform Teleroute. Het betrof een vracht met audiogoederen en wegmotoren voor een waarde van € 242.797,00 respectievelijk € 11.200,00. Vervolgens nam [persoon X] , volgens deze werkzaam voor Logical Cons Solutions (gedaagde sub 9), contact op met [eiseres] . Tussen partijen werden gegevens uitgewisseld. Uiteindelijk is de vracht conform de afspraken tussen [eiseres] en [persoon X] bij [eiseres] in Swalmen opgehaald, met als eindbestemming Madrid (Spanje). De wegmotoren zijn nooit in Madrid bij ontvanger Mutt Motorcycles Spain (gedaagde sub 8) aangekomen.
2.3.
In de hoofdzaak stelt [eiseres] dat zij – mocht zij op enig moment jegens gedaagden sub 1, 2, 7, 8 of 10 aansprakelijk worden gehouden voor de schade die zij hebben geleden als gevolg van de verduistering van de lading – een regresvordering heeft op onder meer Teleroute. [eiseres] baseert die vordering op Teleroute op een toerekenbare tekortkoming en/of onrechtmatige daad en voert daartoe aan dat zij een overeenkomst met Teleroute heeft en er op mag vertrouwen dat Teleroute er alles aan doet om frauderende partijen te weren van haar platform, hetgeen niet is gelukt. Daardoor is Teleroute tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens [eiseres] en is Teleroute gehouden de schade die [eiseres] te vergoeden, aldus [eiseres] .

3.Het geschil in incident

3.1.
Teleroute c.s. vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en maakt aanspraak op de werkelijk gemaakte proceskosten in dit incident. [eiseres] stelt dat de rechtbank wel bevoegd is kennis te nemen van het geschil en maakt bezwaar tegen toewijzing van de werkelijk gemaakte proceskosten. Partijen lichten deze standpunten als volgt toe.
Het standpunt van Teleroute
3.2.
De rechtbank heeft geen rechtsmacht. Teleroute levert op grond van de in mei/juni 2019 tussen partijen gesloten overeenkomst digitale diensten aan [eiseres] via haar zogeheten Teleroute-platform. Teleroute is niet betrokken bij de (totstandkoming van de) vervoersovereenkomsten die de gebruikers van Teleroute al dan niet met elkaar aangaan. Het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (hierna: CMR) is daarom niet van toepassing. Artikel 1 juncto 8 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een rechter van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan. Tussen partijen geldt een exclusief forumkeuzebeding, waarin staat dat de Belgische rechter bevoegd is. Daarnaast hebben partijen gekozen voor Belgisch recht. Het forumkeuzebeding en rechtskeuzebeding staan in de algemene voorwaarden die van toepassing zijn verklaard op de tussen partijen gesloten overeenkomst. Daarom is de Belgische rechter, met uitsluiting van de Nederlandse rechter, bevoegd.
3.3.
De rechtsmacht van de Nederlandse rechter kan volgens Teleroute ook niet op artikel 7 lid 1 Rv worden gebaseerd, omdat tussen de vorderingen tegen de onderscheiden verweerders geen samenhang bestaat, laat staan in een mate dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen. Daartoe acht Teleroute de volgende omstandigheden van belang:
Het betreft geen CMR-kwestie
Het betreft verschillende diensten
Het betreft verschillende overeenkomsten/verbintenissen
Het betreft verschillende partijen
Het betreft verschillende juridische verwijten
Het toepasselijk recht verschilt.
3.4.
Voorts stelt Teleroute dat de vordering jegens haar in feite een regresvordering is en dat vermeende aansprakelijkheid van haar dus op zijn vroegst aan de orde kan zijn als [eiseres] eerst jegens enige andere mede-gedaagde aansprakelijk zou zijn. Er is geen omstandigheid gesteld die maakt dat de afzonderlijke berechting van de zaken tegen enerzijds Teleroute en anderzijds de andere gedaagden tot onverenigbare beslissingen leidt, of dreigt te leiden.
3.5.
