ECLI:NL:RBLIM:2023:6957

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
10479610 \ OV VERZ 23-34
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Goederenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging besluit VvE inzake installatie pelletkachel en vervangende toestemming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appartementseigenaar, aangeduid als [verzoeker], en de Vereniging van Eigenaren (VvE) Maasstaete te Mook. De verzoeker had toestemming gevraagd om een pelletkachel te installeren in zijn appartement, wat door de VvE was afgewezen. De VvE had bezwaren geuit over mogelijke overlast, brandgevaar en milieu-impact. De verzoeker stelde dat de pelletkachel een efficiënte en duurzame warmtebron zou zijn en dat hij bereid was om aan bepaalde voorwaarden te voldoen om overlast te voorkomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de VvE onterecht had geweigerd om toestemming te verlenen. De rechter oordeelde dat de bezwaren van de VvE niet voldoende onderbouwd waren en dat de verzoeker recht had op een vervangende machtiging voor zowel het aanbrengen van een rookgasafvoer als de installatie van de pelletkachel. De rechter benadrukte dat de VvE zich moet houden aan de redelijkheid en billijkheid in haar beslissingen en dat de verzoeker voldoende belang had bij zijn verzoek. De kantonrechter heeft de VvE opgedragen om de verzoeker toestemming te verlenen, mits hij zich houdt aan bepaalde voorwaarden, zoals het gebruik van een erkende installateur en het naleven van onderhoudsvoorschriften.

De uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid in de besluitvorming van VvE's en de rechten van appartementseigenaren om aanpassingen te doen aan hun eigendom, mits dit op een verantwoorde manier gebeurt. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 10479610 \ OV VERZ 23-34
Beschikking van de kantonrechter van 29 november 2023.
in de zaak van:
[verzoeker 1], wonende te [woonplaats] aan de [adres] , en
[verzoeker 2], wonende te [woonplaats] aan de [adres] ,
verzoekers,
verder te noemen: [verzoeker] (mannelijk enkelvoud),
gemachtigde: mr. J.M.E.F. Hoofs (ARAG SE),
tegen:
de vereniging VERENIGING VAN EIGENAREN MAASSTAETE TE MOOK, gevestigd te 6827 BS Arnhem aan het adres Simon Stevinweg 27,
verweerster,
verder te noemen de VvE,
gemachtigde: mr. B. Willemsen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 26 april 2023 ter griffie ontvangen verzoekschrift
  • het op 18 oktober 2023 ter griffie ontvangen verweerschrift
  • het op 23 oktober 2023 namens [verzoeker] ingediende aanvullende stuk
  • de mondelinge behandeling van 25 oktober 2023, waarbij [verzoeker] in persoon is verschenen, bijgestaan door mr. Hoofs, en de VvE was vertegenwoordigd door de bestuursleden [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] , bijgestaan door mr. Willemsen. Daarnaast waren een aantal appartementseigenaren als belanghebbenden aanwezig.
1.2.
Partijen hebben daarna verzocht een beschikking te geven, waarvan de uitspraak nader is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is eigenaar van het appartementsrecht met nummer [huisnummer] dat deel uitmaakt van een appartementencomplex gelegen nabij de Maasdijk te Mook. De appartementseigenaren van het complex zijn verenigd in de ‘Vereniging van Eigenaren (VvE) Maasstaete te Mook’.
2.2.
Bij akte van splitsing d.d. 17 november 1997 is het appartementencomplex gesplitst in 50 woningen. Deze woningen zijn verdeeld over vier woontorens. Woontorens I tot en met III hebben vijf verdiepingen en woontoren IV heeft vier verdiepingen. Het appartement van [verzoeker] is gesitueerd op de bovenste verdieping van woontoren [nummer] en is te kwalificeren als een penthouse.
2.3.
[verzoeker] heeft de algemene ledenvergadering (ALV) toestemming gevraagd om het dak, behorende tot het algemene gedeelte van het gebouw, te mogen doorboren teneinde door het gemaakte gat een rookkanaal te plaatsen ten behoeve van een te plaatsen pelletkachel in het appartement van [verzoeker] . Tijdens de vergadering van eigenaars op 3 april 2023 heeft de vergadering tegen het verzoek gestemd. In de notulen is hierover het volgende opgenomen:
“15 Besluit: aanbrengen doorvoer dak appartement nr. [huisnummer]
Ten aanzien van het aanbrengen van de doorvoer voor een kachel is een stemming nodig van de vergadering. Gevraagd wordt hoe kan worden voorkomen dat er in de toekomst toch een houtkachel wordt geplaatst?
