9.2.In aanvulling daarop stellen eisers dat de 80-20-verdeling niet wordt nageleefd. Daartoe wijzen eisers erop dat de menukaart die op de website van de ijsboerderij wordt aangeboden gezien moet worden als een tweede menukaart. Deze menukaart bevat veel meer gerechten dan de menukaart die is onderzocht. Daarnaast zijn volgens eisers de menukaart en de gemaakte foto’s bij de controle onvoldoende om aan te nemen dat voldaan wordt aan de 80-20-verdeling. Uit het controlerapport blijkt volgens eisers geenszins dat er gecontroleerd is of hetgeen op de menukaart staat in werkelijkheid aanwezig is in de horecazaak. Eisers kunnen daarnaast verweerder niet volgen in zijn standpunt dat de gerechten van de arrangementen fun@noon, good@noon en sweet@noon niet apart meegeteld hoeven te worden in de 80-20-verdeling. Tevens voeren eisers aan dat wanneer bestelde catering ter plekke van de horecazaak vervaardigd wordt, deze gerechten apart dienen te worden meegeteld in de 80-20-verdeling. Ten slotte dient volgens eisers de inhoud van picknickmanden, die wordt gefabriceerd op locatie, hierbij ook te worden meegeteld.
Beoordeling door de rechtbank
10. De vraag die centraal staat in deze zaak is of de derde-partij (binnen de begunstigingstermijn) heeft voldaan aan de last onder dwangsom. Als dat het geval is, zoals verweerder stelt, dan zijn geen dwangsommen verbeurd en was er dus ook geen grondslag voor invordering en is het verzoek van eisers om over te gaan tot invordering terecht afgewezen.
11. Op grond van het bestemmingsplan heeft het perceel - voor zover hier van belang - de bestemming ‘Horeca’ en de functieaanduiding ‘specifieke vorm van horeca - ijsboerderij’.
In artikel 3.1 van de regels van het bestemmingsplan is - voor zover hier van belang - bepaald dat de voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor horeca, met dien verstande dat ter plekke van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ijsboerderij' uitsluitend een ijsboerderij is toegestaan.
In artikel 3.5.1 van de regels van het bestemmingsplan is - voor zover hier van belang - bepaald dat onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan in ieder geval wordt verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als horeca, anders dan een ijsboerderij ter plekke van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ijsboerderij'.
In artikel 1.35 van de regels van het bestemmingsplan is bepaald dat onder ‘ijsboerderij’ wordt verstaan een specifieke vorm van horeca ter plekke van een voormalige agrarische bedrijfslocatie waarbij in hoofdzaak ijs en daarnaast ondergeschikt (kleine) gerechten worden verstrekt.
12. In de last onder dwangsom van 23 september 2021 die onherroepelijk is en dus (in zoverre) in rechte vast staat, heeft verweerder bepaald dat, om aan die ondergeschiktheid van (kleine) gerechten en dranken uit artikel 1.35 van het bestemmingsplan te voldoen, het totale aanbod ter plaatse van de ijsboerderij dient te bestaan uit tachtig procent ijs en twintig procent overig aanbod. De rechtbank acht in redelijkheid geen andere uitleg van deze formulering mogelijk dan dat hiermee wordt bedoeld
minimaaltachtig procent ijs en
maximaal20 procent overig aanbod c.q. kleine gerechten en dranken.
13. De Afdeling heeft in de uitspraak van 30 juni 2021, over het besluit van verweerder op het verzoek om handhaving van eisers ten aanzien van de ijsboerderij, bepaald dat verweerder het totale aanbod aan (kleine) gerechten in kaart moet brengen met behulp van de menukaart, de website en onderzoek ter plaatse en moet beoordelen of dit aanbod nog ondergeschikt is aan het totale aanbod van ijs. De rechtbank sluit hierbij aan bij beantwoording van de vraag of verweerder op juiste wijze heeft onderzocht en op goede gronden heeft geconcludeerd dat aan de last is voldaan. De rechtbank merkt hierbij op dat zowel de Afdeling in voornoemde uitspraak als verweerder in de last onder dwangsom uitgaan van het
aanbod, terwijl artikel 1.35 van de planregels spreekt van het
verstrekken. Hoewel hiertussen een taalkundig verschil bestaat (hetgeen verstrekt wordt ziet op hetgeen daadwerkelijk besteld wordt en dus feitelijk aan de tafels geserveerd wordt, wat kan afwijken van hetgeen via de menukaart in het restaurant aangeboden wordt) gaat de rechtbank ervan uit dat met “het aanbod” zoals vermeld in de last onder dwangsom tevens wordt bedoeld hetgeen feitelijk aan tafel wordt aangeboden, dus hetgeen feitelijk wordt geserveerd.
14. Hetgeen onder 13 is overwogen, betekent dat verweerder op basis van 1) de menukaart, 2) de website en 3) onderzoek ter plaatse moest beoordelen of in hoofdzaak (minimaal tachtig procent) ijs werd aangeboden voor daadwerkelijke consumptie en of het overige aanbod daaraan ondergeschikt (maximaal twintig procent) was.