Tot slot wijst Teleroute op haar belang bij behandeling van vorderingen jegens haar ten overstaan van uitsluitend de Belgische (Brusselse) rechter.
Het standpunt van [eiseres]
3.6.
De rechtbank heeft volgens [eiseres] wel rechtsmacht en is bevoegd kennis te nemen van het geschil tussen [eiseres] en Teleroute en stelt daartoe dat het geschil een rechtsgeding betreft dat is ontstaan naar aanleiding van een CMR transport, zoals bedoeld in artikel 31 CMR. Aangezien de gestolen lading in Swalmen in ontvangst is genomen heeft de rechtbank Limburg, locatie Roermond rechtsmacht en is zij relatief bevoegd kennis te nemen van het geschil tussen [eiseres] en Teleroute. Of en zo ja Belgisch recht van toepassing is, is niet relevant voor de bevoegdheidsvraag.
[eiseres] weerlegt het verweer van Teleroute met de volgende drie argumenten aan.
De algemene voorwaarden waarop Teleroute zich baseert, zijn niet van toepassing op de tussen [eiseres] en Teleroute gesloten overeenkomst omdat deze niet zijn overeengekomen, laat staan dat tussen partijen een exclusief forumkeuzebeding geldt.
Echter, ook als de algemene voorwaarden waarnaar Teleroute verwijst wel van toepassing zijn, blijft de Nederlandse rechter bevoegd. Immers, tussen in deze zaak gaat het om een rechtsgeding dat is ontstaan naar aanleiding van een CMR transport. Zonder Teleroute was [eiseres] nooit in contact gekomen met de feitelijk vervoerder Logical Cons Solutions SRL (gedaagde sub 9). Daarom is het CMR wel van toepassing. Een forumkeuzebeding onder de CMR heeft geen exclusief karakter, het creëert alleen een extra forum. Artikel 41 CMR verzet zich tegen een exclusief effect c.q. karakter van een forumkeuzebeding.
Het forumkeuzebeding waarop Teleroute zich beroept voldoet niet aan de vormvoorschriften van artikel 25 de Verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna Brussel I bis Vo), welke verordening van toepassing is op het geschil tussen partijen. Daarnaast moet de forumkeuze betrekking hebben op een rechtsverhouding met internationale aspecten, in welk kader wordt verwezen naar R&C Burgerlijke Rechtsvordering; Brussel I Bis Vo, artikel 25, aant. 1). Dat is niet het geval. Het forumkeuzebeding is daarom in strijd met artikel 25 Brussel I Bis Vo en ongeldig en daardoor nietig, althans niet van toepassing.
Een redelijke uitleg van het forumkeuzebeding brengt mee dat het alleen van toepassing is op internationale gevallen. Zowel [eiseres] als Teleroute zijn in Nederland gevestigd, de algemene voorwaarden zijn in de Engelse taal opgesteld en zijn opgesteld en worden gebruikt door een Belgische vennootschap (Alpega S.A./N.V. Services. Deze vennootschap opereert internationaal vanuit Brussel en met die vennootschap heeft [eiseres] niet gecontracteerd.
[eiseres] betwist dat geen samenhang in de zin van artikel 7 lid 1 Rv zou bestaan tussen de vorderingen ingesteld tegen de verschillende gedaagden. Alle vorderingen zijn het directe gevolg van het CMR transport dat naar aanleiding van de plaatsing op het platform Teleroute is uitgevoerd door de Roemeense feitelijke vervoerder en nooit is afgeleverd ter bestemming. Dat de tegen meerdere verweerders gerichte vorderingen verschillende rechtsgronden hebben staat daar niet aan in de weg.
[eiseres] betwist dat Teleroute geen vervoersdiensten levert. Blijkens het uittreksel uit de Kamer van Koophandel is Teleroute ook actief in de vervoersbranche, nu zij zich onder meer ook bezighoudt met activiteiten als expediteurs. Krachtens vaste rechtspraak kan de expediteur soms ook kwalificeren als vervoerder.
Dat de vordering jegens Teleroute in feite een regresvordering is, maakt juist dat een gezamenlijke behandeling doelmatig is.