Gevraagd wordt of de aanwezigheid van een gaskachel recht geeft op het plaatsen van een pelletkachel. Er is bezorgdheid over de mogelijke overlast die door een pelletkachel veroorzaakt zou kunnen worden.
Het aanbrengen van een doorvoer door het dak bij nr. [huisnummer] wordt in stemming gebracht.
Er zijn 27 stemmen tegen (2 middels volmacht) en 2 onthoudingen. Hierbij is de meerderheid tegen het aanbrengen van de doorvoer door het dak.
Als argumenten tegen het aanbrengen worden stankoverlast (de pijp zou hoger moeten zijn dan de 5e verdieping), uitstoot fijnstof, brandgevaar (geen branduitgang), risico op plaatsen houtkachel bij verkoop en milieu genoemd.”

3.Het geschil

3.1.
[verzoeker] verzoekt om het hiervoor onder 2.3. aangehaalde besluit van 3 april 2023 integraal te vernietigen dan wel nietig te verklaren omdat toepassing hiervan tevens strijdig is met de redelijkheid en de billijkheid, en voorts een machtiging te verstrekken voor het doorboren van de gemeenschappelijke gevel (bedoeld zal zijn: het dak) ten behoeve van de rookgasafvoer van de pelletkachel alsmede voor het hebben en houden van de pelletkachel zelf.
3.2.
[verzoeker] wenst in zijn appartement een pelletkachel te plaatsen als primaire warmtebron omdat dit een directe en fijne warmte afgeeft, bijdraagt aan de sfeer in zijn appartement en het hem de kans biedt zijn stookkosten laag te houden. Het appartement wordt nu met gas verwarmd, hetgeen een zeer kostbare warmtebron is. Daarbij draagt het bij aan de doelstelling in Nederland om zoveel mogelijk van het gas af te raken.
3.3.
De VvE is primair van mening dat [verzoeker] in zijn verzoek niet ontvankelijk moet worden verklaard. Subsidiair stelt de VvE dat het bestreden besluit niet nietig is want niet in strijd is met de wet of de akte van splitsing. Het besluit is evenmin vernietigbaar, nu de weigering van de VvE niet in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Het toetsingskader
4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat vernietiging van een besluit van een orgaan van de VvE door de kantonrechter kan worden uitgesproken indien:
  • het besluit in strijd is met de statutaire bepalingen (waaronder de bepalingen van de splitsingsakte en de daarvan deel uitmakende reglementen) die het tot stand komen van besluiten regelen; voor het overige leidt strijd met de statuten blijkens artikel 2:14 BW tot nietigheid van het besluit;
  • het besluit is genomen in strijd met de redelijkheid en billijkheid die de VvE en degenen die krachtens de wet en statuten bij haar organisatie zijn betrokken, jegens elkander in acht moeten nemen bij hun gedragingen (art. 5:130 BW jo art. 2:15 BW jo art. 2:8 BW).
4.2.
De kantonrechter is bevoegd het genomen besluit vol te toetsen. Maar in de jurisprudentie en literatuur wordt over het algemeen aangenomen dat de kantonrechter bij het uitvoeren van die toets zich terughoudend dient op te stellen. De reden daarvoor is onder andere gelegen in het feit dat het besluit afkomstig is van de algemene ledenvergadering, het hoogste orgaan van de vereniging. Het past de rechter niet om een dergelijk democratisch genomen besluit te wegen op een goudschaaltje.
Daarbij komt dat de toets gelegen is in de vraag of het besluit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Dat is een hoge drempel. Het gaat er niet om of wellicht een beter besluit denkbaar is, maar of sprake is van een onredelijk of onbillijk besluit.
4.3.
Anderzijds brengt deze toets – de redelijkheid en billijkheid – naar het oordeel van de kantonrechter ook met zich mee dat de leden van de vereniging zich naar elkaar moeten gedragen met een grondhouding die getuigt van een zekere mate van welwillendheid. Niet vergeten moet worden dat alle betrokkenen van de betreffende appartementen eigenaar zijn, in ons rechtssysteem nog steeds het meest omvattende recht. Natuurlijk wordt het eigendomsrecht van het ene lid van de vereniging - en daarmee ook het recht om genot van het appartement te hebben op de wijze die hij wenst - beperkt door de eigendomsrechten van de andere leden. Dat is een situatie die zich bij appartementsrechten eerder kan voordoen dan bij andere vormen van eigendom maar is bij iedereen die een appartementsrecht verwerft ook op voorhand bekend. Dat neemt echter niet weg dat waar mogelijk in beginsel ruimte moet zijn voor redelijke wensen van de verschillende appartementseigenaren en aan de verwezenlijking daarvan meegewerkt behoort te worden.
