In deze zaak gaat het om een beroep tegen de verlening van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht voor het splitsen van één woning in drie woningen. De rechtbank Limburg heeft op 23 november 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij eisers, die bezwaar maakten tegen de vergunning, niet in het gelijk zijn gesteld. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat de belangen van eisers niet onevenredig worden aangetast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder een aanvraag heeft ingediend voor het splitsen van de woning, wat in strijd is met het bestemmingsplan. Echter, verweerder heeft de vergunning verleend met toepassing van de kruimelgevallenregeling, wat inhoudt dat er een goede ruimtelijke ordening moet zijn. De rechtbank heeft de argumenten van eisers, waaronder de schending van hun privacy en de toename van parkeeroverlast, niet overtuigend geacht. De rechtbank concludeert dat de belangenafweging door verweerder correct is uitgevoerd en dat de vergunning terecht is verleend. Het beroep van eisers is ongegrond verklaard, en zij krijgen geen griffierecht terug.