Tot slot wijst [eiseres] op haar belang bij behandeling van vorderingen jegens haar ten overstaan van deze rechtbank.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De bevoegdheidsregels van het Nederlands commuun internationaal privaatrecht (artikelen 1-14 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) zijn van toepassing voor zover er noch verdragen noch verordeningen van de Europese Unie van toepassing zijn. De rechtbank is van oordeel dat op het geschil tussen [eiseres] en Teleroute geen verdragen of Europese verordeningen van toepassing zijn en dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 2 Rv bevoegd is kennis te nemen van het geschil tussen [eiseres] en Teleroute aangezien Teleroute is gevestigd in Nederland (Amsterdam). Tegen de relatieve bevoegdheid van deze rechtbank heeft Teleroute zich niet verzet, zodat die wordt aangenomen.
Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een rechtsgeldig forumkeuzebeding, als bedoeld in artikel 8 lid 2 Rv, waardoor zij zich onbevoegd zou moeten verklaren. Dit oordeel leidt ertoe dat de vordering in incident moet worden afgewezen. Hierna zal de rechtbank een en ander verder motiveren.
4.2.
De CMR is tussen [eiseres] en Teleroute niet van toepassing. In artikel 1 CMR wordt het materiële toepassingsgebied van de verdragsregeling afgebakend. Dit artikel luidt, voor zover van belang, als volgt:
“1. Dit verdrag is van toepassing op iedere overeenkomst onder bezwarende titel voor het vervoer van goederen over de weg door middel van voertuigen, wanneer de plaats van inontvangstneming der goederen en de plaats bestemd voor de aflevering, zoals deze zijn aangegeven in de overeenkomst, gelegen zijn in twee verschillende landen, waarvan tenminste één een bij het Verdrag partij zijnd land is, ongeacht de woonplaats en de nationaliteit van partijen.
(...)”
4.3.
Partijen verschillen van mening over de vraag of de overeenkomst die [eiseres] met Teleroute heeft gesloten een overeenkomst is voor het vervoer van goederen over de weg door middel van voertuigen. De rechtbank overweegt dat dat een overeenkomst betreft waarin afspraken staan over het tegen betaling toegang krijgen tot een digitaal platform, niet meer en niet minder. Dat dit digitaal platform in feite een digitale vrachtbeurs betreft, maakt de overeenkomst tussen [eiseres] en Teleroute niet een overeenkomst voor vervoer van goederen over de weg. Indien willekeurige handelspartijen via het digitale platform Marktplaats elkaar ontmoeten en een overeenkomst van aanneming van werk sluiten, maakt dat niet dat Marktplaats bijvoorbeeld ook verantwoordelijk zou zijn voor de deugdelijkheid van het bouwwerk. Dat Teleroute zich ook bezighoudt met expeditiewerkzaamheden kan wel zo zijn, maar niet gesteld of gebleken is dat zij zich in die zin heeft bemoeid met de opdracht van [eiseres] aan Logical Cons Solutions SRL, laat staan dat Teleroute zelf vervoerswerkzaamheden heeft verricht. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank dat de CMR (laat staan de bevoegdheidsregeling van artikel 31 CMR) op de rechtsverhouding tussen [eiseres] en Teleroute niet van toepassing is.
4.4.
De Brussel I bis Vo is alleen van toepassing op geschillen met een internationaal karakter. Het geschil tussen de in dit incident betrokken partijen gaat over de vraag of Teleroute zijn verbintenissen jegens [eiseres] is nagekomen. Beide bedrijven zijn in Nederland gevestigd. Teleroute heeft zich vanuit Nederland verbonden om [eiseres] vanuit Nederland toegang te bieden tot het online Teleroute platform waar opdrachtgevers en opdrachtnemers uit verschillende landen voor vervoersopdrachten elkaar kunnen vinden. De overeenkomst wordt dus ook in Nederland uitgevoerd, althans niet gesteld of gebleken dat dit anders zou zijn. De rechtsverhouding tussen [eiseres] en Teleroute zelf heeft gelet op het voorgaande geen internationaal karakter. Dat [eiseres] via het platform contact krijgt met een buitenlandse partij, maakt nog niet dat de rechtsverhouding tussen partijen een internationaal karakter krijgt. De enkele weersproken stelling van Teleroute dat sprake is van een forumkeuze voor de Belgische rechter of rechtskeuze voor Belgisch recht, maakt nog niet dat onderhavig geschil een internationaal karakter krijgt. Reeds daarom is de Brussel I bis Vo niet van toepassing is.