4.4.
In artikel 5:121 lid 1 BW is - kort samengevat - bepaald dat de toestemming van de VvE of van haar organen voor het verrichten van een bepaalde handeling kan worden vervangen door een machtiging van de kantonrechter. Deze machtiging kan worden verleend, indien de medewerking of toestemming zonder redelijke grond wordt geweigerd of degene die haar moet geven zich niet verklaart. De kantonrechter kan aan een vervangende machtiging voorwaarden verbinden.
Formeel verweer
4.5.
De VvE stelt zich in de eerste plaats op het standpunt dat [verzoeker] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzoek wegens het ontbreken van voldoende belang.
In de eerste plaats zou er geen sprake zijn van een besluit in de zin van de artikelen 2:14 en 2:15 BW omdat dit niet gericht is op enig rechtsgevolg.
Voor zover al sprake zou zijn van een besluit in de zin van die bepaling, is het een negatief besluit. Door vernietiging ervan verkrijgt [verzoeker] niet alsnog een positief besluit zodat hij daar geen belang bij heeft, aldus de VvE.
4.6.
Besluiten zoals bedoeld in de artikelen 2:14 en 2:15 BW zijn regels voor één geval of een bepaald aantal gelijksoortige gevallen. Daarvan is hier evident sprake, nu aan [verzoeker] de toestemming wordt onthouden om een dakdoorvoer aan te brengen en een pelletkachel te plaatsen. Dit bezwaar van de VvE slaagt dan ook niet.
4.7.
De VvE heeft op zich gelijk als zij stelt dat de vernietiging van het afwijzende besluit nog geen toestemming schept voor de verzochte handeling. Maar een eventuele vernietiging maakt wel de weg vrij voor het verkrijgen van een vervangende machtiging als bedoeld in artikel 5:121 BW. Het komt immers zeer gewrongen over als een besluit van de VvE tot afwijzing van het verzoek in stand zou worden gelaten maar daarnaast wel een vervangende machtiging zou worden verleend.
4.8.
Een en ander maakt dat [verzoeker] voldoende belang heeft bij zijn verzoeken zodat het formele verweer van de VvE zal worden gepasseerd. De kantonrechter komt toe aan een inhoudelijke beoordeling.
Nietigverklaring dan wel vernietiging van het besluit van de VvE
4.9.
De kantonrechter leest het verzoek van [verzoeker] als drieledig:
Na nietigverklaring dan wel vernietiging van het besluit, verzoekt hij vervangende machtiging voor het aanbrengen van een dakdoorvoer en voorts voor het plaatsen van een pelletkachel. De kantonrechter zal eerst het gewraakte besluit van de VvE bespreken.
4.10.
Voor nietigverklaring van het besluit acht de kantonrechter geen grond aanwezig: er is, zoals de VvE reeds heeft betoogd, geen sprake van strijd met de wet of de akte van splitsing.
4.11.
Met betrekking tot de verzochte vernietiging het volgende. De kantonrechter stelt in de eerste plaats vast dat tegen het aanbrengen van een dakdoorvoer an sich geen enkel bezwaar door de VvE kenbaar is gemaakt. De bezwaren betreffen immers enkel en alleen het hebben van een pelletkachel en de gevolgen daarvan. Dat staat strikt genomen echter los van de dakdoorvoer. Het nemen van een ongemotiveerd besluit – of een besluit dat gemotiveerd wordt door bezwaren die geen betrekking hebben op het voorwerp van het verzoek zelf - is in beginsel altijd onredelijk en onbillijk. In dit geval is dat niet anders zodat de vernietiging ervan zal worden uitgesproken. Maar de kantonrechter begrijpt uiteraard goed dat het [verzoeker] te doen is om de pelletkachel. Zonder die pelletkachel komt er vermoedelijk ook geen dakdoorvoer.
4.12.
Tegen de door [verzoeker] verzochte installatie van de pelletkachel heeft de VvE een vijftal bezwaren naar voren gebracht:
  • rookoverlast
  • uitstoot van fijnstof
  • brandgevaar
  • risico op toekomstige plaatsing van een houtkachel
  • schade voor het milieu.
De drie eerst genoemde bezwaren zal de kantonrechter hierna gezamenlijk bespreken omdat de mogelijke oorzaken voor deze problemen dezelfde oorsprong hebben, namelijk de installatie, het onderhoud daarvan en de gebruikte brandstof.
De VvE wijst erop dat deze problemen en/of risico’s bij iedere pelletkachel aanwezig zijn maar dat deze nog eens aanzienlijk worden verergerd als de installatie niet kundig is aangelegd en/of wordt onderhouden en/of er brandstof van mindere kwaliteit wordt gebruikt. Uit de registers waarnaar de brandweer verwijst blijkt dat de door [verzoeker] beoogde installateur geen erkende installateur is. Wat betreft de overlast door rook en fijnstof wijst de VvE er ook nog op dat het appartement op de vierde verdieping is gelegen terwijl de andere woontorens vijf verdiepingen hoog zijn. Daardoor zitten zij in de rook van de pelletkachel van [verzoeker] .
4.13.
[verzoeker] voert aan dat uit de door hem overgelegde bronnen blijkt dat er een aantal voorwaarden zijn op basis waarvan een pelletkachel veilig kan worden gebruikt. Het gaat daarbij onder meer om een juiste installatie, het regelmatig (laten) onderhouden van de kachel en het gebruik van hoogwaardige houtpellets (bijvoorbeeld naaldhout afkomstig van de bosbouw). Hij geeft aan bereid te zijn redelijke voorschriften met betrekking tot deze onderwerpen te willen nakomen en ook te willen meewerken aan toezicht daarop.
Wat betreft de rook en het fijnstof voert hij aan dat bij gebruik van een hoogwaardige brandstof de risico’s zeer klein worden. De omliggende woontorens liggen op voldoende afstand om geen gevolgen van de pelletkachel te ervaren. Bovendien liggen de woontorens allen vlak aan de Maas. Er is dus sprake van open terrein en er waait regelmatig voldoende wind, zeker in de jaargetijden waarin de pelletkachel gestookt zal worden. Van overlast kan dan geen sprake zijn.
4.14.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de door [verzoeker] overgelegde informatie voldoende blijkt dat, als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, de pelletkachel geen overlast veroorzaakt voor de omwonenden en er geen risico op brand bestaat, althans niet van een hoger niveau dan andere apparaten waarbij een open warmtebron aanwezig is (bijvoorbeeld gasfornuizen, petroleumkachels, apparaten met een aan de open lucht blootgestelde elektrische verwarmingsspiraal). Door de VvE is onvoldoende aangetoond dat zulks anders zou zijn.
Wel is vereist dat de pelletkachel wordt geïnstalleerd door een deskundige installateur (door de brandweer erkend), jaarlijks - of zoveel vaker als de fabrikant van de kachel voorschrijft - professioneel wordt onderhouden en een zo zuiver mogelijke brandstof wordt gebruikt. De kantonrechter komt hierna op deze voorwaarden terug.
4.15.
Het risico dat in de toekomst een houtkachel wordt geplaatst is naar het oordeel van de kantonrechter geen steekhoudend bezwaar. In de eerste plaats niet omdat daarvoor geen enkele aanwijzing bestaat. En dan is er geen reden om de gevraagde toestemming te onthouden op grond van een mogelijkheid die niet aan de orde is. Bovendien, het plaatsen van een houtkachel is ook “vergunningsplichtig”, de VvE kan dat dus opnieuw beoordelen mocht die situatie zich voordoen. Voor zover de angst bestaat dat dat “stiekem” gebeurd komt de kantonrechter die angst niet reëel voor. Houtkachels hebben doorgaans een kenmerkende geur, ook buiten de woning, zodat het plaatsen ervan niet lang geheim zal blijven. En ook het aanslepen van houtblokken naar de bovenste verdieping van de woontoren zal niet lang onopgemerkt blijven. Zonder toestemming van de VvE kan die zo nodig een houtkachel via de rechter laten verwijderen.
4.16.
Tenslotte is de verzochte toestemming geweigerd vanwege milieubezwaren. De vraag die daaraan vooraf gaat is of van milieuschade sprake is. Maar los daarvan overweegt de kantonrechter het volgende.
De VvE geeft niet nader aan waar zij op doelt. Voor zover het zou gaan om bezwaren die direct hun weerslag zouden hebben op het appartementencomplex had het op de weg gelegen van de VvE om die bezwaren nader te concretiseren (zoals bijvoorbeeld ten aanzien van fijnstof wel is gebeurd) zodat [verzoeker] daar vervolgens stelling tegen zou hebben kunnen nemen. Nu is dat onmogelijk.