4.5.
Nu verder niet gesteld of gebleken is dat er nog andere verdragen of Europese verordeningen van toepassing kunnen zijn, moet de internationale bevoegdheid van de rechtbank beoordeeld worden aan de hand van de in de artikelen 1-14 Rv. Voor de uitleg van deze artikelen zijn de in Brussel I bis-Vo opgenomen artikelen met een vergelijkbare inhoud niet zonder betekenis, omdat de Nederlandse wetgever blijkens de wetsgeschiedenis bij de totstandkoming van de artikelen 1-14 Rv heeft willen aansluiten bij (voorlopers van) de Brussel I bis-Vo en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) daarover.
4.6.
Artikel 2 Rv bepaalt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft indien gedaagde in Nederland zijn woonplaats heeft. Echter, dit artikel moet buiten toepassing blijven, indien sprake is van een rechtsgeldig exclusief forumkeuzebeding (artikel 8 lid 2 Rv).
4.7.
Tussen partijen is in geschil of sprake is van een exclusief forumkeuzebeding. Artikel 8 lid 5 Rv bepaalt dat een forumkeuzebeding wordt bewezen door een geschrift dat een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten, mits dat geschrift door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard. De bestelbon van 27 mei 2019 die door [eiseres] werd ingevuld bevat geen forumkeuze of een verwijzing naar algemene voorwaarden. De “offer details” van 17 juni 2019 bevat zelf ook geen forumkeuze, maar wel een hyperlink naar (overigens verschillende sets) algemene voorwaarden. Ook als zou worden aangenomen dat uit jurisprudentie volgt dat verwijzing door middel van hyperlinks naar algemene voorwaarden een voldoende wijze van mededelen van die voorwaarden is (zoals Teleroute stelt), is geen sprake van een door [eiseres] aanvaard geschrift als bedoeld in artikel 8 lid 5 Rv. Uit niets blijkt dat [eiseres] enig geschrift met (een verwijzing naar) een forumkeuzebeding (nadrukkelijk of stilzwijgend) heeft aanvaard. De bestelbon is van eerdere datum, zodat de rechtbank - zonder nadere toelichting die op zitting is gevraagd en niet is gegeven - bezwaarlijk kan aannemen dat die moet worden gezien als aanvaarding van een aanbod (dat strekt tot aanvaarding van de bevoegdheid van de Belgische rechter). Kortom, naar het oordeel van de rechtbank heeft Teleroute het bestaan van een forumkeuzebeding niet bewezen. Aan de vraag of een forumkeuzebeding rechtsgeldig tot stand is gekomen, komt de rechtbank reeds daarom niet toe.
4.8.
Aangezien het bestaan van een forumkeuzebeding niet kan worden vastgesteld is de rechtbank op grond van artikel 2 Rv bevoegd kennis te nemen van het geschil. De vordering incident zal dan ook worden afgewezen.
4.9.
Teleroute c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. Aan de zijde van [eiseres] begroot op:
salaris advocaat: € 1.196,00 (2 punten x tarief € 598,00)
nakosten
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing).
€ 1.369,00
De gevorderde rente zal worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst de incidentele vordering af,
5.2.
veroordeelt Teleroute in de kosten van het incident van € 1.369,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Teleroute niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Teleroute € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.3.
veroordeelt Teleroute in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.4.
verklaart de veroordelingen onder 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.5.
verwijst de zaak naar de
rol van 10 januari 2024voor conclusie van antwoord aan de zijde van Teleroute en de andere verschenen gedaagde sub 1,
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2023. [1]

Voetnoten

1.type: SS