Ziet dit bezwaar op het milieu in zijn algemeenheid, dus gelegen buiten het appartementencomplex, dan is het geen bezwaar dat past binnen “de sfeer” van de VvE. Immers, de bezwaren die de VvE kan opwerpen moeten wel binnen haar taakgebied – het beheren van het appartementencomplex – vallen. Anders dreigt de kans dat persoonlijke voorkeuren, die op zich niets met het appartementencomplex te maken hebben, de doorslag gaan geven. Dan gaat de VvE haar bevoegdheden te buiten.
4.17.
De conclusie is dat naar het oordeel van de kantonrechter de bezwaren van de VvE in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. Het besluit zal daarom worden vernietigd.
De vervangende machtiging
4.18.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter onderzocht of het mogelijk is tussen partijen een regeling tot stand te brengen, inhoudende dat voorwaarden worden opgesteld waaraan de installatie en het gebruik van de pelletkachel moet voldoen, in ruil waarvoor da VvE dan toestemming zal verlenen tot het plaatsen ervan.
Door de gemachtigde van de VvE is aangevoerd dat het niet op de weg van de VvE ligt om voorwaarden te formulieren, [verzoeker] – zo begrijpt de kantonrechter – moet maar aangeven onder welke voorwaarden hij een pelletkachel wil installeren en dan zal de VvE dat aan haar leden voorleggen om daarover te stemmen. De kantonrechter vermoedt dat die insteek niet tot een oplossing zal leiden. Dat vermoeden klemt temeer nu een lid van het bestuur – op vragen van de kantonrechter – heeft aangegeven dat ongeacht welke voorwaarden [verzoeker] ook voorstelt op zich te nemen – vermoedelijk nooit de gevraagde toestemming zal worden verleend. In het licht van wat hiervoor allemaal is overwogen zou dat neerkomen op het zonder redelijke grond weigeren van toestemming. Dat betekent dat de kantonrechter “de knoop zal doorhakken” en een vervangende machtiging zal verlenen.
4.19.
Uit de overgelegde informatie blijkt dat een pelletkachel geen problemen veroorzaakt mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Die voorwaarden zijn in essentie tijdens de mondelinge behandeling besproken en [verzoeker] heeft toegezegd bereid te zijn die na te leven. Het gaat dan om zaken zoals een deskundige installatie (door een door de brandweer erkende installateur), professioneel onderhoud, brandstof van goede kwaliteit en de mogelijkheid voor de VvE op de naleving van die voorwaarden toezicht te houden Als aan die voorwaarden wordt voldaan, gaat de kantonrechter er van uit dat daarmee de bezwaren van de overige appartementseigenaren – voor zover op feiten gebaseerd - voldoende worden weggenomen. Mocht [verzoeker] zich ondanks zijn toezegging tijdens de mondelinge behandeling niet aan de gestelde voorwaarden houden, dan biedt het toepasselijke Huishoudelijk Reglement de mogelijkheid voor de VvE om de nakoming van de voorwaarden te handhaven.
4.20.
In de aard en uitkomst van de procedure ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
vernietigt het door [verzoeker] bestreden besluit van de VvE van 3 april 2023,
5.2.
verleent aan [verzoeker] machtiging voor zowel het doorboren van het gemeenschappelijke dak ten behoeve van het plaatsen van de rookgasafvoer als voor het plaatsen van een pelletkachel, mits:
  • hij voor de installatie van de pelletkachel gebruik maakt van een erkend installateur conform voorschrift van de brandweer, en hij dit op verzoek van het bestuur van de VvE ook aantoont,
  • hij zich nauwgezet houdt aan de gebruiksregels die horen bij de betreffende pelletkachel,
  • hij desgewenst aantoont aan het bestuur van de VvE dat hij de onderhoudsvoorschriften, behorend bij de pelletkachel, nakomt (bijvoorbeeld door het overleggen van onderhoudsnota’s van een erkend installateur),
  • hij gebruik maakt van pellets van hoge kwaliteit, te weten afvalhout uit de bosbouw,
  • hij desgewenst aantoont aan het bestuur van de VvE - door overlegging van de aankoopbon - dat hij dit soort pellets gebruikt,
5.3.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. R.A.J. van Leeuwen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.
type: em
coll: